Jacques de Faber zingt razende Orlando
Het was voor tenor Jacques de Faber een druk seizoen, met twee intensieve tournees. Vanaf september is zijn agenda ook weer goedgevuld, tot ver in 2019. En wat doet de zanger in de schaarse zomerweken? Hij zingt. Vanaf 14 augustus is hij Orlando de Razende bij Opera Nijetrijne.
Met de titelrol in een bewerking van Haydns Orlando paladino maakt Jacques de Faber zijn debuut bij het jaarlijkse operaevenement in Nijetrijne. Het natuurgebied De Rottige Meente, op de grens van Friesland en Overijssel, is sinds 2001 iedere zomer het natuurlijke decor van een opera. Een succesverhaal, want ook dit jaar zijn vrijwel alle voorstellingen al ruim voor de première uitverkocht.
De Faber, voor het eerst betrokken bij de openluchtopera, snapt het enthousiasme van het publiek heel goed. “Het is een inmiddels bekend evenement met een trouw publiek”, vertelt de zanger. “Een bezoek aan Nijetrijne is een hele gebeurtenis.”
“De locatie ligt in een natuurgebied, een paar kilometer buiten Wolvega. Het publiek wandelt eerst door het natuurgebied en bij aankomst op de speellocatie staan er al drank en hapjes klaar. Na de eerste akte is er een borrel en na afloop wordt er aan lange tafels gedineerd. Het gaat altijd door, bij regen kunnen voorstelling en diner naar een tent worden verplaatst. Ik hoorde dat door de jaren heen maar 10 procent van de aktes binnen moest worden gespeeld. En als het vanwege het weer zo uitkomt, worden diner en voorstelling omgewisseld. Zo flexibel zijn ze hier wel.”
Als we hem bellen, nog vroeg in de ochtend, klinkt De Faber monter en energiek. Hij heeft de zeilboot van zijn ouders, die als verblijfplaats dient tijdens de weken in Friesland, half juli vanuit Zierikzee naar een mooie plek onder een molen gevaren. “Ik zag vanaf het dek hoe het decor hier de laatste weken steeds verder vorm kreeg. We repeteren al enige tijd op de locatie, onder vaak tropische omstandigheden. Gisteren was het echt té warm. We besloten om iets eerder te stoppen en voor het moment blij te zijn met wat we al bereikt hadden. Als je dan met de cast en het creatieve team bij elkaar zit, gaat het toch weer over de voorstelling en over ieders rol daarin.”
“De sfeer in het team met vijf zangers en zes musici is uitstekend. Met regisseur Nynke van den Bergh heb ik al eerder samengewerkt in Le nozze di Figaro bij Opera Zuid. Ze heeft een heel duidelijk pad, maar laat je wel vrij. Ik wilde mijn Orlando ook wat gevoel meegeven en dat werkt mooi, zeker tegen het einde van de voorstelling.”
Vocale collega’s in de Nijetrijne-productie zijn onder anderen Erik Slik en Wendy Roobol. Ook achter de schermen is er kwaliteit. Zo komt voor de kap en grime Arjen van der Grijn – onder meer bekend van zijn werk voor Van Kooten en De Bie – naar Friesland. “Hij kwam met dertig kisten pruiken. Ik zette er een paar op en toen was daar ineens de pruik waarvan iedereen vond: dat is hem!”
“Ik kan er wel uitzien als een moordlustige ridder”
Haydns Orlando paladino is gebaseerd op het werk van de Italiaanse dichter Ariosto uit 1516. In de versie van Haydn werd het een ‘dramma eroicomico’, met zowel heroïsche als komische elementen. Jacques zingt de rol van de held, Orlando. Hij auditeerde eigenlijk voor de andere tenorrol, die van Medoro, maar regisseur Nynke van den Bergh zag hem toch meer in de titelrol. “De partij van Orlando is een lage tenor. Ik ben ooit van hoge bariton naar lage tenor gegaan. Na mijn opleiding in Nederland studeerde ik in Italië en daar hebben ze een ‘tenoro scuro’, een donkere tenor, van me gemaakt.”
“Deze rol past perfect bij mijn stem. Ik haal een hoogte waar baritons doorgaans niet komen en er zit ook laagte in. Ik ben zelf vrij fysiek; voor ik aan mijn zangopleiding begon, heb ik de Academie voor Lichamelijke Opvoeding gedaan. Daardoor kan ik er ook wel uitzien als een moordlustige ridder. Dat hielp bij de auditie.”
Het libretto, een Nederlandse bewerking van de operatekst door Alice Zwolschen, voorziet in veel fysieke actie van de titelheld. Ergens in het script staat de aanwijzing: “Orlando raast op de achtergrond voorbij.” Jacques legt uit wat er dan gebeurt: “Ik heb een voertuig, een soort ijzeren ros, dat als mijn paard dient. Ik ga over enkele steigers, maar door de droogte kan ik er ook mee door het moeras. Het ziet er voor het publiek heel gaaf uit, maar het vraagt veel kracht om vooruit te komen.”
