Alexander de Jong komt thuis bij Sondheim
Toen bas-bariton Alexander de Jong hoorde dat de Nederlandse Reisopera A Little Night Music van Sondheim ging doen, moest en zou hij een plekje in de cast verwerven. Musical is het genre waar hij zijn zangopleiding mee begon. “Het voelt voor mij als thuiskomen”, vertelt hij in gesprek over de aanstaande productie.
Een bont gezelschap heeft zich in Enschede verzameld om zich voor te bereiden op A Little Night Music, na Sweeney Todd in 2014 de tweede musical van Stephen Sondheim die de Reisopera geprogrammeerd heeft. Er zijn acteurs, onder wie Paul Groot, er zijn musicalsterren, onder wie Susan Rigvava-Dumas, en er zijn operazangers.
Alexander de Jong valt in de laatste categorie en geniet van het multidisciplinaire karakter van de productie, zo vertelt hij tussen het repeteren door. “Je werkt anders nooit met iemand als Paul Groot.”
De Jong kreeg zijn rol, Mr Lindquist, na een open auditie. “De Reisopera had verschillende ideeën voor rollen voor me. Ze schreven onder meer deze rol op, met potlood. Ik zei: nee, ik móet deze rol hebben, het is zo’n buitenkans.”
Musical zit in De Jongs zangers-DNA. Al jong deed hij ervaring op met het genre bij de MusicAllFactory in Tilburg, een soort opstapje voor het conservatorium. Eenmaal op het Tilburgse conservatorium bleef hij zich met musical bezighouden, zoals met Sondheims Into the Woods.
Toch koos hij uiteindelijk voor de klassieke richting. “Ik merkte dat ik niet echt in het musicalklimaat paste; mijn stem wilde klassiek zingen”, vertelt hij. “Ik dacht: als ik nu voor klassiek ga, kan ik later altijd nog de klassiekere musicals doen, zoals die van Sondheim en Bernstein.”
De Jong heeft geluk: beide componisten staan dit jaar op zijn agenda. Allebei bij de Reisopera: nu A Little Night Music en na de zomerbreak Wonderful Town van Bernstein. “Het voelt voor mij als thuiskomen.” Tegelijk is het voor hem als geschoold operazanger een uitdaging, vertelt hij. “In musical wordt op een andere manier van tekst gebruikgemaakt dan in opera. De tekst is meer real time, het verhaal loopt ook tijdens de liedjes door. In opera wordt de handeling vaker stilgezet. Daarbij zit A Little Night Music vol gesproken tekst. Dat vraagt om een heel andere aanpak.”
“Niemand weet eigenlijk wie wij zijn”
A Little Night Music stamt uit 1973 en is gebaseerd op een film van Ingmar Bergmann. Centraal staat de 40-jarige advocaat Fredrik Egerman, die met de 18-jarige Anne getrouwd is. Fredriks zoon uit een vorig huwelijk wordt verliefd op Anne, terwijl Fredrik zelf uit frustratie over zijn huwelijk de actrice Desirée Armfeldt opzoekt, met wie hij ooit een relatie had. “Het stuk is heel realistisch”, zegt De Jong. “Het gaat over alledaagse problemen en over relaties in allerlei vormen. Vader-zoonrelaties, huwelijksrelaties, affaires…”
“Het stuk is snel en fris. Aansluiting en timing zijn heel belangrijk. Het is een komedie, dus het moet grappig zijn, maar het heeft ook een serieuze kant. Het bekende ‘Send in the clowns’ slaat in als een bom. En het verhaal begint en eindigt met de moeder van Desirée. Zij heeft een boodschap. Het is niet alleen maar lachen.”
De Jong maakt als Mr Lindquist deel uit van het kwintet ‘Liebeslieders’, geheel bezet met klassieke stemmen. “Niemand weet eigenlijk wie wij zijn. We spelen heel verschillende rollen. We verbeelden de verlangens, herinneringen, dromen en verwachtingen van de personages. In zekere zin zijn wij in charge. In onze productie wordt dat met een heel fluïde concept zichtbaar gemaakt. Het decor bestaat uit allemaal rode muren met deuren. Wij dragen kostuums in dezelfde kleur als de set. We gaan erin op. Door te schuiven met de muren veranderen we de ruimtes en creëren we de omstandigheden waarin het verhaal zich kan ontvouwen.”
