Bestaan van Opera Zuid is een evenwichtsact
Met veertien voorstellingen van Mozarts Die Zauberflöte reisde Opera Zuid door half Nederland. De eerste productie van Waut Koeken aan het begin van zijn derde seizoen als intendant. “Het voelt aan alsof ik gisteren ben begonnen.” Een gesprek over de evenwichtsact om met kleine budgetten toch grootse opera te maken vanuit Maastricht.
In de stijl van Die Zauberflöte hadden er suikerbrood en vijgen gepresenteerd kunnen worden, maar Waut Koeken trakteerde de ganse productieploeg bij de eerste repetitie op taart. “Het markeerde het feestelijke moment van het totale creatieproces. Dat was al een jaar gaande: de keuze van een stuk, de maquette hoe de productie eruit gaat zien, de regisseur die met ideeën komt, de dirigent, de zangers die rollen instuderen en de techniek die het waar moet maken. Eindelijk komt iedereen samen om aan de eindreis te beginnen.”
Ontzettend blij werd Koeken bij de reacties op de keuze voor deze Mozart. “Vóór de première waren er nog nooit bij zo veel theaters de voorstellingen al uitverkocht.” Voor de leider van een operagroep die maar twee grote producties per jaar kan maken, is het spannend hoe het publiek zal reageren. “Het is een waanzinnige uitdaging om uit een geschiedenis van vierenhalve eeuw opera een keuze van twee te maken. Het is als een poging om de oceaan te vatten in een theelepel. Ik voel mij als de curator van een enorme kunstcollectie die echter over een expositieruimte beschikt waar je maar twee dingen kunt tentoonstellen.”
Gewaagd
Net als vorig seizoen, toen hij voor het eerst helemaal verantwoordelijk was voor de programmering, kiest Koeken ervoor om bekende namen te combineren met minder bekend repertoire. Dat leidde tot de gewaagde keuze voor een werk van Leonard Bernstein dat niet voor de hand lag, A Quiet Place. Geslaagd?
“Absoluut”, reageert Koeken. “Het was een fenomenale productie. Zelfs uitgeroepen tot Opera van het Jaar. Ik had ingezet op publiekswerving en dat is gelukt. Er kwamen meer bezoekers dan bij Un ballo di maschera en Il barbiere di Siviglia in het seizoen daarvoor, en het trok onder anderen liefhebbers uit de musicalhoek. Want daar is Bernstein om bekend. Er was ook sprake van verjonging in het publiek. We hebben er veel complimenten voor gekregen van de schouwburgen. Ook de onbekende Fantasio van de bekende Jacques Offenbach trok onverwacht veel publiek, en beide producties mochten rekenen op lovende recensies, niet enkel landelijk, ook van internationale media uit Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk.”
In het lopende seizoen mikt Koeken op eenzelfde openheid bij het publiek met de programmering van A Midsummer Night’s Dream van Benjamin Britten, de tweede grote productie in 2019/2020. Met Een lied voor de maan, een nieuwe opera voor jeugdig publiek van Mathilde Wantenaar, is een derde productie mogelijk dankzij samenwerking met De Nationale Opera in Amsterdam. “Wij maken er de kostuums voor. De première is bij DNO, die het stuk produceert, en wij brengen de voorstelling naar het zuiden. Ik vind het belangrijk dat we voor kinderen wat te bieden hebben. Onze opdracht is ook om aan educatie te doen, maar onze middelen zijn te klein om dat waar te maken zoals wij dat zouden willen. Door dit soort samenwerkingen lukt dat.”
Het uitbrengen van Die Zauberflöte, met zijn grote vocale bezetting, nam een flinke hap uit het beschikbare budget. “Dat klopt”, reageert Koeken. “We besparen op alles, behalve op mensen en kunst. Ondanks onze kleine omvang streven we ernaar om de grote klassieke opera’s te kunnen aanbieden. Wij vinden dat het publiek daar recht op heeft. Wat ik nastreef met Opera Zuid, is de liefde voor opera met een zo groot mogelijk publiek te delen.”
Door bliksem getroffen
Zijn eigen liefde voor het operagenre bloeide bij de thans 43-jarige Koeken op midden in zijn puberteit, zo vertelt hij. “Ik hield veel van klassieke muziek, maar niet van opera. De Vlaamse Opera bood jongeren een prachtig ticket aan voor minder dan de prijs van een bioscoopkaartje. Het was Macbeth. Ik dacht: ik ga gewoon. Ik heb geen idee meer hoe die productie was, maar wel weet ik dat ik het gevoel kreeg dat de bliksem was ingeslagen. Het orkest, het koor, de actie en vooral de directe werking ervan was immens. Toen bestond er nog geen boventiteling, maar ik had het gevoel dat ik het Italiaans verstond.”
“Het is toch geweldig dat we Die Zauberflöte met zo veel eigen talent hebben kunnen bezetten”
“Opera bleef mij bezighouden. Op een dag – ik studeerde toen filosofie – heb ik alle moed samengeraapt en ben ik gaan vragen of ik figurant kon worden. Van lieverlee ben ik steeds meer betrokken geraakt bij het medium. Ik heb allerlei baantjes vervuld, van het bedienen van het voordoek tot assisteren bij de regie. Het fascineerde me hoe allerlei disciplines samenkomen. En nu zit ik hier, bij Opera Zuid.”
