Bariton Mattijs van de Woerd en pianist Jacobus den Herder beloven voor komende zondag een titanenstrijd: Schubert versus Schumann. Bij het gevecht, dat plaatsvindt in Splendor in Amsterdam, worden als wapens liederen gebruikt die beide componisten hebben nagelaten. De uitslag staat bij voorbaat vast: louter winnaars.

De twee allerbekendste liedcomponisten van de negentiende eeuw zijn Franz Schubert (Wenen, 1797) en Robert Schumann (Zwickau, 1810). Schubert liet een oeuvre van ruim zeshonderd liederen na, Schumann componeerde er half zo veel. Schubert bracht, zo stelt het duo in de aankondiging van het optreden, het liedgenre eigenhandig van pril begin tot volle wasdom; Schumann voegde er ongekende expressiemogelijkheden aan toe door de pianist van begeleider tot zelfstandig verteller te promoveren.

Mattijs van de Woerd en Jacobus den Herder kennen elkaar onder meer van het Leiermann Ensemble, dat met de bariton en de pianist, aangevuld met andere musici, een bewerking opnam van Schuberts Winterreise. Met de beelden van fotograaf Foppe Schut werd dat een theatervoorstelling. Deze keer brengen ze andere klassiekers van Schubert, waaronder het lied ‘Erlkönig’. “Het spectaculaire opus 1 was een muzikale revolutie (de ‘kleine vorm’ op z’n grootst) én was slechts het begin”, zo luidt de toelichting op het concert.

Daartegenover staat de muziek van Robert Schumann. “Hij was de betere pianist, vandaar dat vaak niet de zangstem, maar de piano het echte (of het andere) verhaal van een Schumann-lied vertelt. En in zijn meesterwerk Dichterliebe ging de Oost-Duitser op grandioze wijze aan de haal met het fenomeen liedcyclus: in een suite van zestien liederen vertelt Schumann een hoogstpersoonlijk én universeel verhaal van lief en leed”, aldus Mattijs van de Woerd en Jacobus den Herder.

Het recital vindt plaats in de grote zaal van Splendor in Amsterdam op zondag 17 juni om 15.00 uur. Informatie over kaartverkoop en programma vindt u op de website van Splendor.