Crocetto en Jagde debuteren in Amsterdam
In de aanstaande uitvoering van Verdi’s requiem in de NTR ZaterdagMatinee maken twee jonge zwaargewichten uit Amerika hun Amsterdamse debuut: sopraan Leah Crocetto en tenor Brian Jagde. Een gesprek over Verdi en zijn meesterlijke dodenmis.
Brian Jagde is geboren en getogen net buiten New York City, Leah Crocetto komt uit Adrian, Michigan. De twee ontmoetten elkaar tien jaar geleden aan de andere kant van het land, als “baby’s”, zo verwoordt Jagde het, in het Adler Fellowship Program van de San Francisco Opera. “We groeiden samen op in het repertoire daar, inclusief onze eerste Aida vorig seizoen”, vertelt de tenor. “We kunnen het goed met elkaar vinden, op en achter het toneel.”
“Voor mij is het een droom om met Brian te zingen”, zegt Crocetto. “We voelen ons heel vrij met elkaar op het toneel en het is heel makkelijk om samen een scène vorm te geven. Bovendien hoor ik hem graag zingen. Hij is één van de spannendste en mooiste tenoren om naar te luisteren.”
Leah Crocetto en Brian Jagde zijn beiden zangers die zich al vroeg in hun carrière aan immense operarollen wagen. Crocetto won in 2010 de National Council Auditions van de Metropolitan Opera en zingt nu al partijen als Aida, Leonora in Il Trovatore, Elisabetta in Don Carlo en Tosca. Jagde won in 2012 de tweede prijs in Plácido Domingo’s Operalia-competitie en zingt nu rollen als Cavaradossi in Tosca, Calaf in Turandot, Radamès in Aida en Don José in Carmen.
Crocetto heeft al ettelijke Verdi-requiems op haar cv staan, voor Jagde is het zijn ‘roldebuut’. Begin deze week streken de twee zangers neer in Amsterdam voor de repetities met het Radio Filharmonisch Orkest en dirigent Edo de Waart. Voor beiden markeert de uitvoering hun Amsterdamse debuut.
Hebben jullie al eerder samengewerkt met Edo de Waart?
Brian Jagde: “Nee, maar ik kijk er al een tijd naar uit. Hij is een dirigent voor wie ik groot respect heb en die, volgens alle collega’s, een geweldige partner is. Ik hoop dat ik in de toekomst meer met hem kan samenwerken.”
Leah Crocetto: “Ik heb ook nog nooit met maestro De Waart samengewerkt, maar zijn legendarische carrière is me natuurlijk bekend. Ik hoop veel kennis aan hem te ontlokken en hoop dat we samen een geweldige uitvoering kunnen neerzetten.”
Verdi’s requiem wordt gezien als één van zijn absolute meesterwerken. Wat maakt het in jullie ogen zo geweldig?
Jagde: “Daar zijn zo veel redenen voor. Verdi componeerde altijd zo dat de taal, de tekst op de eerste plaats kwam. In dit heel erg belcantoachtige werk is de stijl Verdi op zijn puurst. Heel schoon en stoïcijns, en tegelijkertijd ook devoot. It’s epic!”
Crocetto: “Het requiem wordt vaak Verdi’s grootste opera genoemd. Ik houd van die uitspraak, omdat het werk werkelijk voor iedereen wat te bieden heeft. De sopraan is een volledig ontwikkeld karakter. Ze is een beetje ‘waanzinnig’. Aan het einde, tijdens het ‘Libera me’, bepleit ze nog eenmaal haar zaak. Ik houd van het drama. En meer nog van de pure schoonheid van de muziek. ‘Liber scriptus’ en ‘Hostias’ zijn twee van de meest engelachtige momenten in het hele stuk. En het ‘Tuba mirum’: dát is drama!”
Wat is het hoogtepunt in je partij en wat is de meest uitdagende passage?
