AchtergrondBinnenkortInterviews

Braun: “Liedbegeleiding is een vak apart”

Bij liedrecitals staat de zanger centraal. De pianist die er half gedraaid achter zit, wil nog weleens in de schaduw verdwijnen. Onterecht, vindt Roger Braun, één van de beste Nederlandse liedbegeleiders. “Liedpianist is niet iets wat je wordt als het als solopianist niet lukt. Het is een vak apart.”

Roger Braun: “De combinatie van Duitse dichtkunst en muziek is voor mij heel speciaal.” (© Dré de Man)

De Limburger Roger Braun, getraind en gevormd in Maastricht en Amsterdam, is al meer dan twee decennia verliefd op het liedrepertoire. Het begon eigenlijk toevallig, toen hem op het Amsterdamse conservatorium eens gevraagd werd om een zanger te begeleiden. “We deden een lied uit Die schöne Müllerin van Schubert”, vertelt hij. “Ik dacht direct: dit moet ik vaker doen. Daarna ging het snel. Ik werd begeleider van de zangklas en voordat ik het wist, was ik totaal verliefd op het repertoire.”

Wat sprak hem zo aan? “Liederen komen heel direct bij je binnen, directer dan bij instrumentale muziek”, zegt hij. “Een geniale componist weet een gedicht niet alleen te interpreteren, maar zelfs te versterken. Daarbij had ik vanaf het begin het gevoel dat ik als pianist meer kwijt kon in het lied. Ik kon meer expressie tonen. En wat ook hielp, was dat Duits altijd al mijn favoriete taal was. De combinatie van Duitse dichtkunst en muziek is voor mij heel speciaal.”

Elke noot belangrijk

Braun realiseerde zich al snel dat het ‘gewone’ piano-onderwijs aan het conservatorium hem niet zou klaarstomen voor een carrière als liedbegeleider. “Het is echt een vak”, zegt hij, en dus zocht hij vakmensen om bij te leren. “Ik had het geluk dat Rudolf Jansen, toen dé liedbegeleider in Nederland, net in een overgang zat. Hij was nog heel druk met concerten, maar wilde meer gaan lesgeven. Dat viel precies samen met mijn groeiende interesse, en die van een paar anderen.”

Van Rudolf Jansen leerde Braun vooral precisie. “Bij hem was het heel belangrijk dat de partituur precies uitgevoerd werd: de rust precies lang genoeg, de punt op een noot precies goed. Het lied is namelijk een heel geconcentreerde muziekvorm, zoals een gedicht ten opzichte van een roman. Je krijgt het gevoel dat elke noot heel belangrijk is. De kunst is om die noten heel precies op het gedicht te zetten. Daar was Rudolf Jansen een kei in.”

“Als een zanger zich niet goed voelt, moet jij hem over de berg trekken”

Braun leerde ook dat je iedere zanger verschillend moet begeleiden, en dat een zanger niet één keer hetzelfde zingt. “De stem is een gevoeliger instrument dan bijvoorbeeld een piano of een viool. De stem zit ín de mens, het is geen machine. Dat brengt onzekerheden met zich mee. Elke dag kan een zanger anders klinken. Als je daar als pianist geen rekening mee houdt, ben je niet geschikt voor dit vak. Je moet alles in de gaten houden. Als een zanger zich een keer niet goed voelt en nogal zwaar door zijn partij gaat, moet jij hem met een bepaald tempo over de berg trekken. Zoals een wielrenner die in de Tour de France zijn kopman op weg helpt.”

Gerald Moore

Voelt Roger Braun zich vaak in de schaduw staan? “Ja en nee”, antwoordt hij. “Voor het algemene oog en oor staat de pianist natuurlijk in de schaduw. Dat zie je ook letterlijk: de zanger kijkt de zaal in, de pianist zit gedraaid. Bovendien vertelt de zanger het verhaal, en daar gaat het om. Maar als het gaat om de inhoud, om wat je te vertellen hebt, staat de pianist helemaal niet in de schaduw. Dan is het veel meer een fiftyfifty-verhaal. ‘Begeleiden’ is een rotwoord. De liedkunst heeft zich enorm ontwikkeld, de rol van de pianist heeft inmiddels niets meer met begeleiden te maken.”

