DNOA speelt Die Fledermaus van Strauss
De Dutch National Opera Academy viert het einde van het studiejaar en het afstuderen van een deel van de studenten met champagne. Heel veel champagne. Er is een groot feest, er zijn verkleedpartijen en er is lust en overspel. Justitie grijpt in en uiteindelijk blijkt alles een grote grap. Althans, op het podium, waar de studenten Die Fledermaus van Strauss zullen spelen.
Tijdens de tweejarige master van de Dutch National Opera Academy studeren de jonge zangers op alle aspecten van het vak. Met eigen, complete producties van klassiek en modern operarepertoire worden ze in de breedte voorbereid op de beroepspraktijk. In 2020 werd onder meer Little Women van Mark Adamo op de bühne gebracht. Carl Heinrich Grauns Cleopatra e Cesare, die vanwege corona begin dit jaar moest worden afgeblazen, zal in het najaar alsnog worden opgevoerd.
Bij de professionele vorming tot operazanger hoort ook het kunnen werken met spreekteksten; komisch spelen en zingen in tempi die niet gebruikelijk zijn in opera. Alle kans om die vaardigheden aan te scherpen krijgen de DNOA-studenten door de keuze voor de zomerproductie van dit jaar, Die Fledermaus. De operette van Johann Strauss gaat op 7 juli in première in het Compagnietheater in Amsterdam.
Not drunk yet
Er is nog een kleine week te gaan tot de première. In het conservatorium wordt een eerste complete doorloop van de voorstelling gedaan, begeleid door repetitor Mirsa Adami. Wie de repetitiestudio in Amsterdam, in de kelder van het conservatorium, binnenloopt met de gedachte dat operette voor de inmiddels ervaren studenten een makkie is, krijgt last met dirigent Karel Deseure. Het is zijn eerste operette en hij vindt het een ‘must have done’ voor elke dirigent.
Zijn mening is duidelijk: ‘Die Fledermaus is een meesterwerk. Het is humoristisch. Je kunt het niet vergelijken met wat bijvoorbeeld Puccini componeerde, eerder met het werk van Offenbach. Het is in alle schijnbare eenvoud een slim gemaakte operette. Johann Strauss kan net zo goed als Mozart iets componeren dat heel voor de hand liggend klinkt, maar prachtige harmonieën en heel melodieuze twists bevat. Strauss is de enige componist wiens melodieën je meteen kunt meezingen, met het gevoel dat je ze al je hele leven kent.’
Deseure heeft nog een overtuigend argument voor de kracht van Strauss’ compositorisch talent. ‘In het voorwoord van mijn partituur las ik dat het grote succes in de operahuizen in Duitsland begon in 1894. Er was in Hamburg een dirigent die stelde: deze operette verdient het ook op de operabühne uitgevoerd te worden, en niet alleen in de operettetheaters. Weet je wie dat was? Gustav Mahler! Die was, net als Wagner trouwens, groot fan van Johann Strauss.’
Tijdens de intensieve muzikale repetitie van de ensemblescènes, waarin acht zangers op het podium een vocale eenheid moeten zien te vormen, let Deseure op álles. Uitspraak, tempo, rusten, ademhaling. Als het bij het feest in de tweede akte nog niet helemaal gaat zoals het volgens de dirigent in de partituur staat, laat hij weten: ‘Here we are not drunk yet.’
Duits is voor niemand van de zangers de eerste taal en dat vraagt aandacht. Aan de uitspraak van sommige woorden moet nog geschaafd worden. ‘Jullie denken dat je het zingt zoals het moet, maar mensen in de zaal tikken me dan op de schouder en zeggen dat ze hun geld terug willen.’
Overspelige narcist
Bij de doorloop is er nog geen decor en geen licht, maar wel een paar kleine onderdelen van de kostuums. Met een enkele jas kan vast worden geoefend, en er zijn al pumps waarop de zanger die gevangenisbewaarder Frosch zal spelen vast kan inlopen. Terwijl iedereen nog grotendeels in eigen kleding speelt, komen uit de laptop van de productieleider spectaculaire beelden van de kostuumontwerpen, met name dat voor de gevangenisbewaarder.
De tenor die Dr. Blind zingt trekt voor de tweede akte, het grote feest, conform de kostuumplannen alvast zijn T-shirt uit, maar dat veroorzaakt wat onrust. Om de aanwezigen niet verder af te leiden, gaat het weer aan. ‘I’ll save that for the show’, is zijn droge commentaar.
Hoofdkarakter Gabriel von Eisenstein wordt gezongen door de in Dublin geboren tenor Peter O’Reilly. Hij is na de lange repetitiedag nog graag bereid wat te vertellen over zijn rol en zijn opleiding bij DNOA. ‘Het was een lange dag, maar ik vond het heerlijk. Je moet je motor op gang houden tijdens al die onderdelen. Al werkend ontdek je momenten die heel erg grappig zijn en die komen uiteindelijk in de voorstelling. En dan maar afwachten hoe het publiek zal reageren. Dat is waarom ik zo van dit vak houd.’
