Sjaron Minailo vecht voor de kunst
Zaterdag 18 mei vindt tijdens het O. Festival in Rotterdam de Nederlandse première plaats van Notwehr van componist Annelies van Parys en de Nederlandse regisseur Sjaron Minailo. De voorstelling is gemaakt in opdracht van de Biënnale van Venetië. De wereldpremière, die in 2022 plaatsvond in de befaamde Scuola Grande di San Rocco, maakte grote indruk op pers en publiek. Ik sprak met Sjaron over het werk, over activisme en kunst.
Scènefoto Notwehr in de Scuola Grande di San Rocco. Foto:© Andrea Avezzu
Hoe ben je destijds bij het onderwerp van Notwehr terechtgekomen?
Sjaron Minailo: ‘De opdracht was aan Annelies van Parys, de componist. En zij heeft meteen Gaea Schoeters, de librettist, met wie ze altijd samenwerkt en mij er bij gevraagd. We hadden toen net twee gezamenlijke producties achter de rug. Het was heel leuk want de opdracht was driedelig. A: een nieuw opera schrijven, B: het moest zich afspelen op een fantastische locatie, de Scuola Grande die San Rocco, in Venetië, beter kan het niet en C : de madrigaalcyclus La Barcadi Venezia a Padua (gepubliceerd in 1605) van Adriano Banchieri. Die moest ook een rol spelen in de nieuwe opera.
Toen we op de meer dan prachtige locatie kwamen viel het Gaea (een fantastische feministische schrijver) meteen op dat er heel mooie houten sculpturen van naakte vrouwen of in ieder geval bustes van naakte vrouwen waren. Gaea zei: ‘We moeten iets maken dat over vrouwenliefde gaat.’ Dat was de eerste wat bij haar opkwam. En daarna zei zij aan Annelies dat ze een stuk wilde opdragen aan de Wit-Russische fluitiste en politiek activiste Maria Kalesnikava. Zij kreeg een gevangenisstraf van elf jaar voor haar kritische houding en protest ten aanzien van het regime in haar vaderland. Gaea, Annelies en ik hebben als vrienden al jaren gesprekken over de relatie tussen activisme en kunst. En toen zei Gaea: ‘We moeten al deze thema’s bij elkaar brengen en ik ga wel iets bedenken.’ En een dag later kwam ze met het fantastische verhaal.
Ze had zich ook een beetje laten inspireren door de film Volver, van Pedro Almodovar. Daarbij kwam het gegeven van de madrigalen van Banchieri. Het werk van Banchieri gaat over een groep vreemde mensen die samen op een boot van Padua naar Venetië zit. Ze vertellen hun verhalen, hun geschiedenissen en daardoor ontstaat een soort scala aan mensheid, een soort pre-humanistische beeld. En dat vond Gaea interessant. Wat gebeurt er als je twee hele verschillende mensen bij elkaar zet met uiteenlopende wereldvisies en wat gebeurt er als je die twee met elkaar confronteert? En kunnen ze naar elkaar toe groeien of niet? Dat was een soort van uitgangspunt voor haar.
Ik riep al heel lang:’ We moeten een lesbische versie maken van The Kiss of the Spiderwoman’. En al deze dingen, die altijd een rol spelen in onze gesprekken, kwamen dus samen. Het verhaal over twee vrouwen, een jonge klimaatactiviste en een volksvrouw. In het Duitse libretto is het vertaald als een ‘einfache’ vrouw. En daarover was ook heel veel discussie. Kunnen we dat eigenlijk nog benoemen of niet?’
Heel Brechtiaans, een ’einfache’ vrouw.
Sjaron: ’Precies en het is natuurlijk zo dat klasse een rol speelt. Het klassenverschil speelt ook in de tekst van Gaea een belangrijke rol. Twee vrouwen uit andere sociale, culturele en economische achtergronden die bij elkaar komen. Zo ontstond het en Gaea liet in haar libretto heel mooi de twee vrouwen naar elkaar toe groeien. Ze heeft de rol van fysieke genegenheid in de tekst kunnen verwerken en echt een hele mooie apotheose kunnen vinden. En dat is door Annelies in mijn ogen subliem in klank omgezet.
Het was voor mij erg fijn om in een bijna volledig vrouwenteam te werken. Ik besef dat ik, nooit echt bewust, allemaal werken maak die over vrouwen gaan. En ik werk bijna alleen maar met vrouwelijke componisten. Dus daar zit ook een beetje de homoseksuele man in mij. Ik kan veel beter met vrouwen omgaan dan met mannen. Mijn interesse ligt ook voornamelijk bij vrouwelijke identiteit. Dat komt ook denk ik omdat ik vrij vrouwelijk ben van mezelf. En zo zijn we ook eigenlijk naar elkaar toegegroeid, Gaea, Annelies en ik. Toen ik bij Transparant voorstellingen met Gaea en Annelies begon te maken, was ik doodsbang van ze. En ik denk dat zij mij ook een beetje afkeurden, totdat we in gesprek raakten. En sindsdien hebben we elkaar gevonden.’