“Schubert is één van de weinige componisten met wiens werk je een heel recital kunt vullen”

De beroemde Britse liedpianist Gerald Moore sprak veel over dit thema, vertelt Braun. Hij vertelde hoe mensen na afloop van een recital altijd de zanger kwamen feliciteren en de pianist negeerden. Maar hij zei ook: als de zanger goed zingt, heb je je werk als pianist goed gedaan. “Dat vind ik ook”, zegt Braun. “Dat je dan niet de nummer één bent, doet eigenlijk niet ter zake.”

Schubertiades

Op 6 en 9 november deelt Braun het podium in respectievelijk het Concertgebouw en de Edesche Concertzaal met één van de meest prominente liedzangers van de afgelopen decennia, Robert Holl. Samen brengen ze een programma rond Franz Schubert.

“Franz Schubert is in vergelijking met bijvoorbeeld Hugo Wolf technisch makkelijker, maar de manier waarop hij klanken produceert, is uniek”, vertelt Braun. “Schubert begreep elke dichter zo goed dat het zijn stijl veranderde. Per dichter componeerde hij anders. Dat vind ik waanzinnig interessant. Schubert is één van de weinige componisten met wiens werk je een heel recital kunt vullen, zonder dat je op een gegeven moment denkt: het wordt tijd voor een andere componist.”

Roger Braun en Robert Holl vormen sinds 2011 een duo.

Het programma in Amsterdam en Ede draait om liederen die Schubert schreef voor zijn dichtervrienden, waarvan hij er vele had. Ze troffen elkaar vaak tijdens de beroemd geworden ‘Schubertiades’, bijeenkomsten in salons waarin kunst en muziek gedeeld werd. “Die Schubertiades waren niet ongevaarlijk. Verschillende dichters uit Schuberts vriendenkring gingen tegen het regime in. Er waren dan ook regelmatig razzia’s”, vertelt Braun. “Van Schubert is bekend dat hij eenmaal verhoord is bij zo’n razzia. Maar hij werd niet gearresteerd, hij was immers maar een componist…”

Braun en Holl hebben aan de hand van typische romantische natuursymbolen als het water en de hemellichamen een selectie gemaakt uit het grote aantal liederen dat Schubert voor zijn vrienden schreef. “Door het aanschouwen van de natuur vonden de kunstenaars troost en kregen ze het gevoel dat ze de wereld aankonden.”

Klik met Holl

Roger Braun vormt sinds 2011 een duo met Robert Holl. Het begon met een concert in Den Bosch. “We hadden maar één repetitie. Voor hem was het een soort test: wat doet die Roger Braun? Gelukkig klikte het meteen. Het was alsof we het al vaker hadden gedaan. Dat is ontzettend belangrijk: dat je elkaar zonder woorden aanvoelt.”

Wat maakt Robert Holl in de ogen van Braun zo’n goede liedzanger? “Hij zit tijdens een concert helemaal ín het lied: hoe kan ik de tekst en de inhoud zo getrouw en eerlijk mogelijk voor het voetlicht brengen? Bij hem geen gekunstelde trucjes of mooimakerij, hij is altijd met de tekst bezig. Dat geldt algemeen voor het lied: je begint altijd met de tekst, daarna volgen pas de klanken. Zo benader ik het zelf ook. Een mooi stukje muziek maken: dat is bij het lied niet voldoende.”

Zie voor meer informatie over de recitals de websites van het Concertgebouw en de Edesche Concertzaal.

Vorig artikel

Warlikowski regisseert Janáček bij de Munt

Volgend artikel

Gardiner leidt Verdi's requiem in A'dam

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.