Joost Schoenmakers ‘af’ na 33 jaar DNO
Voorstellingsleider bij De Nationale Opera Joost Schoenmakers gaat na 33 jaar met pensioen. Als hij op 29 december ‘af ‘gaat tijdens Die Fledermaus zit zijn lange loopbaan er op. Monique ten Boske maakte dit portret.
Voorstellingsleider Joost Schoenmakers komt op. Met zijn headset op en in zwarte outfit, zoals backstage personeel draagt. Hier staat een routinier, de deus ex machina van de opera in levenden lijve, want hoe vaak heeft hij in de afgelopen jaren niet een voorstelling gered? Deze maal vervult Joost een kleine rol als figurant – hoewel hij niet in het programmaboekje te vinden is- maar dat hoeft ook eigenlijk niet want iedereen kent Joost na 33 jaar.
We hebben het over Die Fledermaus, de kerstproductie van De Nationale Opera door Barrie Kosky. Het is de laatste productie die Joost Schoenmakers in dienst van De Nationale Opera als voorstellingsleider doet. Joost is juist op tijd om in de eerst akte de whiskyfles uit handen van Alfred te nemen. Deze minnaar van Rosalinde heeft in korte tijd een stuk in zijn kraag gezopen. Dat komt zijn muzikaliteit wel ten goede; hij zingt een potpourri van overbekende opera frases, met zijn heerlijke tenor stem. Maar mogelijk is er later ook nog andere inzet van hem gewenst. Dat begrijpt het publiek maar al te goed en als Joost, in zijn rol als voorstellingsleider, hem de whiskyfles uit handen neemt wordt dat door het publiek met een gulle lach ontvangen.
Joost, 66 jaar, ontmoet ik een paar uur voor aanvang van de Fledermaus-matinee. Het is backstage al behoorlijk druk. Dat komt mede vanwege de enorme hoeveelheid kap & grime en kleding in deze productie. In de grote scenes zijn er honderdtien mensen op het podium. Er zijn daarmee maar liefst 23 mensen van kap & grime en kleding aan het werk. Er is dan ook een strak tijdschema. Sommige solisten, koorleden, dansers en figuranten moeten extra vroeg komen en hebben wachttijd want vandaag voor de matinee moet iedereen klaar zijn om 14.00 uur. Joost mag in de tweede act nog een keer figureren. Hij neemt de enorme bontjas van Prins Orlofsky aan en brengt die later weer terug.
Joost heeft dan, zoals veel technici op dat moment, een glitterjasje aan om een beetje in te blenden bij de bonte feest massa. Feit is dat de ijzeren decorstukken die moeten worden verschoven echt loeizwaar zijn en om ze in beweging te krijgen is iedereen op de vloer inclusief wat figuranten en koorleden nodig. Prins Orlofsky flirt met Joost en legt liefdevol een hand op zijn wang. Joost neemt jas en compliment in ontvangst en gaat verder met zijn werk als voorstellingsleider.
Joost weet het!
Joost staat bij zijn werkplek, de tafel met de monitoren en het intercomsysteem, op het toneel, voor de mensen die vanuit de zaal kijken rechts. We lopen naar het bedrijfsrestaurant Artfo en Joost grapt tegen zijn collega; “ik mag je bellen hè Roland (Lammers van Toorenburg) als er een vraag is die ik niet weet.”
Een voorstellingsleider bij de opera coördineert alles wat er tijdens de voorstelling gebeurt, zowel op, als achter het toneel. Hij leest de partituur, zorgt ervoor dat alle cues, zoals opkomsten van artiesten, maar ook die van de dirigent, licht- en geluidseffecten, en decorwisselingen, precies op het juiste moment plaatsvinden. Dit gebeurt backstage op het toneel met een intercomsysteem. Belangrijk is verder dat de voorstellingsleider contact houdt met het orkest, de artiesten, en technische teams om problemen op te lossen en ervoor te zorgen dat alles volgens plan verloopt. Hoe ben je in het vak terecht gekomen?
Geen Florence Nightingale
Joost: “Ik ben geboren in Dordrecht, maar ik zat in Zwolle op de HBOV omdat de verpleging mij wel aansprak. Maar ik was ook dienstweigeraar en dat was allemaal lastig. Daar in Zwolle zaten allemaal van die Florence Nightingale-typjes, dat was helemaal mijn ding niet. Dus ging ik in 1980 naar de randstad en dat werd Amsterdam. Ik heb veel in de horeca gewerkt, ik kluste en was nogal actief in de kraakbeweging. Sasia Boddeke, een goede vriendin, werkte bij het Muziektheater als voorstellingleider en dacht dat daar werken echt geknipt voor mij was. Via haar was ik daarvoor al bij de Uitmarkt betrokken geraakt en deed dat seizoen toevallig podium coördinatie Muziektheater. Daar verving ik volgspotter Koos Dolstra dus kon ik tijdens mijn sollicitatie zeggen; óh ja een maand geleden stond ik nog op de lichtbrug. Nou, dat maakte natuurlijk wel indruk en ik werd aangenomen. Vooral ben ik aangenomen omdat ik goed met mensen ben en heb in de horeca ook heel veel met mensen heb gewerkt.