Fysiek spelen gecombineerd met zingen heeft lastige kanten, realiseert de zanger zich. “Je krijgt de neiging alles in je strot te zingen. Terwijl ik ‘razend’ moet spelen, moet ik zien mijn hartslag laag te houden en goed te ademen.”
“In Orlando de Razende, zoals de opera bij ons heet, ben ik de razende Roeland”, vertelt De Faber. “Ik ben stapelverliefd op Angelica en ik probeer haar te overtuigen dat ze beter af is met mij. Ik moet razen, maar zoek in mijn rol net wat meer diepte en emotie. Ik ben niet alléén boos en moorddadig, ik heb vooral liefdesverdriet om Angelica en dreig mijn concurrent Medoro: ‘Ik doorklief je, ik hak je in vieren.’ In het begin mag het publiek me een beetje haten, maar aan het eind hoop ik dat ze zien dat mijn woede uit echte liefde voortkomt.”
“Ik kan me helemaal niet concentreren, want ik ben ontzettend verliefd”
Na de eerste zeven jaar van zijn leven in Houston te hebben gewoond, kwam Jacques de Faber naar Nederland. Hij zong altijd thuis, staand op een stoel, en het leek zijn moeder een goed idee om hem aan te melden bij het Rotterdams Jongenskoor. “Ik dacht: ja, dag! Ik ga niet in een matrozenpakje met mijn handjes op mijn rug in een kerk staan zingen. Maar de pooltafel en het tafelvoetbalspel in de pauze spraken me wel erg aan…”
“Ik kreeg al snel een solo. Tijdens een tournee traden we op in de Thomaskirche in Leizpig, waar ik ‘Ich komme schon durch manche Land’ van Beethoven mocht zingen. Ik was pas een jaar of acht.”
Door zijn medewerking als jeugdige koorzanger aan Opera in Ahoy ontstond de liefde voor opera. Jacques volgde een schoolvriendje naar Hofplein in Rotterdam, dat jeugdtheater voor en door kinderen maakt. Ook daar kwam de opera op zijn pad. “Na Turandot voor Opera in Ahoy werd ik bij het Hofpleintheater gevraagd in een Nederlandse versie van die opera.” De Faber gelooft heel sterk in de zin van opera voor kinderen, die nog openstaan voor alle soorten muziek en theater. “Zeker als het naar het Nederlands vertaald wordt, of als je het heel goed uitlegt, vinden ze het hartstikke leuk.”
Hoe goed Jacques de Faber de juiste toon weet te treffen bij kinderen bleek twee jaar geleden, toen hij tijdens het festival Musica Sacra in Maastricht een optreden voor kinderen verzorgde op het Vrijthof. Vooraf bezocht hij scholen met een verhaal. “Ik ben operazanger”, vertelde ik, “en ik kom wat vertellen, maar ik kan me helemaal niet concentreren, want ik ben ontzettend verliefd. Dat de aria die ik zong daarover ging, was voor de kinderen heel duidelijk.” Na die eerste kennismaking nodigde de zanger de kinderen uit om op zondagochtend naar het Vrijthof te komen. “Zo breng je opera naar de kinderen, die nog geen vooroordelen hebben.“
Het afgelopen seizoen was hij met de Nederlandse Reisopera op tournee met La traviata en later zong hij in Un ballo in maschera bij Opera Zuid, met tussendoor nog een rol in Verdi’s Macbeth. De Faber heeft “het mooiste beroep dat je kunt wensen” en gaat met plezier na Nijetrijne door naar Amsterdam, weer per boot. Daar beginnen de repetities van de nieuwe productie van BarokOpera Amsterdam over Peter de Grote. “In september gaan we repeteren en die voorstellingen lopen door tot maart 2019. Het wordt een montage over het leven van Peter de Grote met drie opéra-comiques als uitgangspunt, waaronder Pierre le Grand van Grétry. Daarna, dan is het half mei, start de tournee van Offenbachs Fantasio bij Opera Zuid, waarin ik de rol van Max zing.”
Doet Jacques de Faber ook aan vakantie? “In september ben ik twee weken vrij, maar ik denk: dit is werk, maar het is óók vakantie. Mijn werk hier is heerlijk. Ik lig met mijn schip onder een molen in het Friese water en het weer is mediterraans. Gisteren zat er een ijsvogeltje op de meerpaal.”
Orlando de Razende van Opera Nijetrijne wordt vanaf dinsdag 14 augustus tienmaal gespeeld. De voorstellingen zijn vrijwel uitverkocht, maar soms komen er onvoorzien nog enkele kaarten vrij. Zie voor meer informatie de website van Opera Nijetrijne. Alles over het werk van Jacques de Faber vindt u op zijn persoonlijke website.