Thijl neemt bezit van het theater
Dirigent Bas Pollard en regisseur Wim Trompert zetten dit weekend hun werk aan de opera Thijl voort op locatie. De eerste op de bok voor het Utrechtsch Studenten Concert, de tweede midden op de tribune in het tijdelijke Thijl-theater in Soest. Op weg naar de ideale voorstelling van Jan van Gilses opera, die op 30 juni in première zal gaan.
Nadat het theater voor Thijl vorige week vrijwel compleet werd opgeleverd, kon het artistieke werk op locatie beginnen. Het Utrechtsch Studenten Concert heeft al maanden gerepeteerd in het vaste honk Parnassos en de zangers en koorleden deden dat de afgelopen weken in een studio in Amsterdam. Zaterdag kwam het allemaal voor het eerst bij elkaar op het terrein van het Nationaal Militair Museum. De partituur van dirigent Bas Pollard lag in een sinaasappeldoos – tegen het onbedoeld omwaaien van de pagina’s – en cast en crew droegen dikke jassen tegen de kou.
De partituur, oorspronkelijk alleen een autograaf van componist Jan van Gilse, is door de orkestleden zelf gedigitaliseerd en vervolgens door het Utrechtsch Studenten Concert ingestudeerd. Zaterdagochtend was de grote vraag: hoe gaat het klinken op locatie, waar de omstandigheden geheel anders en onvoorspelbaar zijn? Kon iedereen de dirigent zien? Hoorden de musici elkaar en de zangers?
“Onze musici kunnen weinig vrijheid nemen in hun spel”
Dirigent Bas Pollard formuleerde in een pauze van de repetities de uitdaging voor het orkest. “Opera doen we maar eenmaal per vijf jaar en de meeste musici die vijf jaar geleden Rheingold op de Rijn speelden, zijn inmiddels vervangen. Zo gaat dat in een studentenorkest. Het begeleiden van de zangers vraagt daarom extra aandacht. Ze hebben de steun van het orkest nodig en op deze eerste dag tasten we af wat het orkest moet doen om die support te geven. Onze musici kunnen weinig vrijheid nemen in hun spel. Als ze niet heel precies spelen, raken de zangers eruit.”
De geluidsbalans tussen orkest en solisten vroeg veel aandacht op de eerste dag van de theaterrepetities. Pollard liep af en toe de tribune op om te testen hoe het van enige afstand klonk.
Er zijn verschillende manieren om het volume van het orkest aan te passen, vertelt de dirigent. “Je kunt natuurlijk zachter spelen, maar dan loop je het risico dat de klank niet meer goed is en niet meer mengt. Er zijn verschillende andere mogelijkheden om dat volume aan te passen, zoals dempers voor het koper. We willen hoe dan ook dat het perfect wordt. Vandaag nemen we de tijd. Voordat ik echt ingrijp en met mijn chirurgijnsmes aankom, moet iedereen kunnen landen in de ruimte en zijn plek kunnen vinden. Dat geldt ook voor de zangers natuurlijk.”
Al een jaar of wat werkt het orkest aan de muziek van Jan van Gilse. De dirigent typeert haar als “een wat modernere versie van Richard Strauss. Het is romantische muziek.” Pollard herkent de invloed van Strauss en ook Wagner onder meer in het gebruik van leitmotiven. “Maar hij heeft erg gezocht naar zijn eigen muzikale taal. Harmonisch gaat Van Gilse wat verder dan Strauss. Heel smaakvol, zorgvuldig en zeer functioneel. Het werk zal veel mensen aanspreken.”
Pollard benadrukt: “Het is geen avantgarde, Van Gilse wilde niet shockeren met zijn muziek. Hem werd ook wel door collega’s gebrek aan vernieuwing verweten.” Het is niet de muziek, maar het verhaal dat choqueert, meent de dirigent. “De schrijnende muziek illustreert de boodschap. Ik houd inmiddels van elke maat.”
“Vriendin Nele is eigenlijk een magische figuur”
Het verhaal vertellen, dat is de opdracht die regisseur Wim Trompert, na het succes van Rheingold op de Rijn, kreeg van het Utrechtsch Studenten Concert. De neerlandicus moest zijn beeld van de figuur Thijl bijstellen bij het lezen van het libretto. “In de middeleeuwse literatuur is Thijl een vrijbuiter. Zijn humor is hard, veel grappen die de middeleeuwse Thijl uithaalt zouden we in deze tijd helemaal niet leuk vinden. Na een verblijf van drie dagen vertrekken uit de herberg zonder te betalen, dat vinden we anno nu minder grappig.”