Heeft jouw gender of je seksuele geaardheid nog iets met je werk te maken dan?
Sjaron: ‘Ten dele. Ik bedoel, ik heb zeker blind spots als man. Dat hebben vrouwen ook, dat hebben queer mensen ook, iedereen heeft blind spots. Gelukkig kan ik zo goed met Gaea en Annelies werken, dat ze bijna altijd aanwezig waren in de repetities en de opdracht aan hen was om te kijken naar mijn blind spots. Waar zie ik het verkeerd? Waar breng ik te veel de mannelijke blik? Waar zijn jullie het niet met me eens? En zelfs bijvoorbeeld de seksscène of de fysieke scène. Die heb ik door de dames zelf laten regisseren en ik heb het daarna alleen maar een beetje opgeschoond, maar ik dacht: ‘Ik weet niks van liefde bedrijven tussen twee vrouwen. Dat moet ik aan jullie overlaten.’
En hebben jullie, omdat dat toch ook iets is waar we heel erg mee bezig zijn in theater en in opera, het over een veilige werkomgeving gehad als het zo fysiek is.
Sjaron: ‘Het is heel erg belangrijk. We hebben geen coach van buitenaf gehaald, maar ik vind zelf bijna altijd dat mijn repetitiekamer vrij en veilig moet zijn. In deze productie zijn we allemaal goed bevriend, dus Els Mondelaars, onze mezzo, is een goede vriendin van Gaea en Annelies en ik had al eerder met haar gewerkt. Johanna de sopraan is ook een vriendin. De eerste repetities zijn voor mij toch een soort van teambuilding en een vertrouwde plek vinden, een veilig plek voor iedereen. En dan in een ruimte waarin iedereen kan aangeven; ‘dat vind ik fijn of niet’. Dan gaat het vanzelf als er genoeg ruimte is voor iedereen om zich uit te kunnen spreken, dan hoef je niemand van buitenaf in te brengen. Kijk, als je een repetitie doet met allemaal zangers die ingevlogen zijn en elkaar niet kennen en ik ken ze ook niet, is het een heel ander verhaal. Maar dat is het plezier van heel intiem kunnen werken in een klein groep mensen.
De dames komen naakt op toneel en dat was altijd een keuze. Ik zei :‘ Dit kan, maar dit kan ook niet.’ Dat is mij is het eigenlijk om het even, of althans het is mijn idee, ik vind het wel mooi. Maar de uitvoerders mogen beslissen. In Venetië bijvoorbeeld hebben we dat niet gedaan, niet omdat de dames het niet wilden, maar omdat de locatie het niet goedkeurde en ik had er absoluut geen probleem mee. ‘Het is jullie huis, wij zijn te gast, prima’. Dus dat is het gewoon; heel veel respect voor elkaar en mensen de ruimte geven om grenzen aan te geven.’
Met wie van de twee vrouwen in de gevangenis identificeer jij je makkelijker?
Sjaron:’ Eerlijk gezegd nog altijd met de ‘einfache’ vrouw want zij handelt vanuit een bepaalde vorm van pragmatisme en oprechtheid. Het idealisme van de activiste verreist een soort van een tunnelvisie. De activiste kan geen idealist zijn én genuanceerd zijn. Dat lijkt tegenwoordig onmogelijk. Aan het begin hebben we veel meer het gevoel als toeschouwer dat de activiste eigenlijk de nuance representeert. Maar dan zie je dat eigenlijk dat de activiste tunnelvisie heeft. Dat de vrouw die haar man vermoord heeft het uit noodweer heeft gedaan, daarin zit veel meer de nuance. Maar wel zeggen: ‘ik had geen andere keuze. Dus ik neem de verantwoordelijkheid voor mijn daden. Ik verschuil me niet achter idealisme, maar ik moest dit doen en zal ik ook de prijs betalen.’
Maar dat is op zich wat een echte activist ook zegt. ‘Ik heb geen keuze. Ik moet mijn stem laten horen.’
Sjaron: ‘Als ik nu kijk naar het Palestijnse, pro-Palestijns activisme of pro-Israëlische activisme is het heel moeilijk om de nuance aan te brengen. Ik heb toevallig laatst nog op Radio 1 een discussie gehoord en de activiste, die nog in voorarrest zit, doet iets wat bij wet verboden is en in dat specifieke geval ook andere mensen in gevaar brengt, dus je wordt gearresteerd en dat is een deel van jouw activisme. Dat is het offer dat je brengt. Maar veel activisten vinden van niet. ‘Ik mag wel in actie komen, maar er mogen geen consequenties voor mij zijn.’ Terwijl de aard van actie hem juist zit in de consequentie.’