Ik heb een achtergrond met muziek van huis uit. Ik had zeven jaar klassiek gitaar gespeeld en kon dus bladmuziek lezen. Mijn vader was automobielvertegenwoordiger dus daar kwam het niet van, maar mijn moeder was enorme fan van operette en klassieke muziek en ze speelde ook graag piano. Haar piano heeft nog heel lang bij ons in huis gestaan en dan speelde ze geregeld. Zij vond het ook geweldig dat ik bij de opera werkte. Mijn vader heeft dat niet meer meegemaakt. Toen ik mijn moeder een keer mee nam naar La Bohème viel ze in slaap, dat lag niet aan de productie hoor, ze was al heel oud.
Les Brigands en Fledermaus
Mijn eerste productie toen ik in 1991 in het Muziektheater bij De Nederlandse Opera kwam werken was notabene geen opera, maar een operette en wel Les Brigands van Offenbach. Het was een Frans gezelschap met zo’n bordkartonnen decor. Er waren levende kippen op het podium die op de geweren van ‘de carabiniers’, de koorleden, sprongen. Michel Sénéchal zong de hoofdrol van Falsacappa, de bandieten leider. Ik voelde me meteen als een vis in het water en vond het een heerlijk werk. Dat was geheel wederzijds want ik werd daarna meteen aangenomen als ‘aankomend assistent voorstelling leider [lachend] die titel voor de baan is er daarna nooit meer geweest.
Er is nu, ik geloof sinds 2000, een vierjarige opleiding productie podiumkunsten aan de theaterschool in Amsterdam. Die leidt op tot allround-theaterproducent in de breedste zin van het woord. Tijdens de studie kan je ontwikkelstappen zetten richting zakelijk leider, producent, productieleider, voorstellingsleider, regieassistent en tourmanager. Ik heb er een tijdje lesgegeven. Ik weet het allemaal wel, maar het ligt me niet zo dat lesgeven.
Rol en positie
Als voorstellingsleider zit je natuurlijk altijd tussen het zakelijke, de techniek en de planning en het artistieke een beetje klem. Je moet die werelden met elkaar laten praten. Omdat wij als voorstellingsleider toch redelijk onafhankelijk zijn (we vallen onder algemeen directeur Stijn Schoonderwoerd), kunnen we ‘vrij’ handelen. Pierre Audi en Truze Lodder hebben zich er destijds sterk voor gemaakt dat de voorstellingsleider een goede positie kreeg, die hier goed werkt. We zitten vanaf de studio periode ook bij de repetities en je bent als voorstellingsleider ook heel herkenbaar voor het artistieke team. Internationaal gezien is dat een service die wij bieden, bij andere huizen moeten bijvoorbeeld kostuumontwerpers en decormensen assistenten hebben om zaken voor elkaar te krijgen. Dat is hier beslist niet nodig.
De voorstellingsleider werk bij operaproducties met een zogenaamde ‘showcaller,’ en één, of zoals bij Fledermaus zelfs met twee, assistenten. De showcaller werkt vanachter de lessenaar/tafel zoals we zeggen, een plek met onder andere een camerabeeld van de dirigent, een overzichtsbeeld en zelfs een infrarood camerabeeld. De showcaller geeft, aan de hand van de partituur, via een headset de cues door, bijvoorbeeld voor wisselingen van het decor en lichtstanden, maar ook voor opkomsten van dirigent, solisten, figuranten en koorleden. Deze cues worden vervolgens opgevangen en verder doorgegeven door onder andere eerste voorstellingsleider en assistenten. Wie welke van deze drie posities invult, wordt vooraf afgesproken en verschilt per productie.
Bij DE NEUS genomen
In de tweede helft van de jaren negentig hebben we De neus gedaan van Dmitri Sjostakovits, een mooie productie. Daar was toen een probleem, de stroom viel uit in het hele centrum van Amsterdam. De noodverlichting van het theater ging aan. Er was een soort catwalk rond het orkest en ik was voorstellingsleider en liep naar voren naar de dirigent en zei; ‘Maestro we have een problem’. Dat werd met een enorm gelach ontvangen want men dacht: ‘ Ja jochie, dat had de maestro ook wel door. Toen heeft na een tijdje de toenmalige directie vertegenwoordiger Peter de Caluwe een aankondiging gedaan en we hebben de situatie even aangezien maar het was niet zomaar op te lossen en toen werd besloten de voorstelling verder af te blazen. Er was verder ook geen paniek of zo dus mensen konden wel hun jassen gaan halen maar ondanks de noodverlichting was het bij de garderobe aardedonker. Dus ging al het technisch personeel naar beneden met zaklampen om bezoekers bij te lichten. Maar in die voorstelling waren er ook technici, die op dat moment verkleed en geschminkt waren als clochard. Er kwamen toen wel opmerkingen van bezoekers; ’pas op er zijn ook junks binnen gekomen en die staan nu bij de champagne bar!’
