BinnenkortFeaturedHeadlineInterviews

Oum: ode aan Arabische lyrische kunst.

Op 20 maart beleeft een nieuwe opera haar wereldpremière op het Opera Forward Festival bij de Nationale Opera. Oum, A son’s quest for his mother is een werk gebaseerd op het toneelstuk ‘Un obus dans le coeur’ en fragmenten uit de roman ‘Visage retrouvé’ van Wajdi Mouawad. Het is gemaakt in volledige samenwerking tussen regisseur Kenza Koutchoukali, dramaturg Wout van Tongeren en componist Bushra El-Turk.

Componist Busha El-Turk. Foto: © Bushra El-Turk

Een paar dagen voor de première sprak ik met de Brits-Libanese componist in de kantine van de Nationale Opera. Ik vroeg haar hoe het met haar ging.

 Bushra El-Turk: ‘Nou. Ik kan nu weer slapen. Dat lukte me vorige week niet. Ik ging heel laat naar bed en werd vroeg wakker. Er was een dag en nacht dat ik helemaal niet sliep en toen moest ik naar de repetitie. Ik was meer dan 24 uur achter elkaar wakker. Er ging zoveel door mijn hoofd, maar nu ben ik rustig. Het is ook te laat om nog dingen te veranderen.’

Laten we teruggaan naar het begin. Kenza Koutchoukali  zei dat ze altijd al met je had willen samenwerken. Ze had het idee om een ​​opera te schrijven rond Oum Kalthoum voordat ze de roman van Wajdi Mouawad ontdekte waarop het libretto uiteindelijk is gebaseerd. Had je ook het idee om een ​​opera te schrijven rond Oum voordat je de roman las?

 BE-T: “Nee, niet echt. Ik keek daarvoor al naar vergelijkbare thema’s als die in de roman, omdat ik werkte aan een project gebaseerd op Mozarts Requiem. Kijkend naar de constellaties van verdriet, met name na Covid en gekoppeld aan de dood van mijn vader, omdat het project letterlijk een week na de dood van mijn vader plaatsvond. Het viel gewoon op mijn schoot. Ik voelde dat dit was wat ik moest doen. Ik had een beetje gespeeld met het idee om met gevonden materiaal en fragmenten te werken, maar zonder mijn eigen muzikale taal in gevaar te brengen. Allerlei mensen spraken met me over een hele reeks projecten en ik dacht dat ik er alleen aan kon werken als het idee om het Requiem te gebruiken centraal stond.

Kenza Koutchoukali. Foto: © Wouter le Duc

Wajdi Mouawad

Ik zat er middenin terwijl Kenza en Sophie (de Lint) contact met me wilden opnemen over dit project. Toen Kenza en ik spraken en ze me vertelde dat Wout (van Tongeren) haar geïntroduceerd had met het werk van Wajdi Mouawad, had ik al een beetje gewerkt aan een stuk gebaseerd op een van zijn grote theaterwerken, dus het was alsof Wajdi weer terug in mijn leven kwam. Ik houd van zijn schrijfstijl;  hoe hij speelt met realiteit en fantasie en de manier waarop hij over dingen denkt en ook  omdat hij net als ik diasporisch is. Ik deelde die thema’s, maar hij sprak ook over dingen waar ik al tijden naar verlangde om er woorden voor te vinden. De manier waarop hij ze verwoordde was een soort van openbaring voor mij. En hij doet het op de meest poëtische manier. Dus ik dacht: “Dit is precies wat ik zocht!”

Wajdi Mouawad. Foto: © Patrick Imbert – Collège de France

Het moest toen misschien toch ook een min of meer traditioneel operalibretto worden, want wij verwachten we dat opera’s daarop worden gebouwd. Werkte dat ook zo met jou en Kenza?

 B-ET:’ Het punt is dat de tekst heel onzingbaar is, maar ik wilde een aantal dingen naar voren brengen, vooral met betrekking tot de delen van het gezicht of de delen van het lichaam en ik wilde dat een beetje benadrukken, omdat Wahab, het personage in Wajdi’s roman, het gezicht van zijn moeder niet herkent. Wahab wordt vertolkt door actrice Nadia Amin.

Dus dat waren kleine dingen waarmee ik wilde spelen, zodat ik een aantal dingen in de opera kon brengen. Het trauma of het verdriet of de andere herinneringen. Maar ik wilde ook wat licht brengen, je hebt zowel wat licht als wat duisternis nodig. Dus ik vroeg Wout om de teksten op een bepaalde manier op te delen en wat terugkerende momenten aan te brengen, een soort pilaren, om me te helpen met de structuur van mijn compositie.”

