AchtergrondBinnenkortFeatured

aus LICHT: droomfabriek voor Stockhausen

Drie keer een cyclus van drie opvoeringen, met in totaal zo’n 15 uur muziek, dat biedt het Holland Festival tussen 31 mei en 10 juni. Een unieke gelegenheid om binnen te gaan in de klank- en fantasiewereld van Karlheinz Stockhausen. Franz Straatman beschrijft de achtergronden van Stockhausens megaproject LICHT en de totstandkoming van aus LICHT.

De oerformule van waaruit Stockhausen zijn cyclus LICHT begon te componeren. (© Place de l’Opera)

Achter in het programmaboek bij de wereldpremière van SONNTAG, de laatste opera uit de cyclus LICHT, staat een overzicht van alle werken die Stockhausen (1928-2007) vanaf ongeveer 1950 componeerde. Geen traditioneel vormgegeven lijst, maar een grafische weergave van een soort schelp. Vanuit de kern draait een lijn naar buiten. Met een enorme slinger schiet die lijn, waarlangs de namen van de werken staan, de ruimte in. Symbool voor het klankuniversum dat hij schiep, volstrekt vrij van welke stroming of traditie ook.

De eerste titels zijn gebruikelijk technisch van aard, zoals Sonatine, Etude en Klavierstück. Opvallend zijn de werken die het resultaat laten horen van experimenten met apparaten die elektronische klanken voortbrengen: Elektronische Studie I en II. Stockhausen was niet geïnteresseerd in de ‘oude’ klankwereld van symfonieën en soloconcerten. Hij zocht naar een nieuw klankuniversum, dat hij ontwikkelde in studio’s in Keulen die hij mede opbouwde.

Die zoektocht naar het nog ongehoorde kwam allengs ook tot uitdrukking in de aanduidingen die het inhoudelijk karakter weergeven: Stimmung, Mantra, Inori, Tierkreis. Stockhausen ging zich steeds meer uiten in religieus en spiritueel getinte stukken, in combinatie met dansen, gebaren en kleuren.

Zijn orkestwerk Inori (Japanse term voor ‘gebed’) uit 1973/1974 is er een goed voorbeeld van. Gedurende een uur begeleidt een symfonieorkest een danser die zich in een veelheid aan gebaren richt tot de Alvader. De componist ontpopte zich als een begenadigde, als een medium tussen de aardse werkelijkheid en het bovennatuurlijke.

Michael

Midden in de slinger begint een apart segment genaamd LICHT, openend met de aanduiding DONNERSTAG aus LICHT. Na een reeks van 62 losse composities besloot Stockhausen in 1977 om zijn muziek onder te brengen in een cyclus gewijd aan de dagen van de week. Wat hij daarvóór componeerde, lijkt een opgang naar een grootse, allesomvattende geesteswereld waarin instrumentale muziek, elektronische geluidsvoortbrenging, vocale muziek, rituele bewegingen en kleurensymboliek zijn opgenomen. De dagen van de week vormen een ritueel over het menselijk leven, dat zich in een cyclus afspeelt onder invloed van krachten die zowel schepping als vernietiging symboliseren. Een spel tussen goed en kwaad.

De positieve kant komt tot uiting in het optreden van een engel genaamd Michael, die de mensheid begeleidt naar een nieuw soort en beter leven. Hij kreeg van Stockhausen de donderdag toebedeeld, vandaar dat de componist als eerste deze opera vormgaf.

DONNERSTAG beschrijft Michaels jeugd, zijn reis door de wereld en zijn terugkeer. Stockhausen verwerkte er volgens zijn levensgezellin, de Nederlandse Kathinka Pasveer, veel ervaringen in uit zijn eigen jeugd. Als 17-jarige stond hij alleen in de wereld. Zijn geesteszieke moeder was in 1941 vermoord in het kader van de nazi-ideologie dat onwaardig leven vernietigd moest worden, en zijn vader sneuvelde als militair.

Stockhausen bevond zich als muziekgevoelige jongeling in een ontredderde wereld, in het platgebombardeerde Keulen. De geallieerden (positieve krachten) bestreden met bommen het nazikwaad. Wat was de waarde van goed, wat was slecht?

Luzifer

De negatieve kracht krijgt gestalte in de persoon van Luzifer, een demonische figuur, die in de zaterdag wordt uitgewerkt. SAMSTAG werd het tweede onderdeel dat Stockhausen voltooide. Daarna volgde MONTAG. De maandag stelde hij in dienst van een bemiddelende kracht genaamd Eva. Zij is de oermoeder, de alwijze, een kruising van onder meer de joods-christelijke Eva en de Noords-Germaanse Erda, zoals die bij Wagner gestalte kreeg. Deze drie personen of krachten – Michael, Luzifer en Eva – raken met elkaar verwikkeld in DIENSTAG, waarin goed en kwaad elkaar bestrijden.

