De legende van Tristan en Isolde
In aanloop naar de nieuwe productie van Tristan und Isolde bij De Nationale Opera spit Peter Franken in een tweeluik de achtergronden van Wagners opera uit. In deel één: de legende van Tristan en Isolde.
Richard Wagner schreef het libretto van zijn grote liefdesdrama Tristan und Isolde in de periode dat hij geheel in de ban was van Mathilde Wesendonck. Deze (platonische?) relatie leidde tot het einde van zijn huwelijk met Minna, zijn eerste vrouw, zonder dat hij Mathilde ertoe kon brengen haar plaats in te nemen. Zij bleef haar man trouw.
Ten tijde van de première van de opera in 1865 was Wagner verwikkeld in een relatie met de vrouw van Hans von Bülow, zijn latere echtgenote Cosima. Zodoende staat Tristan und Isolde meer dan welk ander werk in het teken van Wagners liefdesperikelen.
Gottfried von Straßburg
Zoals gebruikelijk ging Wagner ook bij het schrijven van het libretto van zijn Tristan uit van een bestaand verhaal, waarvan hij vervolgens een zeer vrije bewerking maakte. In dit geval was zijn voornaamste bron de versroman Tristan van de middeleeuwse dichter Gottfried von Straßburg. Diens onvoltooide relaas over het leven van Tristan dateert uit het begin van de dertiende eeuw. Von Straßburg baseerde zich op zijn beurt op een eerdere versie van de Tristanlegende die wordt toegeschreven aan Thomas van Bretagne.
Von Straßburgs Tristan kent maar liefst drie Isoldes. In zijn bewerking heeft Wagner er twee samengevoegd en de derde weggelaten. Verder begint Wagner als het ware midden in het verhaal; de complete voorgeschiedenis heeft bij hem moeten wijken voor de eisen die een beknopt libretto nu eenmaal stelt. Toch is het interessant om wat langer bij die uitgebreide versie stil te staan.
Het begint met de heimelijke liefde van Riwalin en Blancheflur, de zuster van Marke, koning van Cornwall. Als Blancheflur ongehuwd zwanger wordt, vlucht het paar naar Bretagne, waar Riwalin kort daarop in een oorlogssituatie wordt gedood. Dit grijpt Blancheflur zo aan dat ze haar levenskracht verliest. Ze houdt het nog net vol tot ze een zoon heeft gebaard, maar sterft kort daarop aan een gebroken hart.
Haar zoon is Tristan, de held van het verhaal. Hij wordt dus geboren in een situatie waarin liefde en dood sterk verweven zijn. Het fenomeen ‘Liebestod’ bepaalt als het ware vanaf de geboorte zijn levensloop.
Het pasgeboren jongetje Tristan wordt door Riwalins vertrouweling Rual geadopteerd en opgevoed als ware het zijn eigen zoon. Hij wordt grootgebracht in alle hoofse gebruiken en groeit uit tot een veelzijdige, getalenteerde jonge man. Niet alleen een bekwaam strijder, maar evenzeer een voortreffelijk minnezanger, en zowat alles daartussenin.
Nadat Tristan is ontvoerd door Noorse kooplieden (Vikings) en bij toeval aan land wordt gezet in Cornwall, komt hij bij koning Marke terecht. Dit is zijn oom, maar daar komt men pas een paar jaar later achter als Rual, die al die tijd naar zijn ‘zoon’ heeft gezocht, bij toeval het hof van Marke aandoet. Alles wordt nu duidelijk en Marke slaat Tristan tot ridder en benoemt zijn neef tot enig erfgenaam.
Koningin Isolde
Als Morold namens zijn zwager, de Ierse koning Gurmun en tevens Markes leenheer, de verschuldigde schatting komt opeisen, doodt Tristan hem in een formeel tweegevecht op leven en dood. Morolds zuster, koningin Isolde, heeft zijn zwaard echter van gif voorzien, waardoor de in het gevecht gewond geraakte Tristan eveneens dreigt te sterven.
In een desperate poging zijn lot te keren, vaart hij in een klein bootje naar Ierland, waar hij zich aan het hof voordoet als de minnezanger Tantris. De koningin is onder de indruk van zijn kunsten en besluit hem te genezen. Bovendien laat ze hem haar dochter Isolde onderricht geven in hoofse gebruiken, literatuur en muziek.
Eenmaal hersteld reist Tristan terug naar Cornwall, waar hij te maken krijgt met veel afgunst. Die alleskunner die het ook nog eens presteert zich in het hol van de leeuw door zijn doodsvijand te laten genezen, moet maar eens leren een toontje lager te zingen. Marke wordt zodanig bewerkt dat hij Tristan terugstuurt naar Ierland om Isolde, de mooie dochter van Gurmun die hij zo voortreffelijk heeft opgeleid voor een leven aan het hof, voor hem als bruid te werven. Daarvoor moet de jonge held een draak doden.
