Inleiding: DNO brengt nieuwe Salome
“Based on a true story”, zou vandaag het opschrift luiden. Richard Strauss’ opera Salome kent een lange voorgeschiedenis, waarin het oorspronkelijke bijbelse verhaal steeds andere artistieke vormen aannam. Peter Franken schetst in aanloop naar de première van een nieuwe Salome bij De Nationale Opera de achtergronden.
In de Bijbel staan een paar korte passages over de dood van Johannes de Doper. Zowel de evangelist Marcus als zijn collega Matteüs geven een bondige beschrijving van zijn onthoofding op last van koning Herodes. Nadat het dochtertje van zijn vrouw Herodias voor hem had gedanst ter opluistering van zijn verjaardag, mocht ze een geschenk uitkiezen: wat ze maar wilde, al was het de helft van zijn koninkrijk. Op advies van haar moeder vroeg het meisje vervolgens om het hoofd van Johannes de Doper.
Vrijwel iedereen die dit verhaal hoort, associeert het met Salome, de stiefdochter van Herodes, die hem het hoofd op hol had gebracht met een erotisch getinte dans. De evangelisten noemen haar naam echter niet, die danken we aan de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus. In de Bijbel wordt slechts gewag gemaakt van een zekere Salome die zich in het gezelschap bevindt van Maria Magdalena.
De Herodes uit dit verhaal was de jongste zoon van Herodes de Grote, de koning die opdracht gaf tot de uitbreiding van de tempel van Salomo. Dat is het bouwwerk dat na de grote Joodse opstand werd vernietigd op last van de Romeinse generaal Titus, de latere keizer. Na de dood van Herodes de Grote werd diens rijk verdeeld onder zijn nakomelingen. Daarbij kreeg de jongste zoon een kwart van het gebied toegewezen, te weten de streken Galilea en Perea. Ter onderscheid wordt deze Romeinse vazalkoning Herodes Antipas genoemd, en zijn aanspreektitel is ‘tetrarch’, wat zoveel betekent als ‘heerser over een kwart’.
Herodes Antipas had de vrouw van zijn halfbroer Filippus gehuwd, terwijl deze nog in leven was. Herodias had zich dus van haar man laten scheiden, wat volgens de Joodse wetten niet was toegestaan. Dit is overigens de versie van de evangelisten; de mogelijkheid bestaat dat het huwelijk pas plaatsvond na de dood van Filippus. Bijkomend ‘probleem’ was dat Herodias een volle nicht van Antipas was. Het bijbelverhaal draait om het gegeven dat Herodias hierom door Johannes de Doper publiekelijk aan de schandpaal was genageld. Antipas zou hem vervolgens hebben gevangengezet om hem het zwijgen op te leggen en verdere onrust in Galilea te voorkomen.
De beide evangelisten schrijven over de dood van Johannes als korte flashback. Antipas heeft iets te horen gekregen over Jezus, een nieuwe coryfee die door Galilea trekt en wonderen verricht. Hij denkt dat dit Johannes is, die uit de dood is opgestaan, en maakt zich daar zorgen om. In die context wordt het onthoofdingsincident verteld. Later, nog steeds volgens de Bijbel, zal Antipas oog in oog komen te staan met Jezus als deze door Pilatus naar hem toe wordt gestuurd.
Seksuele component
Het legendarische verhaal over de onthoofding van Johannes de Doper heeft door de eeuwen heen veel schilders geïnspireerd. Een klassiek voorbeeld is het schilderij uit 1530 van Lucas Cranach de Oudere, waarin een zedige Salome een schaal toont met daarop het afgehouwen hoofd.
Een geheel andere benadering kenmerkte een paar eeuwen later de visie van Gustave Moreau. In zijn L’Apparition uit 1876 zien we Salome als een uitdagende, schaars geklede vrouw die danst voor Herodes Antipas, met op de achtergrond de verschijning van het hoofd van Johannes. Hiermee doet de seksuele component zijn intrede in de legende en wordt het verhaal plotseling ook interessant voor de literatuur en de uitvoerende kunsten.
In 1877 publiceerde Gustave Flaubert zijn novelle Herodias. Hierin wordt het meisje Salome bewust gebruikt door Herodias om haar echtgenoot Antipas te manipuleren. Jules Massenet gebruikte Flauberts novelle als uitgangspunt voor zijn opera Herodiade uit 1881. Hierin is Salome als jong kind door haar moeder verstoten ten tijde van haar huwelijk met Antipas. Het meisje is in contact gekomen met Johannes de Doper en is één van zijn volgelingen geworden.
