Where stars are born: 70 jaar IVC
Op 27 september gaat de 57ste editie van de International Vocal Competition in ’ s Hertogenbosch van start. Wat 70 jaar gelden begon als een kleine Benelux zangwedstrijd, is door de jaren heen uitgegroeid tot een van de belangrijkste concoursen ter wereld.
Openingsconcert
De viering van dit kroonjaar wordt feestelijk geopend met een concert door Bach Collegium onder leiding van Jeroen Felix. Solisten zijn Nikki Treurniet (sopraan), viervoudig laureaat van de IVC in 2017, Rosina Fabius (mezzo-sopraan), winnares van de Oratorium Prijs in 2018, Steven van der Linden (tenor) en Vincent Kusters (bariton) winnaar van de Vrienden Prijs van de IVC in 2019 . Op maandag begint het echte concours waarin 70 jonge talenten gaan proberen een plek in de grote Opera -en Oratorium Finale op zaterdag 5 oktober te veroveren.
Faam
In 1954 toen de competitie nog het Benelux Vocalisten Concours heette, waren Annette de la Bije, Aukje Karsemeyer, Hans Wilbrink, Frans Meulemans de prijswinnaars. Ze waren te horen in een prijswinnaars concert in het toenmalige Casino in ’s Hertogenbosch.
Annette de la Bije zong het ‘Et incarntus est’ uit de Mis in C van Mozart en een aria uit Madama Butterfly van Puccini. ‘ We hebben we genoten van de glasheldere, zeer melodieuze en muzikale sopraan…die ongetwijfeld tot onze grote zangeressen zal gaan behoren’ schreef een van de landelijke dagbladen. Ze zou inderdaad een mooie carrière opbouwen, met name in oratorium. In de opera zong zij onder meer Marzeline in Fidelio en in de televisieopera Salto Mortale van Henk Badings.
Een jaar later werd het concours internationaal. De Duitse alt Eva Bornemann won de eerste prijs, de Kathleen Ferrier Award.
1956 was een belangrijk jaar in de geschiedenis van het IVC. Voor het eerst werd de Grote Prijs van de Stad ’s Hertogenbosch uitgereikt. De zeer ervaren bas Ladislav Mráz uit het toenmalige Tsjechoslowakije won die prijs, maar niemand minder dan de levende legende Elly Ameling won met onderscheiding de eerste prijs, de Aaltje Noordewier- Redingius Prijs.
Elly Ameling keerde regelmatig terug naar ’s Hertogenbosch als jurylid en gaf inspirerende masterclasses in 2010 en 2017.
Een jaar later, in 1957 won Maria van Dongen de Grote Prijs van de Stad ‘ Hertogenbosch, maar werd verrassend genoeg niet als eerste, maar als tweede prijs winnares aangewezen voor de Aaltje Noordewier- Redingius Prijs.
1958 was een bijzonder jaar om verschillende redenen. Een van mijn persoonlijke favoriete Puccini sopranen, Mietta Sighele, won een tweede prijs, evenals een van onze grootste liedzangers, Bernard Kruysen. Een van de grote wereldsterren die hun opwachting in ’s Hertogensbosch hebben gemaakt was de Amerikaanse sopraan Evelyn Lear, die in ’58 ‘slechts’ een eervol diploma kreeg.
1959 was het eerste jaar waarin zich enkele controverses, zoals bij elk zangconcours, de kop opstaken.
Zo vroeg men zich af hoe de zeer jonge Helga Dernesch überhaupt tot de halve finale had kunnen doordringen. Ze was volgens velen veel te jong en niet klaar voor competitie. Dernesch was twintig toen ze deelnam en twee jaar later maakte ze haar debuut in Bern als Marina in Boris Godonov. Haar carrière leidde haar uiteindelijk naar alle grote operahuizen van de wereld.
Max van Egmond won een aanmoedigingsprijs, ondanks negatieve pers, waarin men hem betichtte van het zingen van ‘hoge noten in een haast exhibitionistische manier’ en ’..hij moet nog leren vanuit zijn hart te zingen’.
Het IVC zou door zijn geschiedenis het gelijk aan zijn zijde hebben door het enorme aantal deelnemers dat grote carriers maakte.
Grote zangers
Het is haast onmogelijk om al deze zangers te vermelden dus hier een kleine greep.
Yvonne Minton en Henk Smit in 1961, Jules Bastin een jaar later, de eveneens Belgische Lucienne van Dijck in 1963.
1965 was een zeer succesvol jaar als het om blijvende grote namen gaat. Ileana Cotrubas, Victoria Cortez, Siegmund Nimsgern waren prijswinnaars en de Nederlandse tenor Willy Caron won een studiebeurs.
