De Munt heropent huis met Pinocchio
De Munt heropent zijn gerenoveerde Muntschouwburg in Brussel op 5 september met de nieuwe opera Pinocchio van componist Philippe Boesmans en librettist Joël Pommerat. Het werk ging deze zomer in wereldpremière in Aix-en-Provence.
De Franse schrijver Joël Pommerat en de Belgische componist Philippe Boesmans werkten eerder samen aan de opera Au monde, gebaseerd op een toneelstuk van Pommerat. Dit keer koos het duo voor het wereldberoemde sprookje Pinocchio van Carlo Collodi. Pommerat heeft de oorspronkelijke tekst bewerkt, Boesmans zorgt voor de noten.
Volgens de Munt blijven de makers “ver van een moraliserende toon of een simplistische aanpak”. Ze onderlijnen daarentegen “de moderniteit en de rijkdom van de brontekst”.
De serie van acht voorstellingen in de Munt wordt muzikaal geleid door Patrick Davin. Hij staat voor het Symfonieorkest van de Munt. Joël Pommerat voert zelf de regie. De cast bevat grote namen als Stéphane Degout, Vincent Le Texier en Yann Beuron.
Na Brussel trekt de productie verder naar Dijon en Bordeaux.
Zie voor meer informatie de website van de Munt.
5Reacties
Omdat ik een fan ben van de Boesmans-opera’s, kijk ik hier toch wel naar uit…
Beste Stefan, misschien dat je die fascinatie hier kunt uitleggen? Ben benieuwd naar je bevindingen.
Nou, ‘fascinatie’ is een groot woord. ‘Redelijke interesse’ zou ik eerder zeggen…
Ik vind vooreerst dat Boesmans -voor een hedendaagse componist- heel ’toegankelijke’ muziek schrijft. En zijn opera’s zijn ook opera’s in de meest klassieke zin van het woord met een goed, verhalend libretto en alle ‘gewone rites’ van het genre.
Wat ook opvalt is dat zijn muziek steeds ‘klassieker’ schijnt te worden:
Zijn eerste opera ‘La passion de Gilles’ (over Jeanne d’Arc en Gilles de Rais) kwam heel ‘avant-gardistisch’ over met spreekkoren en zo… (en beviel me trouwens niet zo).
Misschien zijn twee mooiste werken vind ik 1) ‘Reigen’ – een opeenvolgende reeks liefdesrelaties waarbij één lid van het koppel in de volgende scene bij een andere zit – waarbij de muziek telkens aangepast is aan de sociale status van de personen en bv even ‘Salomé’ wordt geciteerd “man tötet diese…Mücke”.
en 2) ‘Wintermärchen’ (naar Shakespeare) met heel mooi getypeerde personnages en de originaliteit dat in het tweede bedrijf een jazz-orkest wordt gebruikt.
Gezegd moet ook worden dat deze beide opera’s op een libretto van Luc Bondy waren, die ook de -telkens prachtige- enscenering verzorgde. De muziek komt hierbij heel ‘aangenaam’ over, ver van het atonaal kabaal dat men in vele modern werken moet aanhoren. Ik denk dat hij tonaliteit en atonaliteit vermengd (ik ben melomaan maar geen muzikant…) en af en toe citeert hij bewust bepaalde operastijlen (bv Monteverdi in Wintermärchen)
Deze stijl wordt dan verdergezet in ‘Julie’ (naar Strindberg)…
… en in Yvonne, princesse de Bourgogne (naar Grobrowicz), beide nog steeds in samenwerking met Luc Bondy.
Sinds zijn twee laatste opera’s werkt hij dus samen met Joel Pommerat. Eerst dus voor ‘Au monde’ waarvoor deze laatste zijn eigen stuk bewerkte. Hier had ik op sommige momenten bijna de indruk naar ‘Pelléas et Mélisande’ aan het luisteren te zijn. Dat bedoel ik dus met “steeds klassieker”. Waarbij ik zeker niet van plagiaat wil spreken; zijn stijl blijft persoonlijk genoeg…
En nu dus ‘Pinocchio’ waarbij dus Pommerat weer zijn eigen stuk bewerkt heft (naar het beroemde verhaal van Collodi). Boesmans zegt zelf een opera ‘voor kinderen EN volwassenen’ geschreven te hebben.
Benieuwd wat hij daar -in zijn stijl- mee bedoeld…
Dank voor de welkome info!