Bij Stockhausen geen bepaalde God, maar de scheppende oerkracht

MITTWOCH is de dag die leidt tot een soort samenwerking, zoals in het onderdeel WELT-PARLAMENT. De opera genaamd FREITAG toont de triomf van Luzifer als het hem lukt om Eva te verleiden. SONNTAG is evenwel vervuld van het hemelse visioen dat het goede sterker is dan het kwaad. Niet voor niets is goud de kleur van SONNTAG. Stockhausen droeg deze afsluiting van de cyclus toepasselijk op aan ‘Gott’. Anton Bruckner ging hem voor in de opdracht van diens laatste en grootse negende symfonie: “Dem lieben Gott gewidmet.” Bij Stockhausen echter geen bepaalde God, maar de scheppende oerkracht.

Oerformule

Voor Stockhausen daadwerkelijk begon te componeren, schetste hij een plan voor de zeven dagen en stelde een oerformule samen van waaruit hij de muziek, met uiteindelijk een duur van zo’n 29 uur, ontwikkelde. De formule bevat drie lagen: één voor Michael met 13 tonen (één meer dan onze aardse 12 om diens goddelijke karakter aan te geven), één voor Eva met 12 tonen (zij is de complete mens) en één voor Luzifer met 11 tonen; muziekgenetisch komt hij één toon-gen tekort, symbool voor zijn duivels karakter.

De drie personen hebben hun eigen instrument en klankwereld: de trompet voor Michael, de dwarsfluit voor Eva en de trombone voor Luzifer. De zeven opera’s kennen geen zingende hoofdfiguren.

De Gashouder is omgebouwd tot een droomfabriek voor Stockhausen. (© Place de l’Opera)

In de fantasiewereld die Stockhausen om Michael, Eva en Luzifer heen bouwde, spelen allerlei formaties mee, van een jongenssopraan tot aan een groot koor, van één bassethoorn tot een korps van 88 blazers. En heel veel elektronisch geproduceerde klankeffecten. Groot, groter, grootst, lijkt het motto. “Hij dacht groot. Hij wilde met zijn compleet nieuwe muziek de wereld beter maken. Hij voelde dat als zijn opdracht”, zegt Kathinka Pasveer.

Vliegend kwartet

Dat over alle grenzen heen denken komt spectaculair tot uitdrukking in het zogeheten ‘Helikopter-Streichquartett’, niet voor niets het meest besproken onderdeel uit de opera MITTWOCH. In een droom had hij beleefd hoe over vier helikopters verdeeld een strijkkwartet samenspeelde. Daarbij aangetekend dat hij nooit in een helikopter had gevlogen en daar ook nooit in is gestapt. Het gebeurde in de tijd dat Stockhausen door de Salzburger Festpiele was gevraagd om voor het Arditti Kwartet een werk te schrijven. Hij combineerde de opdracht met zijn droom.

Technisch en muzikaal bleek het allemaal te kunnen. De festivalleiding was aanvankelijk enthousiast, maar zette de uitvoering toch niet door. Jan van Vlijmen, toen directeur van het Holland Festival, was er snel bij om het plan over te nemen. In juni 1995 vond op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam de wereldpremière plaats van het vliegende strijkkwartet, in wentelwieken van de Koninklijke Luchtmacht.

Tijdens een repetitie eerder in mei stapten vier studenten van het Koninklijk Conservatorium alvast in hun helikopters. (© Place de l’Opera)

Op een aanpalend weiland stappen volgende week wederom vier strijkers in vier toestellen, geleverd door het bedrijf Helicentre uit Lelystad. Tijdens een repetitie eerder in mei lieten vier studenten van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag hun golvende strijkerslijnen horen in samenklank met het gesnor van de roterende helibladen. De spelers zelf hoorden via koptelefoons klikgeluiden die het samenspel coördineerden.

Het instappen, voorbereiden en vliegen werd gefilmd en vertoond op enorme videoschermen, terwijl een geluidsverbinding het kwartet als eenheid hoorbaar maakte via luidsprekers in de koepel van de enorme voormalige Gashouder.

Deze monumentale, historische gasfabriek is omgebouwd tot een droomfabriek voor Stockhausen. Enorme lichtbanen in vele kleuren doorklieven de ruimte. Tussen twee enorme, tegenover elkaar gelegen podia zullen de belangrijkste grootschalige scènes worden vertoond, zoals ‘Luzifers Tanz’ uit de opera SAMSTAG.

Geen instelling durfde het aan de cyclus in zijn totaal te produceren

Op twee kleinere podia komen intiemere scènes tot leven, zoals de ontroerend mooie, ruim een half uur durende fluitsolo ‘Kathinka’s Gesang’, in 1982 gecomponeerd voor Kathinka Pasveer, de toen jonge fluitstudente aan het Haagse Conservatorium, waar Stockhausen destijds een maand lang masterclasses gaf en verliefd werd op de zeer talentvolle musicus. Zij werd, met de Amerikaanse bassetklarinettiste Suzanne Stephens, niet alleen de muze van Stockhausen, maar ook diens naaste assistent in alle uitvoeringen van de losse opera’s uit de cyclus. Veel operahuizen in Europa pikten er één of twee opera’s uit, maar geen enkele instelling durfde het aan de cyclus in zijn totaal te produceren.