Nadat Johannes is opgepakt, doolt ze rond, totdat ze bij het paleis komt waarin Herodias verblijft. Antipas wordt verliefd op haar en Herodias ziet daarin een mogelijkheid om hem naar haar pijpen te laten dansen. Salome probeert Johannes echter te redden en als dat niet lukt, wil ze Herodias doodsteken. Als deze zich eindelijk bekendmaakt als haar moeder, pleegt ze in wanhoop zelfmoord.
Oscar Wilde borduurde hier in zijn toneelstuk Salome uit 1892 op voort. Hij combineert als het ware het zeer bondige bijbelverhaal met de lezing van Flaubert, daarbij de nadruk leggend op het daarin beschreven zwakke karakter en de neiging tot losbandigheid van Antipas. Verder voegt Wilde iets toe aan de rol van Salome. Hij bouwt als het ware het gevoel van geborgenheid dat Salome ervoer bij Johannes in Massenets versie uit tot erotische fascinatie. Verder geeft Wilde aan het personage een duidelijke eigen wil.
De dansscène wordt het kantelpunt in het verhaal, waarin Salome zich wreekt op Johannes nadat deze haar seksuele avances heeft afgewezen. Antipas is hier slechts het willige middel waarmee ze haar doel probeert te bereiken. Dat Herodias verguld is met haar wens het hoofd van Johannes gepresenteerd te krijgen, is voor Wildes Salome irrelevant. Ze doet het geheel en al voor zichzelf. Daarmee zijn we ver verwijderd geraakt van het bijbelse dochtertje van Herodias. Wildes versie is in vergelijking daarmee bijna pornografisch te noemen.
Eerste succes
Omdat het in Groot-Brittannië niet was toegestaan bijbelse figuren ten tonele te brengen, schreef Wilde zijn stuk in het Frans en vertaalde dit later in het Engels. De Duitse vertaling van het stuk is later teruggebracht tot het libretto van Richard Strauss’ opera Salome, die in 1905 in Dresden in première ging. Het was de eerste opera waar Straus succes mee had, na zijn eerdere Guntram en Feuersnot.
Het comprimeren van Wildes stuk is ten koste gegaan van de bijfiguren. Herodias speelt nauwelijks nog een rol. Herodes Antipas wordt vooral opgevoerd als slaaf van zijn hormonen en later als handenwringend watje dat onder een lichtvaardig gedane belofte uit probeert te komen.
De Nationale Opera brengt binnenkort een nieuwe productie van Salome in een regie van Ivo van Hove. Malin Byström zingt de titelrol, Evgeni Nikitin is Jochanaan (Johannes). Na het debacle met de productie van Peter Konwitschny is dit een uitgelezen mogelijkheid voor De Nationale Opera om zich te revancheren.
Salome gaat op 9 juni in première en is tot en met 5 juli te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.
18Reacties
Op 22 juni a.s. is er een HD uitzending in Tuschinski van het nieuwe toneelstuk Salomé van Yaël Farber door het National Theatre uit Londen. Aan de foto’s te zien in historische setting.
Laten we in deze productie hopen op een “echt” hoofd, MET bloed! Moge de vrees voor een object “dat symbool staat voor het hoofd van Johannes de Doper” ongegrond blijken. Graag ook een echte, schaars geklede sluierdansdanseres. Een VROUW dus. Dan ben ik al dik tevreden.
De niet politiek correcte Engelse komiek Benny Hill omschreef de sluierdans eens als: Salami dancing in front of Harrods. Zo gek zal het wel niet worden.
Het mag dan nog in sluieren gehuld zijn, het wordt vast een exquis en gepeperd gerecht, een zilveren schaal waardig. De uitsmijter van het seizoen zogezegd, wat ik je brom -en je hoort mij nooit brommen als voorafje.
een echt hoofd, dat lijkt me heden ten dage wel wat veel gevraagd.
ook hier zou wel eens kunnen gelden: hoop = uitgestelde teleurstelling.
Bloedig wordt het wel, zo blijkt uit de eerste foto’s die circuleren.
Bedankt voor deze achtergrondinfo. Ik hoop dat het klassieke voorbeeld van Lucas Cranach de Oudere op de grote Cranach tentoonstelling in Museum Kunstpalast in Düsseldorf te zien is! Daar zal ik dan ook zijn voor de Rheingold van de Rheinoper.
@Olivier: gaat OperaGazet volgend jaar nog een reisje naar de Aalto Oper in Essen organiseren om Annemarie Kremer als Salome te zien optreden?