Crocetto: “Deze partij zingen is een droom voor iedereen met mijn stemtype – en waarschijnlijk ook voor zangers met een ander stemtype… Het hele stuk is fantastisch. Het hoogtepunt is voor mij het ‘Recordare’-duet met de mezzosopraan. Ik ben er dol op. Het moeilijkste deel is waarschijnlijk de lang aangehouden frase voor ‘Sed signifer sanctus’. Een killer. Maar zo effectief!”
Hoe is dat voor de tenor?
Jagde: “Elke tenor wil het ‘Ingemisco’ zingen. We hebben het alle grote tenoren horen doen, op opnames of – als je geluk had – live. Het is een extreem krachtig moment in de context van het gehele stuk.”
“Uitdagingen zijn er te over. Het is een werk dat vraagt om een subtiele touch en tegelijkertijd een ferme hand. Voor de tenor zit de valkuil naar mijn idee midden in het Offertorio, in het Hostias-deel. Dat moet ongelofelijk teder klinken, zodat een sfeer gecreëerd wordt die iedereen in de zaal gezamenlijk kan voelen.”
Hoe gaan jullie te werk met de tekst? In een operarol heb je een karakter en een plot om mee te werken, hier heb je ‘enkel’ een rooms-katholieke, liturgische tekst…
Crocetto: “Elke solist heeft een karakter. Ik denk niet dat Verdi het op een andere manier had kunnen schrijven. De tenor heeft zonder meer het karakter van een romantische strijder, met al zijn elegante frases en het ‘Ingemisco’. De mezzo is op een bepaalde manier de wijze stem in het geheel. Zij brengt iedereen hoop in ‘Lux aeterna’. De bas is dreigend en brengt doem. Tegelijkertijd staan we allemaal aan dezelfde kant. De ensembles zijn de momenten waarop we samenkomen, waarop we onze gedachten met elkaar delen. Zelf vind ik als persoon en als sopraansoliste aansluiting bij de tekst door de muzikaliteit die Verdi erin gestopt heeft.”
Jagde: “Ik ben opgegroeid in een luthers-protestantse kerk en heb een enorme hoeveelheid religieuze koormuziek gezongen, inclusief andere prestigieuze requiems, zoals die van Mozart. De tekst is dus redelijk vertrouwd voor me, ook als niet-katholiek.”
“Er zijn inderdaad geen kostuums, maar er is zeker een rol om te spelen. De vier partijen representeren samen de behoefte van de mensheid aan de verering van een hogere macht, die allen vergeeft die hun nederigheid voor en geloof in die macht tonen. Verdi koos voor een devote benadering in zijn compositie, dat dwingt ons om hetzelfde te doen.”
Leah Crocetto, behalve dit requiem staat er nog veel meer Verdi op je agenda. Heb je een favoriete rol of partij op dit moment?
Crocetto: “Dat wordt me altijd gevraagd. Maar ik houd van die vraag, omdat het antwoord voortdurend verandert. Mijn favoriete rol is de rol waar ik op dat moment aan werk. Ik heb het geluk dat ik de mooiste muziek in het sopraanrepertoire kan zingen. Twee dagen na ons concert in Amsterdam begin ik te repeteren voor Verdi’s Don Carlo bij de Washington National Opera. Direct daarna zingen Brian en ik samen opnieuw in Aida, ons debuut bij de Seattle Opera. Dus op dit moment zijn dat mijn favorieten!”
Brian Jagde, ligt je debuut bij De Nationale Opera in het verschiet?
Jagde: “Ik kan nog niet precies vertellen wat mijn toekomstige projecten hier zijn, omdat het nog niet officieel aangekondigd is. Maar mijn eerste optreden zit eraan te komen, in een nieuwe productie. Het is een rol die ik eerder in dat seizoen voor de eerste keer zal zingen, concertante en voor een opname. We praten ondertussen ook over een paar andere nieuwe producties. Ik zie ernaar uit om meer tijd in Amsterdam door te brengen!”
Verdi’s requiem is op zaterdag 3 februari om 14.15 uur te horen in het Concertgebouw in Amsterdam. De uitvoering van de NTR ZaterdagMatinee is ook live op Radio 4 te beluisteren. Zie voor meer informatie de website van het Concertgebouw.