Nadat hij deze klus heeft geklaard, meldt hij zich aan het hof om Isolde junior op te eisen. Hij wordt echter herkend: als Tantris, maar ook als Tristan. Nadat hij heeft uitgelegd dat zijn missie in het teken staat van het begraven van de strijdbijl tussen Cornwall en Ierland door Isolde te werven voor zijn oom Marke, laat men hem in leven en wordt de vrede getekend.
Moeder en dochter Isolde kunnen hem echter niet vergeven dat hij Morold heeft gedood en hen beiden heeft bedrogen. Beide Isoldes zijn door Wagner samengevoegd tot de Ierse koningsdochter die de ‘kunsten’ van haar moeder kent, maar ook nog eens Tantris heeft laten ontsnappen toen ze alle gelegenheid had hem te doden. Om Isoldes woede aan te scherpen, heeft Wagner van Morold Isoldes verloofde gemaakt in plaats van haar oom.
De zeereis en nog een Isolde
Koningin Isolde heeft Brangäne een liefdesdrank meegeven voor het geval de betrekkingen tussen haar dochter en de toch wat oudere Marke wat stroef verlopen. Als Tristan tijdens een tussenstop de treurige Isolde, die erg opziet tegen haar toekomst en nu al heimwee heeft, probeert op te monteren, drinken ze samen een glaasje. En dat is nou net de drank die voor later bestemd was. Plotsklaps verliefd laten de jongelui er geen gras over groeien en Isolde verliest nog op zee haar maagdelijkheid.
Om Marke te misleiden, neemt de maagdelijke Brangäne haar plaats in tijdens de huwelijksnacht en in het donker heeft Marke niets in de gaten. Daarna begint een periode vol verwikkelingen, waarin Tristan en Isolde zo veel mogelijk bij elkaar proberen te zijn en die tijd volop gebruiken voor snelle seks, zonder dat dit aan het hof bekend wordt.
Uiteraard begint hun gedrag op te vallen, maar Marke wil aanvankelijk van geen verdachtmakingen weten. Het ontaardt in een kat-en-muisspel, waarin Tristans tegenstanders hem proberen te ontmaskeren ten overstaan van Marke en Tristan en Isolde tegen beter weten in doorgaan met hun geheime ontmoetingen. Uiteindelijk kan ook Marke niet langer in de onschuld van het koppel blijven geloven. Als hij hen dan eindelijk ‘innig verbonden’ slapend aantreft, is de maat vol en wordt Tristan verbannen.
Tristan zweert Isolde eeuwige trouw en keert terug naar Bretagne, zijn geboorteland. Daar leert hij een derde Isolde met de bijnaam ‘Weißhand’ kennen. Hij huwt haar, niet zozeer uit liefde, maar veeleer vanwege haar naam, die hem het gemis van zijn geliefde Isolde in Cornwall een beetje verzacht. Hij kan Isolde niet loslaten en lijdt onder de gedachte dat zij hem misschien is vergeten. Hiermee worstelend begint hij Isolde zelfs te verwijten dat zij hem in de steek heeft gelaten. Zijn nieuwe Isolde beseft dat alles heel goed, maar probeert hem niettemin geheel voor zich te winnen: niet slechts een huwelijk, maar echte liefde.
Tristans ‘Liebestod’
Als Tristan weer eens gewond raakt, verzorgt Frau Weißhand hem, maar hij laat een bode naar Cornwall gaan om Isolde te vragen die taak over te nemen. Het schip waarmee de bode terugkeert, moet door middel van een witte vlag signaleren dat Isolde aan boord is. Een zwarte vlag geeft aan dat ze geweigerd heeft mee te komen om haar zo moeizaam herwonnen eer aan Markes hof niet prijs te geven.
De jaloerse Isolde Weißhand staat op de uitkijk, ziet een witte vlag en zegt tegen Tristan dat het schip een zwarte vlag voert. Dat is voor Tristan de laatste druppel en hij sterft: Tristans ‘Liebestod’. Die laatste episode vermeldt Von Straßburg niet, maar komt wel voor bij andere auteurs. Wagner heeft de scène met die vlaggen ook gebruikt als hij Kurwenal op de uitkijk laat staan en vraagt: “Die Flagge? Die Flagge?” Waarop Kurwenal antwoordt: “Der Freude Flagge am Wimpel lustig und hell!”
Lees ook deel twee van dit tweeluik: Tristan en Isolde door de ogen van Wagner.