Offenbachs klassieker Les contes d’Hoffmann ontbrak nog aan het repertoire van De Nationale Opera (DNO). Op 3 juni komt daar verandering in als een nieuwe productie van Tobias Kratzer in Amsterdam in première gaat.

Les contes d’Hoffmann is een werk waar je veel kanten mee uit kunt. Componist Jacques Offenbach overleed voordat hij de opera kon voltooien. Zijn collega Ernest Guiraud maakte het werk af voor de première in 1881, maar bijna een eeuw later werden nieuwe delen van de partituur herontdekt. Inmiddels is de opera in allerlei volgordes en versies te brengen.

De Duitse regisseur Tobias Kratzer biedt in zijn enscenering een “spoorboekje” om door Les contes d’Hoffmann te reizen, aldus DNO. Hij zet de relatie tussen Hoffmann en zijn Muse centraal en vertelt de afzonderlijke verhaallijnen – over drie belangrijke vrouwen in het leven van Hoffmann – op autonome wijze, “als een bundel novellen”. Elke akte is bij hem een afgerond kort verhaal met een eigen sfeer.

Voor de uitdagende titelrol van de dichter Hoffmann treedt tenor John Osborn aan, een publiekslieveling in Amsterdam die eerder overtuigde in I puritani, Guillaume Tell en Benvenuto Cellini. Hij mag zijn liefde betuigen aan Nina Minasyan als de pop Olympia, Ermonela Jaho als de zieke Antonia en Christine Rice als de Venetiaanse courtisane Giulietta.

Irene Roberts is te zien als Muse/Nicklausse en de beroemde bas-bariton Erwin Schrott maakt zijn debuut bij DNO met de vier booswichten in het verhaal: Lindorf, Coppelius, Le docteur Miracle en Le capitaine Dapertutto. Nederlandse inbreng is er van Eva Kroon, Mark Omvlee, Frederik Bergman, Alexander de Jong en Peter Arink.

De productie wordt begeleid door het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder Carlo Rizzi. Volgende week is op deze website een uitgebreid interview met maestro Rizzi te lezen.

Les contes d’Hoffmann gaat op 3 juni in première en is tot en met 2 juli acht keer te zien. De voorstellingen maken deel uit van het Holland Festival. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.