AchtergrondBinnenkortFeatured

Apollo speelt passie van tovenaar Telemann

Het Apollo Ensemble zette zich vorig jaar aan een groots project: de uitvoering van drie passies op tekst van Brockes. Händel stond al op de lessenaars, vanaf 21 maart is het de beurt aan Telemann. “Het is een gewaagde onderneming”, vertelt Thomas Oltheten, zakelijk leider en fagottist van het ensemble.

Thomas Oltheten: “De voorbereiding loopt al jaren.” (© Anne Meyer)

Barthold Heinrich Brockes (1680-1747) was een dichter uit Hamburg, die in 1712 een libretto schreef over het lijden en sterven van Christus. Händel en Telemann zetten de hele tekst op muziek en Bach werd erdoor geïnspireerd toen hij zijn Johannes-Passion componeerde. Na Händel in 2017 buigt het Apollo Ensemble zich dit jaar over Telemann. Volgend jaar volgt Bach.

Telemanns partituur houdt de Apollo-leden al geruime tijd bezig. “De voorbereiding loopt eigenlijk al jaren”, vertelt Thomas Oltheten. “Van Telemann bestond geen goede uitgave. We hebben er speciaal voor ons één laten maken.”

Oltheten vertelt dat het idee om drie Brockes-titels te programmeren op natuurlijke wijze ontstond. “We zijn al een tijd bezig met Händel, Telemann en Bach – drie grote componisten uit hetzelfde land en dezelfde tijd, die toch totaal anders waren. Met deze passies kun je de verschillen mooi naast elkaar zetten.”

“Er zijn heel veel verbanden tussen de werken. Händel en Telemann componeerden hun passie vrijwel gelijktijdig, Bach had de beide partituren in zijn bezit toen hij zijn Johannes schreef. Hij gebruikte niet alleen teksten van Brockes, maar nam ook muzikale ideeën van zijn collega’s over.”

Geniale invallen

Het eerste luik van de drie werd enthousiast ontvangen, vertelt Oltheten. “De muziek van Händel is dan ook heel bijzonder. Hij wist met weinig middelen veel te bereiken.” Telemann zette daarentegen veel instrumenten in; de musici moeten vaak meerdere instrumenten bespelen. “Hij was een tovenaar”, vindt Oltheten. “Er zitten geniale invallen in zijn partituur.”

Bij Händel was de uitdaging om samen met de zang de juiste kleuren te vinden. “Dat was extreem moeilijk”, zegt Oltheten. Telemann biedt andere uitdagingen, zoals de nodige solistische passages voor de musici. “Maar wat precies de uitdaging is, merk je pas als je het werk in een concert uitvoert.”

Rabinovich

Het Apollo Ensemble kan voor zijn Brockes-project bogen op veel ervaring. De formatie bestaat alweer 26 jaar. Oltheten was samen met zijn vrouw Marion Boshuizen (klavecimbel, orgel, fortepiano) de oprichter. “We hebben beiden in Zwitserland gestudeerd en gewerkt. Toen we terug in Nederland kwamen, gingen we in Flevoland wonen. Daar bleek niet veel te zijn op klassiekemuziekgebied.”

Het Apollo Ensemble met solisten. (© Anne Meyer)

Apollo begon klein, maar groeide al snel. Een barokproject met Max van Egmond was de eerste grote impuls voor het ensemble. “En de laatste vijftien jaar zijn we onder de artistieke leiding van David Rabinovich steeds groter geworden”, zegt Oltheten. “We brengen programma’s in grote bezetting, maar ook diverse kleinere programma’s. Ons repertoire loopt ongeveer tot Schubert en Beethoven. Maar we zitten niet zo vast aan tijdsperiodes. Belangrijker is het vinden van connecties tussen componisten door de eeuwen heen.”

Fagotfamilie

Thomas Oltheten is zich dankzij het Apollo Ensemble steeds meer gaan verdiepen in de authentieke uitvoeringspraktijk en alle verschillende fagotten waar componisten voor schreven. Thuis heeft hij inmiddels zo’n vijftien instrumenten uit de fagotfamilie staan. Klassiek, romantisch, barok, Frans… “Soms denk ik: ik moet ermee stoppen, maar elke keer komt er weer één bij”, lacht hij. “Als je je in de historie verdiept, kom je telkens andere instrumenten tegen. En dan denk je: hoe zou dat klinken?”

Oltheten is geen puritein die vindt dat je altijd het juiste instrument moet gebruiken. Als er verschillende stijlen op je concertprogramma staan, is dat praktisch ook niet haalbaar. “Maar je moet wel iets weten over het instrument waar de componist voor schreef, zodat je de connectie van de compositie met het instrument begrijpt. Verder is voor mij vooral belangrijk dat je je instrument goed beheerst en dat je open bent voor ontwikkelingen. Zelf werk ik elke dag aan mijn vaardigheden. Ik probeer mezelf voortdurend bij te slijpen.”

Artistieke dynamiek

Voor Oltheten vormt het Apollo Ensemble 95 procent van zijn werk. Zijn rol in Apollo is voor zijn muzikale ontwikkeling heel belangrijk geweest, vertelt hij. “We spelen in veel verschillende bezettingen en op hoog niveau. Daarbij heb je in kamermuziek geen bescherming, zoals in een groter orkest.”

Wat hij karakteristiek vindt aan het ensemble? “De intensiteit van het samenspel. We spelen zonder dirigent, waardoor je bij een uitvoering erg afhankelijk bent van elkaar. Dat creëert een enorme artistieke dynamiek. Het is ook heel spannend. Zeker als je met solisten speelt, zoals bij Telemanns Brockes-Passion.”

Is een dirigent dan niet raadzaam? “Het kan zonder”, vindt Oltheten. “Als je maar goed communiceert en samen de partituur dient.”

Het Apollo Ensemble begint zijn tournee met Telemanns Brockes-Passion op 21 maart in Emmeloord en doet tot en met 31 maart nog zes kerken en concertzalen aan, waaronder de Edesche Concertzaal op 23 maart. Acht zangers soleren, onder wie sopraan Renate Arends en tenor Falco van Loon. Zie voor meer informatie de website van het Apollo Ensemble.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Stephen, Brian en Jessye

Volgend artikel

Jacobs leidt Scarlatti-opera in Matinee

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.