Het verhaal achter Eisler On The Go
Op 4 mei brengt KamerOperaProject de wereldpremière van Eisler On The Go, een productie gebaseerd op het leven van Hanns Eisler. De focus ligt op de verhoren in het Amerikaanse Congres in 1947, die tot zijn uitzetting leidden. Initiator en scriptschrijver Paul Oomens vertelt het verhaal achter de voorstelling.
Lang voordat een productie in het theater in première gaat, begint het verhaal van het ontstaan ervan, van de bedenkers, de makers, hun ontdekkingen en keuzes. Zo ook het verhaal achter Eisler On The Go, dat op 4 mei zijn wereldpremière beleeft in het Amsterdamse Compagnietheater. De première maakt deel uit van Theater na de Dam, het festival op de avond van de Nationale Dodenherdenking, waarop theatermakers en artiesten zich overal in Nederland inzetten om 4 mei van extra betekenis te voorzien.
Dit is het verhaal van Paul Oomens, de bedenker en schrijver van het scenario van Eisler On The Go. Hij was eigenlijk op zoek naar een onbekende opera van Marc Blitzstein, maar zijn zoektocht in New York leidde tot een ander plan: een muziektheaterproductie over drie bepalende dagen in het leven van Eisler, in 1947, toen de Duits-Oostenrijkse componist verhoord werd.
Eisler moest voor het House Committee on Un-American Activities van het Amerikaanse parlement verschijnen om zich te verantwoorden voor zijn politieke overtuiging. Die verhoren, letterlijk gedocumenteerd, leidden tot de uitzetting van Eisler uit de VS, in maart 1948. Ze vormen de basis van de voorstelling.
Verbinding met de maatschappij
Oomens heeft een diepgaande interesse in de muziek van de twintigste eeuw, een voorkeur die hij al heel jong ontwikkelde. Net als in zijn werk als directeur van een grote organisatie in het onderwijsveld is er in de muziek van na 1900 een verbinding met maatschappelijke ontwikkelingen. “Onderwijs zit in het hart van de samenleving, en de muziek die mij fascineert heeft dat ook. Die is diep verbonden met ontwikkelingen in andere kunstvormen en met de geschiedenis.”
Een concreet voorbeeld van die jeugdige belangstelling is zijn deelname aan een quiz in het toenmalige Muziekcentrum De IJsbreker, het Amsterdamse centrum voor vernieuwende muziek. “Als jongste kandidaat nam ik deel aan een quiz ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Igor Stravinsky. Het lukte me om de opdracht in één van de vragen, het natikken van een zeer asynchroon ritme uit Le Sacre du Printemps, tot verrassing van iedereen goed uit te voeren. Ik was toen 16.”
Thuis was er het amateurtoneel van zijn ouders, er was de interesse voor muziek, maar daaruit volgde geen keuze voor een opleiding in die richting. “Ik speel nog altijd geen instrument”, zal Oomens een paar keer in het gesprek herhalen, “ik ben een maker/samensteller.”
De muziek bleef sindsdien een grote plaats innemen in zijn agenda, onder meer als voorzitter van Donemus Beheer, als artistiek leider van KamerOperaProject en als muziekadviseur bij documentaires, waaronder de grote VARA-documentaire van Michel van Erp over de MH17-ramp.
Midden in de muziek, geen musicus, wél een onderzoeker. “Er zijn componisten die me intrigeren, zoals Malipiero, met zijn vroege pianomuziek uit de periode van de Eerste Wereldoorlog. Hij was een jonge, getourmenteerde componist, die op de vlucht sloeg voor de oorlog. In die tijd ontstond ook Sette Canzoni, een collage van zeven mini-opera’s. Ik hoorde zijn muziek, begon daarover te lezen en voor mij is dan een logische stap: erheen. Ik bezocht zijn huis en zijn graf, in de verwilderde tuin daarachter. Mijn droom is die opera nog eens te produceren in Nederland.”