Koeken werd in 2017 aangesteld onder de grootse titel ‘intendant’. “Dat betekent gewoon dat ik artistiek én algemeen directeur ben. Ik doe ook de casting van de zangers. Ik probeer zo veel mogelijk jonge Nederlandse zangers een podium te bieden en samen te brengen met gevestigde waarden en internationaal talent. Het is toch geweldig dat we Die Zauberflöte met zo veel eigen talent hebben kunnen bezetten; verschillenden hebben hier in Maastricht gestudeerd.”
Mooie missie
Zijn organisatie is bescheiden: twaalf personen in volle loondienst en negentig freelancers tijdens de hoogtijdagen, en het budget navenant. “We krijgen een subsidie van 1,1 miljoen euro van het Rijk en respectievelijk 300.000 en 350.000 euro van de provincies Limburg en Noord-Brabant. Van Maastricht krijgen we 90.000 euro voor de huur van ons pand.”
“Een zeer aanzienlijk deel van ons budget gaat naar het reizen. Rondreizen met opera is bijzonder complex. Het transport, de hotels, etc. Elke nacht breken we de decors af en bouwen die elders weer op. Het is ook complex omdat je elke avond in een andere akoestiek moet spelen. Je moet rekening houden met wisselende technische mogelijkheden en de zichtlijnen zijn overal verschillend. Maar het is een mooie missie om van stad tot stad onze producties te tonen. Iedereen moet van dat aanbod kunnen komen genieten. Het is een beetje als de nostalgie van het vroegere circus.”
Opera Zuid werkt in thuisstad Maastricht wel vanuit een eigen productiehuis (een voormalige kerk en klooster), maar heeft geen eigen speelhuis. Zij is huisgezelschap in het Theater aan het Vrijthof en bespeelt in Eindhoven een tweede huis, het Parktheater, waar afwisselend met Maastricht de premières plaatsvinden. “We zijn er heel blij mee, zeker sinds vorig jaar bij een renovatie in het Vrijthof-theater de akoestiek flink is aangepakt. En het Parktheater is een prachtig huis, waar we ons erg thuis voelen.”
Een reisgezelschap moet wat betreft het aanbod een hoop hobbels nemen voordat alles in kannen en kruiken is. Koeken: “Je moet zo veel keuzes maken. De schouwburgen waar we optreden, hebben hun eigen businessmodellen. En dan komt er een nieuwe intendant met titels als A Quiet Place en Fantasio. Zij verwachten solide titels. Onbekende opera’s, zoals bijvoorbeeld van Janáček of Ligeti, zijn veel risicovoller. Het is elke keer onderhandelen. In een aantal gevallen worden we uitgekocht en dragen zij het risico, bij andere theaters worden de inkomsten gedeeld. Soms spelen we voor eigen risico.”
“Ik heb wel alles over opera geleerd, maar ik ben geen bedrijfseconoom. Toch heb ik de verantwoordelijkheid. Het is leren in de praktijk. En dat geeft weleens stress en buikpijn”, bekent Koeken.
Artistieke partner
Behalve met de theaters moet Koeken ook rekening houden met de complexe planning van het orkest dat als vaste partner in de orkestbak zit, de philharmonie zuidnederland. “Voor mij is er geen sprake van een begeleiding van opera, maar van een artistiek partnership. We hebben de afgelopen tijd intens gewerkt aan die samenwerking en dat partnerschap. We delen een liefde en een missie. Op die manier werd een ambitieus project als A Quiet Place mogelijk.”
“De keuze van de stukken ligt bij mij, maar een orkest moet zich daarin kunnen herkennen en ook kunnen schitteren in wat gespeeld wordt. Over de dirigentenkeuze voeren we een waardevolle dialoog.”
“Ook de komende jaren gaan we gewaagde keuzes presenteren”
Wat zou ideaal zijn voor Opera Zuid in de toekomst? Waut Koeken haalt even diep adem. “Als ik hardop mag dromen: vijf producties. Dan kun je een brede staalkaart aan opera bieden, en je bouwt het contact met het publiek op. Nu komen we aan het begin en aan het eind van het seizoen langs; daar zit geen continuïteit in. We kunnen er wel wat aan doen door samen te werken met DNO, met de Nederlandse Reisopera en andere gezelschappen. Ik heb nauw contact met Nicolas Mansfield van de Reisopera, vooral over programmering. Zo dragen we bij aan het ontwikkelen van operareeksen in al die schouwburgen. We zijn niet elkaars concurrent, maar we completeren elkaar.”
Verrassing: Wagner
Hoe gaan volgende seizoenen eruitzien? Koeken: “We gaan verder met onze artistieke evenwichtsoefening tussen genres en stijlen, en tussen bekender en onbekender repertoire. Ook de komende jaren gaan we gewaagde keuzes presenteren, waaronder titels die nog nooit in Nederland te beleven waren. We blijven daarbij werken voor een zo breed mogelijk publiek, vanuit de overtuiging dat de beleving die opera biedt, iedereen raakt. Ook dromen we ervan aandacht te kunnen blijven besteden aan volwaardige opera voor kinderen en jongeren.”
“Nu ik toch aan het dromen ben: vanuit onze samenwerkingen met bijvoorbeeld philharmonie zuidnederland en de Toneelgroep Maastricht dromen we samen om een Midzomernachtsdroom van Felix Mendelssohn te doen. Dan breng je toneel, zang en koor samen met de stuwende kracht van het orkest. En een tipje van de sluier: in de toekomst zou ik een double bill willen doen van La voix humaine met L’heure espagnole. En, het zal u verrassen, een opera van Richard Wagner. Zijn uitbundige jeugdwerk Das Liebesverbot, naar Shakespeare’s Measure for Measure, brengt belcanto en muziekdrama samen. En is nog nooit in Nederland opgevoerd.”