Maar de activiste, die dus gebaseerd is op Maria Kalesnikava, die moet die consequentie ook gezien hebben en accepteren, want ze zit in de gevangenis.
Sjaron:’Ja en het is precies het proces dat zij doormaakt. Aan het begin van de opera vindt ze dat door haar op te pakken haar vooral onrecht wordt gedaan. Wat zij leert is dat ze zo rationeel bezig is, dat zij de lichamelijke contacten en het menselijke contact met haar actie verloren heeft. Door de volksvrouw komt ze tot nieuwe inzichten die, en dat komt dus ook zonder de apotheose te willen verklappen, door het lichamelijke contact. Dat is de verlossing; verlossing die wij onszelf geven, in ieder geval in Notwehr en dat is wel iets dat ik bijvoorbeeld heel moeilijk in het hedendaagse activisme kan terugvinden. Een soort van kwetsbaarheid, dat is het misschien. De kwetsbaarheid van het weten dat je misschien ergens voor staat, maar dat je ook kan accepteren dat niet de hele wereld het met je inzichten eens is.’
Kunst
We gaan nu weer even over kunst praten, want we hebben het nu toch weer veel te veel over politiek.
Sjaron: ‘ Maar dat hoort er natuurlijk bij, zeker bij deze voorstelling.’
Je hebt de voorstelling gemaakt voor een van de mooiste locaties in Venetië, met authentieke schilderingen van Tintoretto. En nu ga je naar Rotterdam. Wat kan daar in hemelsnaam qua locatie aan tippen?
Sjaron:’ Niks. Maar ik vind de zaal best mooi, het Theater Rotterdam, maar het is natuurlijk een hele andere sfeer. En hier geef ik mezelf een compliment. Wat ik wel goed heb gedaan met deze voorstelling is dat we een decor zodanig hebben gemaakt dat je in heel veel verschillende plekken kan spelen. In maart hebben we de voorstelling gespeeld in Leipzig in een heel ander theater, een heel andere locatie. En dat stond prachtig. En daarna in het Concertgebouw in Brugge, een kamermuziek zaal, waar het publiek er helemaal omheen zit. Daar hebben we ook twee keer gespeeld, ook prachtig. Dus de voorstelling laat zich makkelijk vertalen of in ieder geval bewegen.’
‘Theater moet overtuigen’
Is deze vorm van theater, die opgezet is met een bedoeling, ook theater met een boodschap?
Sjaron: ‘Wat mij heel erg fascineert en zelfs blij maakt, is dat jij het woord theater gebruikt want het is niet zozeer vanzelfsprekend, zeker niet van dag in de dag. Als mensen over opera spreken, spreken toch vaak over muziek en niet over theater, terwijl ik geloof dat in een goede opera de balans tussen muziek en theater even evenredig is. Dus dat vind ik echt al heel mooi, dat je opera als een vorm van theater ziet, want het is niet meer vanzelfsprekend vandaag. De kracht van theater is dat het geen boodschap hoeft te hebben. De kracht van kunst is dat het geen boodschap hoeft te hebben. Het mag het hebben, maar het hoeft het niet. Wat het wel moet doen is overtuigen. En dat is buiten alle boodschappen om. De grote uitdaging bij het maken van kunst is overtuigingskracht. Dat is iets wat je eigenlijk bijna niet kan voorspellen. Ik hou me veel meer bezig met de overtuigingskracht dan met de boodschap. Want ja, de boodschap die zit er, maar die hoef ik niet aan de toeschouwer door de strot te duwen als het ware. Wat ik wel moet doen is de toeschouwer overtuigen. De toeschouwer is zodra het licht uitgaat even een uurtje uit de dagelijkse realiteit en hoeft niet alles wat hij ziet terug te relateren aan de dagelijkse realiteit. Want dan ben je er niet helemaal, zit je niet in een in het universum dat ik kunst noem.’
Is er nog een onderwerp waar jij jezelf activist voor ziet worden in de toekomst?
Sjaron:’ Kunst! Ik kom mijn hele leven op en wil blijven opkomen voor opera, voor kunst in het algemeen. Juist in tijden waarin heel veel mensen zich bezighouden met mensenrechten, wat ik heel goed vind, vind ik dat het ook belangrijk is dat er mensen zijn die voor kunst vechten. En dat is mijn rol.’
Notwehr is te zien op 18 mei in het O.Festival. Theater Rotterdam, Grote zaal, aanvang 20.30 uur
Naast de solisten Els Mondelaers en Johanna Zimmer wordt de opera uitgevoerd door het HERMESensemble onder leiding van Stijn Saveniers en het B’rock Vocal Consort. Annelies van Parys tekende voor de nieuwe muziek en Gaea Schoeters schreef het libretto.
Verder kijken, lezen en luisteren
Introductie video van Notwehr.
In 2015 maakte Sjaron Minailo een voorstelling in Rotterdam die was gebaseerd op Semele van Händel.