Hoogtepunten
Ik hou echt van theater en heb een hele brede muzieksmaak. Ik ga regelmatig naar kleinkunst. Thuis luister ik naar bijvoorbeeld The Who en Lou Reed, ik hou ook van latin en dans die stijl ook graag. Maar als ik een productie hier in het Muziektheater heb gedaan kan het zomaar zijn dat ik, keihard thuis ‘s avond nog een nummer uit die opera opzet. Dat heb ik wat minder met moderne opera’s. Maar via mijn werk heb ik wel moderne muziek beter leren kennen en dat ben ik ook vaak gaan waarderen. Zoals Aus Licht van Stockhausen bijvoorbeeld. Dat was eerst echt mijn ding niet maar daarna leer je toch dat daar ook wel hele mooie stukken in zitten. Je leert dat misschien een beetje. Ik verzamelde ook wel de opnames waar ik aan meewerkte en dat zijn er nogal wat. Hoogtepunt was voor mij wel de Ring (des Nibelungen van Wagner). Specifiek deed ik de producties Die Walküre en Götterdämmerung. Dat vind ik nog steeds prachtig en daar heb ik heel erg van genoten.
Wat ik ook nooit vergeet is de Don Giovanni die ik met dirigent Harnoncourt heb gedaan. Dat was bijna magisch, vooral ook als muzikale productie heb ik daar wel heel erg van genoten. Dus in die zin ben ik wel een liefhebber van opera geworden maar ik vind mezelf geen connaisseur. Wozzeck van Willie Dekker was een waanzinnig mooie productie, die heb ik niet als voorstellingsleider gedaan, maar maakte veel indruk. De voorstelling van Lady Macbeth of Mtsensk onder regie van David Poutney begin jaren 90 was bijvoorbeeld weergaloos en veel indrukwekkender dan de latere productie.
Ik ben aan bepaalde muziek echt gehecht geraakt. Vorige week op Arte kwam nog onze Walküre voorbij, die was terwijl ik zapte al in de tweede acte, de muziek pakt je zo gigantisch, die heb ik helemaal uit zitten kijken en daar geniet ik dan wel heel erg van.
Pensioen
Tijdens de corona periode ben ik 75% gaan werken. Dat was natuurlijk raar want er was nauwelijks werk, maar zo was het afgesproken en ik vond het wel zo netjes om dat door te laten gaan. Ik heb me in die 2 jaar geen moment verveeld, het voelde als vakantie, dus denk ook dat ik niet in een diep gat ga vallen waar ze het wel eens over hebben. Ze hebben zo’n cursus voor mensen die met pensioen gaan en ik denk dat ik me daar ook wel voor in ga schrijven.
Mijn vrouw Jean en ik gaan 17 jaar met elkaar. Zij woont aan het Markermeer en ik heb hier in Amsterdam nog mijn huis dus ik kan na mijn pensioen de stad meer met de rust van haar huis gaan afwisselen. Ik verheug me erop weer wat meer te gaan lezen en ook reizen. Mijn vrouw heeft een stichting en die maakt zich sterk voor vrouwen empowerment projecten en duurzaamheid, milieu. Nu is ze net naar Marokko geweest om te kijken en bij te dragen aan het tot stand komen van een cultureel centrum aan de rand van een woestijn, ik kon nu niet mee maar dat wil ik dus in de toekomst met haar gaan doen.
De cirkel is rond, weet Joost
Deze Fledermaus is wel een hele grote bijzondere productie en natuurlijk ook omdat het mij laatste is. Ik heb ook de eerste Fledermaus nog gezien, een hele oude productie uit 1991, die met die grote kerstboom, er zijn een paar kleine filmpjes op Youtube. Hij is nog een keer in 2008 hernomen. Wel een gek idee hoor, mijn laatste voorstelling op 29 december 2024, een matinee.
Mijn vuurdoop was dus Les Brigands, een operette wat voor mij van huis uit al een beetje vertrouwd terrein was omdat mijn moeder zo van operette hield. Toen had ik echter nog nooit van Les Brigands gehoord. Het is heel toevallig dat die redelijk onbekende operette nu juist afgelopen september in Parijs in première is gegaan onder de regie Barrie Kovski met in de hoofdrol onze landgenoot Marcel Beekman. Mijn laatste productie, na 33 jaar gewerkt te hebben in dit huis, is nu weer een operette, net als mijn allereerste voorstelling. Dit keer gaat het om Die Fledermaus, één van de meest gespeelde operettes ter wereld, onder regie van Barrie Kosky. Het voelt bijzonder dat de cirkel nu rond is.
Als bezoeker ben ik zeker van plan om te blijven komen. Ik ben nieuwsgierig naar elke voorstelling die hier gebracht gaat worden.”
Die Fledermaus is nog te zien op 13, 16, 19, 22, 25, 27 en 29 december.