In 1967 won voor het eerste een Afro-Amerikaanse zanger een eerste prijs. Die eer was weggelegd voor de Amerikaanse bas Louis Hagen-Williams. Ruud van der Meer won een engagements prijs in dat jaar.
In ’68 wonnen de Nederlandse mezzo sopraan Ria Bollen en de bas Hubert Waber prijzen en in ’69 waren er meerdere eerste prijzen voor sopraan Maria Slatinaru. Dat jaar maakte het grote publiek voor het eerst kennis met bariton John Bröcheler, die een engagements prijs won. Collega bariton Wolfgang Schöne moest het met een prijs van de Duitse Ambassade doen dat jaar. Robert Holl won de Jos Orlioprijs in 1971, in 1973 won Stefania Toczyska een tweede prijs, de latere IVC directeur Annett Andriesen won in 1975 de Toonkust engagements prijs, en 1978 was een goed jaar voor Jard van Nes. Ze won maar liefst drie prijzen.
In 1976 werd er voor het eerste en countertenor prijs vergeven. Er werd echter geen eerste prijswinnaar aangewezen, maar de Amerikaan Drew Minter ging de boeken in als de eerste tweede prijs winnaar in deze nieuwe categorie.
Een van de favoriete zangeressen in Nederland was de Roemeense Nelly Miricioiu. In 1979 won zij niet de Grote Prijs, maar wel de Aaltje Noordewier- Redingius Prijs en, misschien wel belangrijker, de engagements prijs van de KRO: Nelly Mirioiu zou echter bij de VARA uitgroeien tot de koningin van de Matinee op de Vrije Zaterdag.
In de schaduw van Lynda Russell en Mariana Cioromilla, won Thomas Hampson in 1980 een tweede prijs. Qua carrière heeft hij de andere winnaars flink overschaduwd kan je wel stellen.
De lijst gaat door met grote namen van Wolfgang Holzmaier en Lucia Meeuwsen, via Ezbieta Szmytka, de eerste Chinese winnares, Qing Miao in 1986, Petra Lang in 1991 en in 1992 twee prijzen voor de vorig jaar overleden Angelina Ruzzafante. Zij won zowel de opera prijs als de Gré Brouwenstijn Nederlands Opera talent prijs.
Biënnale
Vanaf dat jaar zou de competitie om financiële redenen niet langer jaarlijks worden gehouden, maar om de twee jaar. Verrassend genoeg leverde het tussenjaar 1993 enorme publieke belangstelling op. Dat kwam door de Masterclass die de legendarische Magda Olivero gaf. In 1995 lukte het toenmalig artistiek directeur van het IVC Bert van Mourik en zakelijk directeur Arthur Oostvogel om ook Christa Ludwig en Renata Scotto naar Den Bosch te halen voor eveneens zeer geslaagde masterclasses.
1994 was een heel rijk jaar, met Sophie Koch, Sarah Connolly en de winnares van de allereerste publieksprijs, Karina Gauvin als beroemde winnaars.
Counter tenor Johhny Maldonado won meerder prijzen in 1996, waaronder de nieuw ingestelde Arleen Auger Prijs voor all-round interpreter. Grace Bumbry was een van de juryleden dat jaar en was meer dan onder de indruk van het talent van Maldonado en noemde hem een geboren artiest. Helaas kwam er door nare privé omstandigheden aan de carrière van Johnny Maldonado te vroeg een einde. Hij blijft echter niet alleen als counter tenor, maar ook als drag artiest een van de beste zangers die ik ooit gehoord heb. Zijn Amneris in Aida met La Gran Scena Opera Company di New York kan de vergelijking met de grootste mezzo’s aan!
1998 was niet zo’n goed jaar met zo goed als geen eerste prijzen.
2002 was het jaar van Lenneke Ruiten die maar liefst vijf prijzen won, waaronder de Grote Prijs van de Stad ’s Hertogenbosch, de persprijs en de publieksprijs. Duidelijker kon een resultaat niet zijn.
Velen denken dat een soort gelijk succes was weggelegd voor een internationale superster van nu, Pretty Yende. Toch won zij geen Grote Prijs, geen Arleen Auger award, geen publieksprijs, maar de Prijs van de Provincie Noord Brabant en een engagement in Riga. Het IVC was echter wel degelijk de springplank voor haar enorme internationale carrière.
Daniele Köhler en Jeanine DeBique sierden het concours van 2010, in 2012 wonnen zowel Peter Gijsberten als Maria Fiselier ieder drie prijzen.
Hedendaags repertoire
In het IVC was van meet af aan plaats voor eigentijdse muziek. Zo won in 1960 de Franse sopraan Lise Arséguet mede dankzij haar vertolkingen van werken van Olivier Messiaen en Menotti een eerste prijs.