De drie hoofdkarakters in de opera zijn Thijl (Anthony Heidweiller), Nele (Aylin Sezer) en Lamme Goedzak (Pierre Mak). Trompert typeert hen als volgt: “Thijl is eigenlijk de man die alle mannen zouden willen zijn. Goodlooking, veel zelfvertrouwen, humor. En hij staat voor de mensen om hem heen. Hij kan relativeren, maar als het erop aankomt, gaat hij de problemen niet uit de weg. Zijn vriendin Nele is eigenlijk een magische figuur. Ze ontwikkelt zich van een naïef meisje tot een soort godin aan het einde. Aan het eind overstemt ze Thijl in persoonlijkheid, want zij is het die met een gebaar alles stillegt en zo Thijl spaart van de galg.”
“Lamme Goedzak is eigenlijk al veel vroeger in het verhaal – anders dan in de roman – de man van het verzet. Hij is de motor in de strijd tegen de Spanjaarden. Lamme maakt de vijand, Filips II, belachelijk, om zo medestrijders te werven. Hij is het die in feite de strijd van Thijl mogelijk maakt.”
“Laat je niet door je onderbuik leiden”
Thijl groeit in het verhaal van Van Gilse uit van vrijbuiter tot een man met een missie, ontdekte Trompert bij het studeren op de partituur. “Hij realiseert zich dat hij het verzet moet leiden. Als Thijls vader wordt geëxecuteerd, kan hij niet anders dan ertegenaan gaan. Thijl gaat de geuzen dan voor naar Gorinchem.”
De regisseur herkende meer nuances in het werk van de componist. “Er zit een grote triomfscène in de opera. De muziek is daar zo opgezwollen dat ze in onze oren wel erg nationalistisch klinkt. Er staat bij de muziek van Thijl vaak: ‘overmoedig’. Het verzet om Vlaanderen te bevrijden wordt een onderbuikgevoelmeute, gevaarlijk en schadelijk.”
Dat is de kracht van het werk van Jan van Gilse, vindt Trompert: “Zijn boodschap is: je moet op durven opkomen voor wat je waardevol vindt, maar houd je hoofd erbij, laat je niet door je onderbuik leiden.”
Daar zit ook een link met het eigen leven van de componist. Van Gilse verzette zich tegen de Duitse overheersing in de Tweede Wereldoorlog en weigerde lid te worden van de Kultuurkamer. “Hij is opgejaagd, zijn werk werd vernietigd en zijn twee zonen zijn omgekomen door hun werk in het verzet.”
Hoewel de opera het verhaal van Thijl vertelt, zijn er volgens de regisseur zeker parallellen met de eigen ervaringen van de componist. “Thijl zet zich in als de dingen die hij belangrijk vindt bedreigd worden. Aan het einde van het verhaal staat hij eigenlijk met lege handen. De vraag waar veel mensen in onze tijd mee bezig zijn is: hebben wij nu de moed en de kracht om op te staan als de dingen die we waardevol vinden bedreigd worden? In de opera zitten die vragen, die toen voor Jan van Gilse van belang waren.”
“Thijl is een heel toegankelijke opera”
Wim Trompert is al een paar jaar met deze productie bezig. Achter zijn bureau, in de studio met de zangers en nu in het decor. “Toen ik hier van de week voor het eerst was, vond ik het nog mooier dan ik had gehoopt. Het decor van Eric Goossens werkt heel goed. Hier wordt het beeld dat in mijn hoofd zat verder ingevuld.”
Het is nog een kleine week tot de première, als de eerste ruim zevenhonderd bezoekers op de tribunes gaan plaatsnemen. Wat ze gaan zien? “Thijl is een heel toegankelijke opera. De muziek is afwisselend, van oude geuzenliederen tot prachtige romantische muziek. De voorstelling kent veel verschillende kleuren, van intieme liefdesscènes tot grote kroeggevechten. Ik denk dat het voor veel mensen aantrekkelijk is.”
Thijl gaat op 30 juni in première. Meer informatie vindt u op de website van Thijl 2018.