Dat vermetele plan borrelde in 2015 wel op in het hoofd van de directeur van het Koninklijk Conservatorium, Henk van der Meulen. In zijn team van docenten bevinden zich enkele musici die zeer nauw met Stockhausen samenwerkten. Indien zij jonge musici zouden inwerken en opleiden in de uitvoeringstechniek en stijl van Stockhausens muziek, kon die nieuwe generatie meewerken aan de realisatie van de LICHT-cyclus.

Van der Meulen klopte aan bij het Holland Festival, dat in de loop der decennia veel werken van Stockhausen programmeerde. Het bleek een enthousiaste partner te willen zijn, evenals De Nationale Opera en zijn artistiek directeur Pierre Audi.

aus LICHT

Met uitgewerkte plannen en financiële berekeningen trokken de initiatiefnemers naar het Stockhausen-centrum in Kürten, een stadje nabij Keulen. De muzen van de componist, Pasveer en Stephens, vonden het initiatief geweldig, maar wezen de uitvoering van de cyclus af, omdat de twee jaar die voor de voorbereiding was uitgetrokken te weinig was.

Henk van der Meulen en zijn kompanen gaven echter niet op. Zij stelden voor om de belangrijkste scènes een plek te geven in drie achtereenvolgende evenementen. Met Pasveer en Stephens, die hier voor voelden, werd een selectie gemaakt, met in totaal zo’n 15 uur muziek, getiteld aus LICHT.

In de afgelopen twee jaar werd een legertje conservatoriumstudenten opgeleid en getraind. Niet alleen op het muzikale vlak, maar ook wat betreft de techniek (geluidsversterking, belichting). Verscheidene voormalige uitvoerenden droegen hun knowhow bij, onder wie ook de geweldige trompettist en zoon Markus Stockhausen. Hij creëerde ooit Michael. En natuurlijk Kathinka Pasveer, oud-student aan het conservatorium.

Hij had een broertje dood aan regisseurs

Pasveer vormt het middelpunt in het team dat de enorme onderneming voorbereidt. Met de partituur op schoot volgt zij nauwgezet de repetities in de Gashouder. Aanvankelijk zou zij de leiding hebben over het technisch centrum, zoals ook Stockhausen altijd alle knoppen en schuiven bediende, maar zij merkte dat de jonge technici het zo goed doen, dat zij er – zij het waakzaam – naast zit.

Veel overleg voerde zij met Pierre Audi. Hij staat vermeld als ‘metteur en scène’, niet als regisseur. Want Stockhausen legde elke beweging, elk kleuraccent en elke intonatie tot op de millimeter vast. Hij had een broertje dood aan regisseurs. Stockhausen: “Belangrijk is dat de scènische handelingen, die de muziek verduidelijken, niet door een regisseur worden verstoord omdat hij andere opvattingen heeft. En zich wil laten gelden tegenover andere regisseurs. De toeschouwer moet de muziek ervaren als een complete visie, en niet door een element dat als een buitenmuzikale voorstelling is toegevoegd.”

Het paradijs als einde

De bezoeker moet zich in de ruimtelijkheid van de Gashouder laten meenemen in de slinger van de fantasie die Karlheinz Stockhausen uitwerkte. De slinger in zijn werklijst gaat na LICHT door met een cyclus Klang, gewijd aan de 24 uur in een etmaal, ieder uur getooid met een symbolische titel.

Zijn overlijden in 2007 ontnam hem de mogelijkheid om die cyclus te voltooien. Hij bleef steken bij het 21ste uur. De titel daarvan is Paradies. Daar verlangde hij naar. Kathinka Pasveer: “Hij zei eens: ‘Ik wil na mijn dood niet hier op aarde terugkomen.’ Hij had grote moeite met de onvolkomenheden van het aardse bestaan. Dat je als scheppende kunstenaar niet meteen voor elkaar kon krijgen wat je in je hoofd hoorde en zag.”

Wat tot 10 juni vertoond gaat worden door zo’n 400 medewerkenden aan Stockhausens sciencefiction, grenst aan sisyfusarbeid. Voor alle negen uitvoeringen zijn nog kaarten verkrijgbaar.

Zie voor meer informatie de website van aus LICHT

Lees ook onze andere voorbeschouwing op aus LICHT: ‘Van macro naar micro: aus LICHT‘, een gesprek met mezzosopraan Inga Schneider en tenor Erik Slik over hun rol in de productie.

Vorig artikel

DNO brengt nieuwe Pelléas et Mélisande

Volgend artikel

Vrijdagconcert speelt Schumanns Faust

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman