AchtergrondBinnenkortFeatured

De Grens: een nieuwe kameropera

De Grens is een nieuwe kameropera, gebaseerd op het waargebeurde verhaal van de vlucht van keizer Wilhelm II naar Nederland. Op dinsdag 25 september gaat het stuk in première in Kerkrade. François van den Anker sprak componist Jan-Peter de Graaff en de twee zangeressen, Eva Kroon en Ginette Puylaert.

Ginette Puylaert en Eva Kroon in De Grens. (© Caroline Keman)

De barometer staat op ‘enthousiast’ in het repetitielokaal waar de twee zangeressen en het ensemble van De Grens repeteren. Er zijn scholieren op bezoek, die na een uitnodiging om het podium op te stappen wat aarzelend dichterbij komen. Vlak bij een heuse operazangeres staan, of naast een bassist, dat maakt indruk. Als de jongeren, plechtig belovend dat ze naar de voorstelling zullen komen, weer weg zijn, heeft componist Jan-Peter de Graaff tijd voor wat vragen.

“Het is veel”, bekent De Graaff als we naar het werk in de laatste week voor de première van De Grens vragen. Hij is niet alleen de componist van het stuk, maar ook artistiek leider. “Onze stichting Leonore produceert de opera en werkt daarin samen met Opera Zuid en VIA ZUID Talentontwikkeling. Dat vraagt afstemming. Het is een hele verantwoordelijkheid. Ik wil als componist graag dicht betrokken zijn. Dat zal wel eigen zijn aan componisten.” Hij is ook opgeleid als dirigent en dat is handig. “Ik kan daardoor helpen bij het repetitieproces. Het is kamermuziek, het ensemble But What About werkt zonder dirigent.”

Je hebt aan het conservatorium in Den Haag gestudeerd en daarna aan het Royal College of Music (RCM) in Londen. Leerde je daar hoe je een opera schrijft?
“Eigenlijk niet, maar je leert er componeren. Ik kreeg wel les van docenten die al een paar opera’s op hun cv hadden. Het was heel conflicterend: de ene docent wilde dat opera zo onaards en esoterisch mogelijk klonk, de andere variant wilde dat je met je poten in de klei stond, want het is uiteindelijk theater. Als ik naar één van die kanten neig, is het de laatste, de theatrale kant.”

“Ik had ooit de ambitie om filmregisseur te worden en dat komt weer boven als ik aan een opera werk. Je werkt eerst intensief met de schrijver aan de opzet van het libretto, waarna die aan de slag kan en een tekst schrijft waar ik mee kan werken. Ik begin met het noteren van alle karakters en hun stemmingen. Ik schrijf alle associaties op die ik heb bij de karakters. Daarna vat ik de tekst in de muziek. Als ik ga componeren, pak ik de tekst, lees hem eerst voor en ga dan zingen. Als je voor zangers schrijft, moet je wel je eigen stuk kunnen zingen.”


Verhaal
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog belandt de gevluchte Duitse keizer Wilhelm II op het station van Eijsden. Hij vraagt asiel aan in het neutrale Nederland. De Nederlandse regering moet zich hierover beraden en in afwachting van een beslissing verkeert de keizer een etmaal lang in onzekerheid over zijn status. Op het perron van Eijsden treft hij de plichtsgetrouwe en punctuele stationschef, een man die in afkomst en karakter zijn totale tegenpool is. De twee heren raken in een verhitte discussie, maar er is één punt dat ze gemeen hebben: totale machteloosheid over de situatie waarin ze zich bevinden.


Je keuze voor de stemmen van de twee karakters is niet erg voor de hand liggend: je koos een mezzosopraan voor de rol van de keizer en een sopraan voor de stationschef.
“Ik heb die keuze al gemaakt in de allereerste conceptfase, toen we voor het eerst spraken over de twee karakters en hoe ze zich tot elkaar verhouden. Ik had bij de keizer de klank van een mezzosopraan in mijn hoofd, dat heeft te maken met kleur en intensiteit. Net als in de tijd van Mozart heb ik zangers gekozen zonder op het geslacht te letten. Een bariton in de rol van de keizer zou heel koninklijk klinken. Maar die keizer, die in 1918 op het station in Eijsden aankomt, is helemaal niet zo koninklijk meer. Hij is gereduceerd tot een gewone migrant. Wilhelm II verwacht zo te kunnen doorlopen, maar komt er in de confrontatie met de stationschef snel achter dat hij helemaal geen privileges meer heeft. Om de hoogmoed en de gebrokenheid te verklanken, koos ik de mezzosopraan.”

Naast de keizer is er de stationschef, gezongen door een sopraan. Wilde je met die stemkeuzes een statement maken?
“Totaal niet! Het is operatraditie. Ik wil de keizer laten zien, geen man of vrouw. Na vijf minuten ben je vergeten dat het een vrouw is. De stationschef is een sopraan, want die gaat enigszins hysterisch doen over dat er al een miljoen vluchtelingen zijn en er een voedseltekort is. Ik vond ook dat de keizer een lagere stem moest hebben dan de stationschef.”

“Je moet als componist niet te veel in je hoofd hebben hoe de regie moet worden”

Het ensemble, met onder meer een accordeon, basklarinet en contrabas, is niet bepaald conventioneel.
“Onconventioneel, maar het is de ideale combinatie om een klank te krijgen die past bij 1918. Denk aan Alban Berg, aan Kurt Weill, aan Igor Stravinsky. Met deze bezetting kan ik hinten naar de muziek van die componisten, zodat de luisteraar opgenomen wordt in de wereld van toen. Ik verkeer in deze fase van het repetitieproces als componist in de luxepositie dat ik op microniveau kan werken met de muziek. De musici snappen de muziek en hebben hem geïnternaliseerd. Nu kunnen we verder, zodat het levend wordt, iets organisch.”

Je werkt samen met regisseur Saskia Bonarius, hoe verloopt dat?
“Ik heb van mijn eerste opera, All Rise, geleerd dat je als componist niet te veel in je hoofd moet hebben hoe de regie moet worden. De regisseur had toen een compleet ander idee, en dat was lastig. Ik heb me deze keer vooral beziggehouden met de muziek en alles wat achter de tekst zit. De voorgrond heb ik vrijgelaten voor Saskia. Ze is geweldig! Ik houd van controle, maar deze samenwerking is uitstekend.”

Enthousiasme en energie

De vocale rollen in De Grens worden gezongen door Eva Kroon en Ginette Puylaert. Beiden zijn afgestudeerd aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Mezzosopraan Eva Kroon deed haar master aan de Dutch National Opera Academy en zong verschillende rollen bij De Nationale Opera en Opera Spanga. Sopraan Ginette Puylaert werkte mee aan de opera Koeien tijdens het Holland Festival, was recent te horen in The New Prince op het Opera Forward Festival en in The Turn of the Screw onder leiding van Erik Desimpelaere.

Eva Kroon: “Er zit veel drama in de manier waarop Jan-Peter het karakter in muziek heeft gevat.” (© Kristie Gloudemans)

Eva, jij was al vroeg betrokken bij het project, dat oorspronkelijk veel kleiner zou zijn.
“Ja, het begon als een kameropera van vijftien minuten, dat was het plan. Saskia en Jan-Peter stonden aan de wieg van De Grens. Toen Jan-Peter me belde en zei: ‘Een kwartier, dat red ik niet!’ bedacht ik dat je tegen Mozart ook niet zegt dat hij maar een regeltje minder moet doen. Dus ik zei: schrijf!”

“We waren zo enthousiast dat we met zijn allen hebben besloten er een kameropera voor kleine zalen van te maken. Het enthousiasme en de energie waren er bij iedereen. Toen Jan-Peter vertelde dat hij aan een mezzosopraan dacht voor één van de rollen, was ik meteen geïnteresseerd.”

Hoe heb je je stem verbonden aan het karakter van de keizer?
“Er zit veel drama in de manier waarop Jan-Peter het karakter in muziek heeft gevat. We hebben sessies gehouden zodat ik kon laten horen wat mijn stem kan. Ik heb me ingelezen en me verdiept in de operataal van Jan-Peter, hoe hij karakter geeft aan de keizer en dat vertaalt in mijn klankkleur. Ik ben gaan zoeken, proeven en voelen; aan de noten en de woorden.”

Een echte arbeider

Ginette, jij werd als sopraan gevraagd voor de rol van een man, de stationschef. Dat zal je niet vaak gebeuren.
“Nee, maar ik ben blij dat ik dit een keer kan doen. Diep vanbinnen zit een actrice in mij en daarvoor biedt dit stuk alle ruimte. Die stationschef is een ontzettend leuk mannetje. Ik zing in het Nederlands en er is veel dialoog. Het voelt echt als theater. Ik heb met regisseur Saskia gevonden hoe ik in de rol mezelf kan blijven. Ik laat het werk doen door te zitten en te kijken als de stationschef en door het kostuum, waardoor je transformeert.”

Eva: “Het gaat erom dat je het er niet oplegt, maar ‘schoon’ blijft. Dan ontstaat er van binnenuit een tic, een manier van zitten en opstaan. Het zijn in zekere zin al ‘typetjes’, de mannen zijn twee uitersten, zo is het ook geschreven. Als je dat dan als een typetje gaat acteren, wordt het onecht.”

“We spelen de voorstelling tweemaal op de plek waar hij echt heeft rondgelopen”

Van de keizer zijn foto’s en er is documentatie, maar Ginette, over jouw stationschef is weinig bekend.
“We weten dat hij Pinckaerts heet, dat zit dicht bij Puylaert, haha! Hoe voelt zo’n man zich aan het einde van de oorlog? Dat hebben we ons afgevraagd. Jaren geen lekker eten en geen mooie, glimmende kleren, zoals de keizer die draagt. Hij heeft geen luxe gekend, volgens het libretto is hij vader van dertien kinderen, een echte arbeider. Hij zegt heftige dingen over vluchtelingen. Ik heb geen naam in het libretto, aan het eind van de opera noemt de keizer mij Herr Bahnhofvorsteher. “

Na de première op 25 september spelen jullie ook op de plaatsen die een rol spelen in het verhaal, Eijsden en Amerongen.
“In de regio Limburg wordt er aandacht besteed aan het feit dat de Eerste Wereldoorlog honderd jaar geleden eindigde. In Eijsden spelen we op de dag van de officiële herdenking, 10 november, en dan reizen we de keizer na, die op 11 november 1918 in Amerongen aankwam. Daar spelen we de voorstelling tweemaal op de plek waar hij echt heeft rondgelopen.”

Waarom moet het publiek de voorstelling gaan zien?
Ginette: “Het is serieus als het over vluchtelingen gaat en soms is het juist geestig. De botsing van die twee karakters, die normaal gesproken nooit met elkaar in contact zouden komen, is heel menselijk.”

Eva: “Het is herkenbare muziek. Jan-Peter schreef mooie lijnen, die prettig zijn om naar te luisteren. Ik steek mijn hand ervoor in het vuur dat veel mensen de muziek mooi zullen vinden.”

De Grens gaat na de première op 25 september in Kerkrade nog naar Maastricht, naar November Music in Den Bosch en naar Eijsden en Amerongen. Zie voor meer informatie de website van Opera Zuid.

Vorig artikel

Concertgebouworkest speelt Jeanne d'Arc

Volgend artikel

Opera in de media: week 39 van 2018

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.