Het kwintet – dat verder bestaat uit Nikki Treurniet, Syrinx Jessen, Peter Kirk en Esther Kuiper – is een eenheid en dat maakt deze productie anders dan een doorsnee operavoorstelling, aldus De Jong. “Het is een heel andere manier van werken. Het is echt een group effort. Dat is heel leuk.”
Lotte de Beer
Het is voor jonge zangers niet altijd makkelijk om na hun opleiding aan de bak te komen. Er is veel concurrentie en de mogelijkheden zijn beperkt, zeker in een klein land als Nederland. Dat maakt het des te opzienbarender dat Alexander de Jong zijn agenda schier moeiteloos lijkt te vullen. Opera Spanga, de NJO Muziekzomer, het Grachtenfestival, De Nationale Opera (DNO): de bas-bariton was de afgelopen seizoenen op vele podia te zien.
“Ik heb heel erg geluk gehad”, geeft De Jong toe. “In het laatste jaar van mijn opleiding klassiek muziektheater in Tilburg gaf Lotte de Beer een masterclass. Zij heeft net als ik de MusicAllFactory gedaan. Een maand na de masterclass mailde ze me met de vraag of ik alle bijrollen wilde vertolken in haar productie Traviata Remixed op het Grachtenfestival.”
“Lotte is een goede people’s manager en geeft veel om jonge zangers”, vervolgt De Jong. “Ze stelt je voor aan mensen en helpt je om je verder te ontwikkelen. Zo heeft ze mij aan een agent geholpen en bij DNO geïntroduceerd.”
Dankzij die introductie kon De Jong aan het jongtalenttraject van DNO deelnemen. De operastudio was toen nog niet gelanceerd, maar het traject bood veel kansen. Zo zong De Jong mee in Gianni Schicchi, Les contes d’Hoffmann, Hondenhartje, The New Prince en Clemency/Trouble in Tahiti. “Het leuke van bijrollen is dat je veel kunt kijken en observeren. Ik ben bij zo’n tien producties naar alle repetities gegaan. Zo leer je hoe het vak in elkaar zit en bouw je ervaring op.”
King Lear
Tussen de vele bedrijven door probeert De Jong zijn rechtenstudie in Leiden af te maken. Daar begon hij na twee jaar conservatorium aan. “Ik wilde iets anders met mijn leven, meer dan zingen. Maar na vier maanden was ik weer terug op het conservatorium. Toch besloot ik de studie in deeltijd af te maken, al is het niet iets waar ik per se iets mee wil doen. Ik zie mezelf als zanger.”
De studie sleept zich enigszins voort, omdat De Jong telkens weer producties aangeboden krijgt en dan weken onder de pannen is. Ook de komende tijd puilt zijn agenda uit. Na A Little Night Music keert hij terug bij DNO voor De jongen die te snel groeide van Menotti. Vervolgens is hij te gast bij Holland Opera voor een openluchtproductie van King Lear, een nieuwe voorstelling naar het toneelstuk van Shakespeare, met muziek van Giuseppe Verdi en Fons Merkies. De Jong is de bastaardzoon Edmund.
Na dertien operavoorstellingen op Fort Rijnauwen richt De Jong zijn aandacht op het lied. Een week lang bekwaamt hij zich in de liedkunst tijdens een masterclass met Thomas Quasthoff. Na afloop is er een slotconcert in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. “Ik heb hier de afgelopen periode minder tijd voor gehad. Door deze masterclass kan ik me een week lang in het lied onderdompelen.”
A Little Night Music gaat op 16 maart in première en is tot en met 9 april in een groot aantal theaters te zien. Zie voor meer informatie de website van de Nederlandse Reisopera.