AchtergrondBinnenkortInterviews

De Toverfluit met kerst in Amsterdam

Wie als ‘boomer’ op de valreep van 2019 nog snel – en graag in gezelschap van kinderen en kleinkinderen – wil bewijzen best met zijn tijd mee te gaan, heeft volop kans in het Internationaal Theater Amsterdam. Daar is tijdens de kerst en rond nieuwjaar tienmaal De Toverfluit te zien. Het is letterlijk een voorstelling voor jong en oud.

Scène uit De Toverfluit, met midden achter Meneka Senn als Pamina. (© Sanne Peper)

Voor de hypermoderne bewerking van Mozarts Die Zauberflöte sloegen De Toneelmakerij en Silbersee – productiekern voor onorthodoxe en experimentele opera – de handen en talenten ineen. Regisseur Paul Knieriem zegt in het programmaboekje: “De Toverfluit is een echt sprookje. Als je alle ouderwetsigheden van de achttiende eeuw eruit haalt, gaat het nog steeds over dingen die voor ons allemaal herkenbaar zijn. Het gaat over de strijd tussen licht en donker en over je eigen keuzes durven maken.”

Daniel van Klaveren is de man die het oorspronkelijke stuk bewerkte en een nieuw libretto schreef. Hij vertelt: “Ik heb getracht het oorspronkelijke verhaal te vertalen naar deze tijd. Hoewel het nog best ingewikkeld is, heb ik alles versimpeld. Alle problematische dingen rond bijvoorbeeld vrouwen zijn omzeild, ik heb het verhaal toegespitst op de generatietegenstelling.”

“Pamino en Tamino, het koppel in het libretto bij Mozart, zijn de jonge generatie die de oudere overstijgen, terwijl in het origineel vooral de mannen de vrouwen overstijgen. De twee kiezen in onze versie niet voor de nacht of de zon, maar besluiten op weg te gaan en zelf een wereld te gaan maken. Muzikaal is het heel uitdagend geworden. Je herkent de melodieën van Mozart, maar ze klinken in een heel ander idioom. We mengen muzikale werelden.”

Sopraan Meneka Senn, die de rol van Pamina zingt, heeft ervaring met klassieke opvoeringen van Mozarts bekendste opera. “Dan doe je wat er staat”, vertelt ze aan de telefoon, net terug uit Arnhem, waar ze met De Toverfluit een matineevoorstelling had. “Het was, net als laatst in Groningen, helemaal vol en de zaal was enthousiast. We moesten driemaal terugkomen bij het applaus.”

De moderne versie van de opera bevalt haar zeer. Ze kon het karakter van Pamina, die veel meer dan in het origineel haar eigen weg gaat, in het werken met regisseur Paul Knieriem ontwikkelen. “Ik wil benadrukken dat alle aria’s die mensen uit het origineel kennen in onze voorstelling zitten. In een modern decor, met elektronische instrumenten en met een rappende Pamino, hoor je de bekende aria’s, vertaald in het Nederlands. Alleen de aria van de Koningin van de Nacht is in het Chinees, eerst Kantonees en dan Mandarijn. Op een wonderlijke manier passen de moderne muziek en die klassieke aria’s heel goed bij elkaar.”

“Het is eigenlijk een ander verhaal geworden. Het gaat over het feit dat Pamina een keuze heeft. Halverwege het stuk – als ze vraagt aan Tamino: zou je een nieuwe wereld willen creëren? – kiest ze zelf. In haar droom gebeuren allemaal dingen die ze niet wil. Alleen zeggen: dit wil ik niet, is niet voldoende. Ze gaat zoeken naar wat ze wél wil. Het is erg iets van deze tijd, we nemen verantwoordelijkheid voor ons eigen leven in plaats van het sprookje waarin de prinses Pamina met de prins trouwt. De vraag is: wie wil jij zijn en bij wie voel je je prettig? En Pamina mag uit alles kiezen.”

“Huh? We gingen toch naar een opera?”

Meneka verzekert dat er Bärenreiter-partituren lagen bij de repetities, die konden worden geraadpleegd. “De grootste ingreep is dat de eerste aria in majeur en niet in mineur staan. De muziek is grotendeels elektronisch, met onder meer een Hammond-orgel. Maar de melodieën zijn allemaal Mozart.”

“Componist Genevieve Murphy heeft aanvullende muziek geschreven, waarbij ze zich erg aan Mozart heeft gehouden. Ze heeft die muziek verelektroniseert, als dat een woord is. Alleen de ouverture is compleet nieuw. Muzikaal leider Romain Bischoff zei bij de repetities: als het doek opengaat en het publiek verwacht opera, dan staan jullie daar te swingen op compleet andere muziek, zodat de mensen meteen denken: Huh? We gingen toch naar een opera?”

De spelers en musici van De Toverfluit zijn tijdens een aantal voorstellingen, open en besloten voor scholieren, inmiddels flink ingespeeld. De reacties zijn mooi, vertelt Meneka. “Een klein meisje kwam me zeggen: ‘Jij kunt zo mooi zingen!’ Bij een voorstelling liep ik af over het podium en kwam er een jongetje op me af: ‘Pamina, geef me een boks.’ Hij vond dat we heel goed gespeeld en gezongen hadden. En toen kwamen zijn klasgenoten dichterbij en moest ik tientallen boksen geven.”

De Toverfluit speelt op alle kerstdagen en daarna tot 5 januari in de Amsterdamse schouwburg. Dat betekent – zoals voor veel collega’s – werken met de kerst voor Meneka Senn. Toch ziet ze haar familie wel, vertelt ze. “Mijn ouders hebben voor de hele familie kaarten gekocht, dus op Eerste Kerstdag zitten ze allemaal op het balkon.”

Rondom de voorstellingen van De Toverfluit zijn allerlei activiteiten gepland in het Internationaal Theater Amsterdam. In De Toverfluit Kerstexperience kunnen kinderen op een speurtocht door het heelal. Voorafgaand aan de voorstelling is er een singalong. Meezingen in een echte opera of liever rappen of beatboxen, het kan allemaal met de kerst.

Zie voor meer informatie de website van de Toneelmakerij.

Vorig artikel

Sterk ensemble in lichte Luikse Cenerentola

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Bo, Fred en freelancers

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.