O’Reilly zong nog niet eerder operette en toch zijn de melodieën uit Die Fledermaus bekend. Hij kent ze van de klassieke radiozender die thuis in Dublin altijd aan stond. De rol van Von Eisenstein zal hij alle voorstellingen zingen, voor sommige andere rollen wisselen de castleden. Hij wil graag benadrukken dat het karakter van zijn hoofdrol niet veel raakvlakken heeft met het zijne. ‘Eisenstein is een overspelige narcist en ik heb het genoegen die rol te spelen, maar mag ik even benadrukken dat zijn karakter heel ver van me af staat?’ lacht de zanger.
‘Ik heb in de tekst de richting van het karakter en zijn ontwikkeling in het stuk gezocht. Ik zou de dingen die Von Eisenstein doet zelf niet in mijn hoofd halen, maar als ik hem zing, moet ik me afvragen: hoe zou ik me in die situatie voelen als Von Eisenstein? Ook als een karakter wat extreem of satirisch is, wil ik zoeken naar eerlijkheid en oprechtheid. Daarmee wordt het geloofwaardig. Hij is niet Peter O’Reilly, maar ik kan Peter O’Reilly wel in Von Eisenstein stoppen.’
De tenor is blij met de samenwerking met regisseur Dirk Schmeding. ‘Dirk is een fantastische regisseur, die je de ruimte geeft om zelf te ontdekken wat je karakter is. Ik speelde Von Eisenstein in het begin wat te aardig, maar zijn motieven zijn overduidelijk: hij is egoïstisch en wil altijd gelijk hebben. Het is leerzaam om dit drukke karakter te spelen in een voorstelling, zo leer ik mijn energie te verdelen over de avond.’
Net als de dirigent benadrukt O’Reilly dat Strauss niet makkelijk is. ‘Operette is niet zo serieus en de muziek is speelser met melodieën die je nooit meer vergeet. Muzikaal verdient het alle respect. Er zijn geen makkelijke trucjes in deze operette. Wij hebben met Karel Deseure door zijn enthousiasme en kennis van de muziek iemand die goed kan laten zien wat Strauss in de partituur doet.’
Dat zijn laatste productie voor DNOA in het Duits is, komt goed uit voor de Ier, die na de zomer lid wordt van de operastudio in Hannover. Hij wil zijn Duits verder verbeteren en acht minstens één zin uit de tekst van Die Fledermaus zeer bruikbaar. ‘Ik onthoud zeker de zin ‘Erlauben Sie mir eine Frage’. Ik hoop daarmee in Duitsland een goede indruk te maken.’
Margaret Thatcher
De man die alleen in de derde akte zijn opkomst heeft en die alvast aan de pumps went, is een oude bekende van DNOA. Het is Alexander Oliver, die van 1999 tot 2015 de academie leidde. Hij spreekt de rol van Frosch, de gevangenisbewaarder.
Zijn mening over de derde akte is nogal uitgesproken: ‘Na die briljante tweede akte met het feest – een meesterwerk van constructie en vorm, met geweldige muziek – is het lastig. Er is niet zo veel muziek in de derde akte en de dialogen zijn een fractie minder. Ik heb ook even nagedacht toen Paul McNamara me vroeg voor de rol. In de tijd dat ik studeerde in Wenen, zag ik regisseur Otto Schenk, die de rol zelf deed. Soms worden comedians gevraagd voor Frosch. Ik ben voor deze productie gekleed als Margaret Thatcher, je kunt haar zien als het nichtje van L’Opinion Publique in Orphée aux enfers van Offenbach. Ze is heel afkeurend over alles wat ze ziet.’
‘Het is heerlijk om tussen deze kids op het podium te staan. Ze zijn zó goed. Ze zijn heel ondersteunend en collegiaal naar elkaar. Toen ik in 1999 hier begon, bestond de academie nog maar een paar jaar. Ik heb hard gewerkt in die jaren. Eén van de hoogtepunten was Le nozze di Figaro in Radio Kootwijk. De academie is bij Paul McNamara nu in heel goede handen.’
De gedachte dat het voor de mensen in de zaal vooral Alexander Oliver is die de rol van Frosch speelt, wijst de tenor resoluut af. ‘Het is gewoon Alexander Oliver die toevallig de rol van Frosch speelt. Nu de Dutch National Opera Academy 25 jaar bestaat en ik hier in een productie sta, is de cirkel rond. Dat vind ik een ontroerende gedachte.’
Die Fledermaus wordt van 7 tot en met 11 juli opgevoerd in het Compagnietheater in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van de Dutch National Opera Academy.