Myrsini Margariti zingt halsbreker van Hasse
De Griekse sopraan Myrsini Margariti is een durfal. Haar gewaagde invalbeurten spreken boekdelen. Bij de Nederlandse Reisopera daagt ze zichzelf vanaf 26 januari uit met één van de technisch moeilijkste rollen voor sopraan: Laodice in Siroe, re di Persia.
De productie van Siroe, re di Persia is een samenwerking tussen de Reisopera en het Oldenburgisches Staatstheater, waar de opera van Johann Adolf Hasse in december te zien was. Myrsini Margariti maakte in de Nedersaksische speelreeks oorspronkelijk geen deel uit van de cast, maar omdat de gecaste Laodice ziek was, werd ze gevraagd om in te vallen.
“Ik had twee dagen om de regie in te studeren”, vertelt ze in de kantine van de Reisopera in Enschede. “De rol had ik al eens gezongen in Athene, maar dat was alweer drie jaar geleden… Ik heb de eerste twee voorstellingen in Oldenburg gezongen en gelukkig ging het goed!”
Myrsini Margariti staat te boek als redder in nood. Al heel wat keren heeft ze casting directors en intendanten een hartverzakking bespaard door in slechts enkele dagen tijd een partij te leren en uit te voeren.
De sopraan geeft een bizar voorbeeld uit Halle, waar ze een paar jaar lid was van het huisensemble. “Tijdens het Händel-festival werd een barokpastiche uitgevoerd. Mijn huisgenote, een mezzo, zong de hoofdrol, maar werd twee dagen voor de première heel erg ziek. Zij zei: ‘Alleen jij kunt het overnemen.’ Ik studeerde alles in twee dagen in. Acht aria’s en twee duetten die ik nooit eerder gezongen had, geschreven voor een mezzo, dus voor mij nogal laag.”
Wat bezielt een zangeres om zo’n tot mislukken gedoemde uitdaging aan te nemen? “Het geeft een kick”, zegt ze met een glimlach. “Maar je moet je grenzen wel kennen. Als je te ver gaat, wordt het erg riskant.”
Serpetta en Salzburg
Myrsini Margariti komt uit de Griekse stad Larissa. Als dochter van “één van de beste Byzantijnse kerkzangers” speelde zang altijd een grote rol in haar leven. “Mijn vaders klank was fantastisch; het zit altijd in mijn oren.”
Margariti studeerde viool en zang aan het nationale conservatorium in Athene en koppelde daar een studie musicologie aan vast. Later verhuisde ze naar Salzburg om zich verder in het zangvak te bekwamen. Daar maakte ze haar professionele operadebuut; niet geheel verrassend als invaller.
“Ik was nog student en was gevraagd als cover voor de rol van Serpetta in La finta giardiniera. Je verwacht dan niet dat je ook echt zal optreden, maar de zangeres die de rol had, kreeg een ongeluk en dus belden ze me: ‘Je moet morgen komen.’ Het voordeel van zijn invalbeurt is dat iedereen al blij is als je het oké doet. Er zijn geen verwachtingen.”
Haar optreden als Serpetta betekende veel voor Margariti. Ze mocht meer rollen zingen in Salzburg, kreeg een agent en werd ook buiten Oostenrijk bekender. Voor ze het wist, zat ze in het ensemble van de Oper Halle.
Inmiddels reist Margariti als ‘vrije’ zanger langs tal van theaters, vaak in Duitsland of Griekenland. Barok heeft daarbij haar speciale aandacht. “Ik ben altijd goed geweest in barokmuziek. Toen ik viool speelde in mijn schoolorkest, merkte ik bij componisten als Vivaldi en Telemann direct dat het me lag. Ik heb niet alleen een stem voor barokrepertoire, ik begrijp de muziek ook goed.”
Niettemin wil Margariti niet in een hokje gestopt worden. “Er is een tendens om stemmen te categoriseren. Daar houd ik niet van. Met een goede techniek kun je in principe alles zingen. Ik zing ook Mozart en hedendaagse muziek. Als de muziek goed is voor je stem en de stijl past je, waarom zou je het dan niet doen?”