Onbekende kameropera’s
Oomens heeft inmiddels ervaring met het produceren van kameroperaproducties vanuit KamerOperaProject. Dit initiatief zette hij op met de nalatenschap van operaliefhebber en goede vriend Kees Kraakman. Toen die in 2000 overleed, was er een database van meer dan 25.000 opera’s. Kraakmans werk voortzetten lukte niet, maar het produceren van onbekend gebleven kameroperaproducties werd het nieuwe doel, door Oomens opgezet in nauwe samenwerking met het Amsterdamse Cantina Vocaal, dat een podium biedt aan amateurzangers en semiprofessionals.
“De eerste productie heette: I’m very lonely in my way. Het was een montage van verschillende werken. Uitgangspunt was een korte opera van Barber, A Hand of Bridge, over vier kaartspelers. In de voorstelling gingen we verder op de vraag wat er zou gebeuren nadat het kaartspel afgelopen is. Er kwamen liederen bij, en een andere korte opera, waardoor een nieuwe dramaturgische lijn ontstond. We gebruikten het materiaal steeds met veel respect voor het origineel.”
Het werk aan die eerste productie bestond uit de dingen die Oomens graag doet: onderzoeken, monteren, construeren. Dat geldt ook voor de nieuwe productie, Eisler On The Go.
Van Blitzstein naar Eisler
Toen de vraag rees wie of wat de inspiratiebron vormde voor Leonard Bernstein bij het componeren van musical-opera’s als Trouble in Tahiti en West Side Story, kwam Oomens uit bij de componist Marc Blitzstein. “De Amerikaan Blitzstein studeerde aan het einde van de jaren twintig in Europa bij Nadia Boulanger en Arnold Schönberg. Hij was een belangrijke modernist, die ook filmmuziek componeerde. Beïnvloed door een artikel van Hanns Eisler over de betekenis en de waarde van muziek, dat in 1935 verscheen, heeft Blitzstein zijn muzikale roer omgegooid. Hij koos een nieuwe, innovatieve weg met muziek ten dienste van de maatschappij. Zijn opera The Cradle Will Rock, over de vakbondsstrijd, veroorzaakte een schandaal bij de première in New York.”
Oomens verkende in New York en aan de hand van materiaal van de Universiteit van Wisconsin of hij een andere sociaal-kritische musical-opera zou kunnen uitvoeren: No For An Answer uit 1941. “Ik vreesde dat het verhaal iets te gedateerd zou zijn en wilde aanpassingen maken, maar rechthebbenden stonden dat niet toe. Ik heb dat natuurlijk gerespecteerd.”
Het gevolg is wel dat Eisler On The Go een aantal losse liederen van Blitzstein telt. Blitzstein was in de Verenigde Staten goed bevriend met Hanns Eisler.
Communistische sympathieën
Hanns Eisler werd in 1898 geboren in Leipzig, groeide op in Wenen en ontvluchtte Europa in de periode voor de oorlog. In die tijd bracht hij een bezoek aan Hilversum, voor radio-opnamen bij de VARA. Vier weken later, begin 1933, kregen de nazi’s de macht in Duitsland en begon Eisler aan omzwervingen door Europa, die hem uiteindelijk naar Mexico en de Verenigde Staten voerden.
Eislers vrijheid tijdens de Tweede Wereldoorlog eindigde toen hij verdacht werd van communistische sympathieën. “Niet ten onrechte”, meent Paul Oomens. “Hij was op zijn minst een fel socialist.” Verdacht, en verraden door zijn eigen zus, stond Eisler in september 1947 voor het House Committee on Un-American Activities van het Amerikaanse Congres (HUAC) om zich te verantwoorden voor zijn politieke overtuiging.
Lezend in de letterlijke verslagen van de verhoren, en in het boek dat aanklager Robert Stripling schreef, ontdekte Oomens dat de zaak rond Eisler en de andere verdachten een voorbeeld was van de werking van ‘framing’. “Ik vond dat al langer een interessant thema. Wat maakt dat iets waar is, dat we iets geloven? Hoe worden we geïnformeerd, en door wie?”
“Realiseer je dat het niet onafhankelijke rechters waren, maar politici die de verhoren hielden. Eisler ontweek tijdens die verhoren de lastige vragen omdat hij graag in de VS, zijn tweede vaderland, wilde blijven. Het treurige lot van Eisler is dat hij na zijn uitzetting in het begin van 1948 in de DDR terechtkwam en zich daar later opnieuw zou moeten verantwoorden. Hij werd voor een parlementaire commissie gedaagd tijdens het componeren van de opera Faust, die de staat deed twijfelen aan zijn loyaliteit aan de DDR. Men vond zijn muziek te modern.”