@Rudoplh: bedankt voor de tip maar….”It’s not been a great month for celebrated auteurs. First, Ivo van Hove delivers a lacklustre Obsession at the Barbican. Now Yaël Farber, the South African writer-director rightly acclaimed for Mies Julie and Les Blancs, comes up with a radical revision of the Salomé myth that is slow-moving and portentous. The stage pictures may be impressive, but they are tied to the ball and chain of a terrible text.” (The Guardian https://www.theguardian.com/stage/2017/may/10/salome-review-yael-farber-olivier-london
@bedankt Leen. De Salomé van Yaël Farber laat ik aan me voorbij gaan. De matige recensies van Obsession had ik al gelezen.De verkoop voor deze productie in Het Holland Festival (Carré) loopt echter goed.Van Hove’s regie van The Damned werd in Frankrijk net onderscheiden met drie Molières, als ik het goed heb. Afgelopen jaren was ik zeer onder de indruk van zijn regie van A View from the Bridge en Hedda Gabler door Engelse toneelgezelschappen. Het succes van zijn toneelbewerkingen van films van Visconti heb ik nooit begrepen. De films zijn zo veel beter.
Gisteren in het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad laat Kester Freriks de opmerking van Daniele Gatti ongecorrigeerd als deze beweert dat Salome voor het eerst integraal door het KCO wordt gespeeld. Het is me al eerder opgevallen dat buitenlandse chef-dirigenten weinig weten van de geschiedenis van het orkest laat staan van het Nederlandse muziekleven.In het juni nummer van Preludium, het programmablad van Het Concertgebouw en Het Koninklijk Concertgebouworkest staat te lezen dat het CO al in 1913 en 1914 en ook in 1968 Salome integraal heeft uitgevoerd. In 1913 en 1914 o.l.v.Henri Viotta met o.a. de wereldberoemde Nederlandse tenor Jacques Urlus als Herodes.In 1968 o.l.v. Jaroslav Krombholc en in de regie en met de decors en kostuums van Wieland Wagner. De hoofdrol werd vertolkt door de onvergetelijke Anja Silja. Richard Strauss dirigeerde zelf deze opera op 14 november, 1907 in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in ‘s-Gravenhage in het Italiaans met een onbekend orkest. De Nederlandse première vond plaats op 26 september, 1907 in de Amsterdamse Stadsschouwburg.
Tip voor alle dirigenten (buitenlanders of niet): neem kennis van de geschiedenis van uw orkest. Dat is de maandelijkse paycheck zeker waard.
@JdeJong Kent u het verschil tussen
1) een echt hoofd
en
2) een “echt” hoofd ?
@LRoetman Opera Gazet organiseert volgend jaar een reis naar La Donna Del Lago in Luik ( inlichtingen: keegel@operagazet.be ). Over SALOME in Essen wordt ten burele nog nagedacht…..
@Rudolph: die uitvoeringen zijn ook terug te vinden in het online archief van het Concertgebouworkest! Had Gatti zelf even kunnen opzoeken.
http://archief.concertgebouworkest.nl/nl/archief/zoeken/
Lees het NRC interview met Van Hove en Gatti hier https://www.nrc.nl/nieuws/2017/06/01/een-sensuele-ingetogen-salome-10815271-a1561159
@Leen: hartelijk dank. Vanmiddag naar Jonas Kaufmann.Zijn vierde optreden in Nederland.
schokkend dat zelfs Kaufmann (met Westbroek!) niet uitverkocht is.
Wel bijna. Je wilt natuurlijk niet op het podium zitten.
Is de conclusie dan niet dat de plaatsen op het podium te duur zijn?
Bij echt grote namen verwacht je een zodanige hype dat mensen ook de plaatsen achter het podium kopen. Als ik geen zaalkaart had gehad, zou ik toch een podiumplaats overwegen. Kaufmann is toch echt buitencategorie.
Het is bovendien altijd zo feestelijk als het echt uitverkocht is. Concerten in een bomvolle zaal zijn vaak zinderender.
Bovendien geeft een uitverkochte zaal die toch wel optimistisch stemmende illusie dat er een onbekend, ja mogelijk oneindig aantal liefhebbers kan zijn geweest voor het concert.
Komt daarbij nog het minder verheffende gevoel dat men getuige is van iets exclusiefs, waar anderen graag bij waren geweest, maar jijzelf wel tijdig kaarten voor hebt gekocht.
Maar goed, die resterende ruim 100 plaatsen worden er hopelijk nog enkele tientallen vergeven. We zullen het zien zo meteen.
Het is nu eenmaal geen voetbal. Voor het reserveren van plaatsen voor de nu al historische live Otello uit Londen zijn in mijn bioscoop alle -op die van mijn vrouw en mij na- stoelen nog beschikbaar.
Jawel, het voegt wel wat toe kaartjes te hebben voor een evenement waarvoor op straat gebivakkeerd is maar het tot een minderheid behoren heeft dus ook zijn voordelen.