Verwende prinses
Van Johann Adolf Hasse (1699-1783) wist Margariti drie jaar geleden, toen ze voor het eerst Laodice zong, erg weinig. Maar het duurde niet lang voordat ze overtuigd was van zijn vaardigheden. “Het is fantastische muziek. De tweede aria van Laodice is in mijn ogen één van de mooiste aria’s ooit gecomponeerd. Hasse graaft heel diep in de gevoelens van zijn personages.”
Siroe, re di Persia is geschreven door de bekende librettist Pietro Metastasio en vertelt het verhaal van de Perzische vorst Corsoe en zijn twee zoons, Siroe en Medarse. Siroe is de officiële troonopvolger, maar Medarse doet er alles aan om de troon voor zichzelf op te eisen. Dat leidt tot allerlei intriges en dramatische confrontaties.
Prinses Laodice is heimelijk verliefd op Siroe en probeert, net als de meeste andere karakters in de opera, op doortrapte wijze de zaken naar haar hand te zetten. Margariti omschrijft haar personage als een verwende en manipulerende vrouw. “Ze zou een beter mens geweest zijn als ze in een andere omgeving zou zijn opgegroeid. Ze is heel egoïstisch. Toch zit er ook iets goeds in haar. Ze doet Siroe iets verschrikkelijks aan, maar begrijpt later dat het verkeerd was en toont berouw. Ik vind haar een interessant karakter, met veel aspecten. Vocaal heeft ze veel kleuren.”
Drie jaar geleden in Athene vertolkte Margariti de prinses vooral als een meisje, in de regie van Jakob Peters-Messer in Enschede is ze volwassener. “Beide benaderingen zijn passend”, vindt ze. “In Jakobs regie past het beter dat ze een vrouw is.”
De sopraan wil nog niet veel kwijt over de aanpak van Peters-Messer, in 2013 goed voor de Opera van het Jaar Tristan und Isolde bij de Reisopera. “Zijn productie combineert de baroksetting met de realiteit. Er zijn barokke kostuums en decors, maar ook projecties van de harde realiteit.”
“Dit ís moeilijk”
Siroe, re di Persia geniet sinds een paar jaar meer aandacht door de inspanningen van onder meer barokorkest Armonia Atenea en maestro George Petrou. Zij voerden het werk in oktober 2015 concertant op bij de NTR ZaterdagMatinee in het Concertgebouw. De Reisopera tekent nu voor de allereerste scenische uitvoering in Nederland.
In Amsterdam zong het Russische coloraturenwonder Julia Lezhneva de rol van Laodice. Toen bleek al hoe duivels lastig de rol is. Dat beaamt Margariti voluit. “Sommige rollen klinken moeilijk, maar zijn het niet. Dit ís moeilijk. Ik heb drie grote aria’s, waarvan de eerste de moeilijkste is die ik ooit gezongen heb. Dat zit ‘m niet alleen in de snelheid, maar ook in de manier waarop het geconstrueerd is: vol grote sprongen, voortdurend op en neer.”
Margariti traint dagelijks haar zangspieren zodat ze de coloraturen altijd paraat heeft. “Het is als een sport: je moet voortdurend fit zijn. Je instrument moet er altijd klaar voor zijn en dat is een kwestie van je spieren fit houden.”
De traditionele A-B-A-vorm van haar aria’s laat Margariti de nodige vrijheid in haar interpretatie. Voor de herhalingen verzint ze haar eigen coloraturen. “Ik stel wat voor en als de dirigent het ermee eens is, doe ik het. Maar ik wil niet te veel van het origineel afwijken. Je moet het doen vanuit het gevoel in de muziek en de tekst, niet om je kunnen te etaleren.”
Het Nederlands operapubliek kan Myrsini Margariti’s kunnen vanaf 26 januari bewonderen. Ze toert tot en met 24 februari door het land met Hasses opera. Zie voor meer informatie de website van de Nederlandse Reisopera. Zie voor meer informatie over Margariti haar persoonlijke website.
Hieronder een voorproefje van haar Laodice: ze zingt ‘O placido il mare’, opgenomen bij de BBC Proms in 2014.