Oomens toont het boek The Red Plot Against America uit 1948 van HUAC-aanklager Robert Stripling. “Fascinerend materiaal over twee werelden die botsen, elkaar volstrekt niet verstaan. Het gaat over media, politiek, beïnvloeding.”
Naast de verhoorteksten en nieuwe toneelteksten gebruikte Oomens ook Striplings boek bij het schrijven van het script van Eisler On The Go. “Een theatervoorstelling is niet interessant als uitsluitend degene die beschuldigd wordt centraal staat, als het publiek alleen medelijden krijgt met de aangeklaagde. Minstens zo fascinerend is je te verplaatsen in de vraag waarom die aanklager zo’n fanatieke communistenjager was. Er zit in de voorstelling een lied van Blitzstein dat perfect past op het verhaal van Stripling. Stripling krijgt veel ruimte in het script, net als Eisler. Die laatste was niet per se een aardig mens. Als je voor hem was, ging het goed, maar zo niet, dan kon hij arrogant en onuitstaanbaar zijn.”
Er is goed nagedacht over de vorm van Eisler On The Go. “De voorstelling neemt je via de toneelteksten in het verhaal mee. De liederen staan als een soort aria’s op zichzelf. Die wisselen elkaar af, zoals dat in de barok ook gebeurde. De voorstelling is Duits- en Engelstalig, maar alles wordt boventiteld en is dus goed te volgen. Dat vind ik belangrijk.”
Jon van Eerd speelt Eisler
Voor de casting van de titelrol werd een verrassende keuze gemaakt: (musical)acteur Jon van Eerd, die vooral wordt geassocieerd met comedy, zei ja op de uitnodiging van Oomens en regisseur Machteld van Bronkhorst. Oomens vertelt: “Het is totaal anders dan wat hij gewend is en precies daarom wilde hij het doen. Ik zag hem in een programma met songs van Stephen Sondheim en toen heb ik hem benaderd.”
Sopraan Ekaterina Levental zingt de rol van Louise, de vrouw van Eisler. De aanleiding haar te vragen was onder meer haar solovoorstelling De Weg, over haar vlucht uit Oezbekistan.
Andere hoofdrollen worden gezongen door Mitchell Sandler, bekend van het Groot Omroepkoor en Pocket Opera, en Vitaly Rozynko, die de rol van de vileine Stripling zingt. Evi De Jean is Helen Campbell, de secretaresse van de voorzitter van de commissie. Er komen nog meer karakters voor in de voorstelling, die worden gespeeld door de musici van het New European Ensemble onder leiding van Emlyn Stam. Kimball Huigens begeleidt de zangers bij de liederen.
De muziek is twintigste-eeuws, maar kan een groot publiek aanspreken. En het verhaal is ook vandaag zeer relevant, meent Oomens. “We verwelkomen graag iedereen die geïnteresseerd is in de verrassend toegankelijke muziek, met het hart bij wat we als maatschappij zijn, waarin verdraagzaamheid een belangrijk thema is dat we hebben te koesteren en te onderhouden.”
Dat is ook de link naar Theater na de Dam op 4 mei. Op die dag en op 5 mei is er in het Amsterdamse Compagnietheater een uitgebreid randprogramma te beleven met koormuziek, films en lezingen.
Er is letterlijk jaren gewerkt aan Eisler On The Go. Gevraagd naar de achterliggende boodschap van de productie zegt Oomens: “Wees zuinig op de democratie, durf naar elkaar te luisteren, je in elkaar te verplaatsen en doe dat op een respectvolle manier. Ik vind belangrijk: durf je oordeel uit te stellen.”
De voorstelling Eisler On The Go gaat op donderdag 4 mei in première in het Compagnietheater in Amsterdam en is daar ook op 5 mei te zien. Daarna doet de productie onder meer Groningen, Terneuzen, Hengelo en Den Haag aan. Zie voor meer informatie www.eisleronthego.nl.