Sinds 2002 is er regelmatig een compositie die speciaal voor het IVC geschreven is en voor de kandidaten die mee willen dingen naar de prijs voor de Nederlandse Lied Prijs. Toenmalig directeur Marc Versteeg verstrekte de eerste compositie opdracht aan Micha Hamel. Hij koos voor een Franse tekst van Guillaume Appollinaire, ‘Triptique’. De inmiddels wereldberoemde bas bariton Kyle Ketelsen won de prijs als eerste.
Lied Duo’s
Zeker sinds de invoering van het concours voor Lied Duo’s eerst nog in hetzelfde jaar als het Opera en Oratorium concours in 2014 met een aparte liedjury en in 2016 alleenstaand, is het aandeel van hedendaags repertoire enorm uitgebreid, met regelmatig terugkerende werken van componisten als Kaija Saariaho, Arnold Schönberg, John Cage, Komitas en György Kurtág. In 2014 wonnen de Zwitserse bas Zwitserse bas-bariton Milan Siljanov en zijn Georgische pianiste Nino Chokhonelidze. Winnaars van de eerste op zich staande Lied Duo competitie in 2016 waren de Franse mezzo sopraan Adèle Charvet, en pianist Florian Caroubi. Zij wonnen niet alleen de Pannebakker Lied Duo Prijs, maar ook de Dioraphte Award, de Persprijs, de Junior Jury Prijs, de Prijs van de Vrienden van het Lied en de MAX Jong Talent prijs (concertopname). Adèle Charvet stond zondag 29 september in het Concertgebouw in Amsterdam met een Vivaldi-programma.
Het opvoeren van een ‘verplicht’ werk door een levende Nederlandse componist draagt bij aan het eigentijdse imago van de IVC. In 2014 was het Willem Jetz die ‘Quale Coniugium!’ (Wat een paar!) componeerde als verplicht lied, ‘Lunam ne quidem Lunam’ van componist Monique Krüs was in 2017 het verplichte lied, in 2018-2019 was het een werk van Sylvia Maessen, ‘Che tranquillo mar’, in 2020-2021 ‘Het Goud van Vermeer’ van Bart Visman op een tekst van Marc Pantus, en nu is het een vervolg , namelijk ‘Het Groen van Vermeer’.
Sinds 2023 is countertenor Andrew Watts de nieuwe algemeen en artistiek directeur van de IVC, de eerste niet Nederlandse directeur. Hij volgde vorig jaar Ivan van Kalmhout op. De naam is van ‘concours’ in ‘competition’ veranderd en we spreken nu dan ook over dé IVC, even wennen voor iemand als ik die al sinds de jaren 80 hét IVC kent.
Prijzen
Naast de Grote Prijs van de Stad ’s Hertogenbosch zijn er vele bijzondere prijzen ingesteld door de jaren heen; de reeds genoemde Arleen Auger Prijs, De Gré Brouwenstijn Prijs, de Edwin Rutten en Annett Andriesen Publieks Prijs, de Rudolf Jansen Prijs om er slechts een paar te noemen.
Dit jaar gaat er in de IVC gestreden worden om een totale prijzenpot van € 45,500,-
De Grote Prijs van de Stad ’s Hertogenbosch is de hoofdprijs, maar er is een Wagnerprijs, een prijs voor de beste coloratuursopraan, een prijs voor de beste vertolking van het Nederlands lied, de Jong Talent Prijs, de persprijs prijs, en de publieksprijs.
Het concours vindt plaats in het Theater aan de Parade in ’s Hertogenbosch en naast de eerste rondes op 28 en 29 september, waaraan 70 kandidaten zich zullen presenteren, volgen de halve finale op 1 oktober en de finale met orkest (Philzuid) oner leiding van David Parry op 5 oktober.
Tussen de rondes door zijn er masterclasses van enkele van de beroemde jury leden, zoals Dame Gwyneth Jones, Eva Maria Westbroek, Rosemary Joshua, Michael Chance en Roberta Alexander. Ook in de jury dit jaar Pål Christian Moe (casting consultant), Karen Stone (directeur van Opera Europa), regisseur Monique Wagemakers en Damià Carbonell Nicolau, (hoofd artistieke zaken van De Nationale Opera).
Op de website van de IVC staan alle activiteiten en hoe er kaartjes voor te kopen.
Verder kijken, lezen en luisteren
In 2014 is er een mooi boek over de historie van het IVC tot dan toe verschenen.
Winnaar van de IVC in 2024 Andrei Danilov, tenor – Torna ai felici – Le Villi – Giacomo Puccini
IVC Lied cursus van Elly Ameling en Rudolf Jansen in 2010