Dramaturg en tekst bewerker Wout van Tongeren. Foto: © Martin Dijkstra

Maar de belangrijkste ‘aria’s’, om zo te zeggen, worden die gezongen door Oum Kalthoum?

 B-ET: ‘Ja en nee. Dat is het belangrijkste. De zangers zijn voornamelijk instrumentalisten, om zo te zeggen, tenzij ze de tekst van Oum ‘schaduwen’. De tekst wordt weggehaald zodat ze een moment in de opera volledig kunnen uitdrukken of articuleren in het idioom waarin ze zingen. Maar ze zijn allemaal improviserende zangers, in verschillende mate. De zangers brengen hun individuele creatieve en hun interpretatieve stem in. Zo werkt iedereen, inclusief de muzikanten.

De monoloog wordt gesproken, niet gezongen. Maar ondersteun je de gesproken tekst, of stopt de tekst en gaat het dan over op muziek, of is het een constante stroom van je muziek onder de monoloog?

BE-T: ‘Een beetje van beide. Toen ik er echt over na probeerde te denken, om echt te differentiëren, om de stijl van Oum Kalthoum te definiëren, realiseerde ik me dat zij niet de componist als zodanig is, maar ze nam wel eigenaarschap over haar werk. Ik bedoel, de manier waarop mijn muziek binnenkomt, is vooral om de dichotomieën te vormen tussen de kilheid van Wahabs realiteit en de warmte van de moeder.Dus de kilheid en de winterse gevoelens en de geluiden zijn mijn muziek; op een manier een anticipatie op het hoofdpersonage Wahab die zijn moeder ontmoet op weg naar haar dood.

Oum Kalthoum

Het is dit soort vooruit-achteruit idee in termen van het geheugen of de verbeelding, dus we proberen de klankwerelden voor elk van die te vinden, zodat ze echt duidelijk zijn, maar ook het hele verhaal vooruit helpen, zodat het duidelijk wordt en aan het einde samenkomt.

Oum zelf

Ik weet het niet zeker, en het is misschien een spoiler, maar het beroemde stuk van Oum , ‘Al-Atlal’, dat vertaald kan worden als ‘Ruïnes’, is eigenlijk waar de opera in eindigt. Het eindigt in een ruïne. Dus de zoektocht naar wat Wahab wil herstellen met zijn moeder, of misschien zelfs het vinden van zijn moeder of het vinden van zichzelf, eindigt in een ruïne. Is het wel een ruïne met nieuwe zaadjes erin, of is het vernietiging?

BE-T: ‘Er zijn altijd nieuwe zaadjes in ruïnes, denk ik. Maar het hoogtepunt werkt daar naartoe. Altijd onderdrukt, maar steekt de kop op, dus het is altijd zoiets als; ‘kiekeboe, hier ben ik’,  maar het komt terug zonder het te bagatelliseren.’

Terug naar jou en je proces dat je nodig had, want het kwam op een moment dat je al met al deze dingen te maken had; de dood van je vader en covid en aanbiedingen die binnenkwamen om iets te doen met een requiem. En dan komt dit. Heeft dit je geholpen om ermee om te gaan? Dit stuk is veel meer dan alleen een viering van de dood.

 B-ET: ’ Over het geheel genomen is het een ode aan Arabische lyrische kunst.  Het viel op zijn plaats in onze samenwerking, ons samenzijn als team van makers. Niet alleen de inhoud van het verhaal, maar in ons samenzijn omdat we allemaal ook enorm empathisch zijn naar elkaar, altijd elkaars onzekerheden of angsten voelen. We hadden allemaal een klik op dat niveau. En ik denk dat dat ervoor zorgde dat we allemaal echt op dezelfde pagina zaten over alle verschillende emotionele aspecten van de opera. Dat was iets heel bijzonders. We hebben een onuitgesproken begrip, wat enorm belangrijk is. We hoeven onszelf helemaal niet uit te leggen. Het is zo’n verspilling van energie om jezelf uit te leggen. Ik heb het gevoel dat jij het op een bepaald niveau ook begrijpt.’

Vlnr. Marianne Noordink (Ney en dwarsfluit), Haytham Safia (Ud), Ahmed El Maai (Qanûn) en Raphaela Danksagmüller (Duduk, kaval, blokfluiten en kromhoorn ). Foto: © De Nationale Opera, Bart Grietens

Je moet nog steeds je eigen muzikale taal kunnen gebruiken. Er zijn veel criteria waaraan dit stuk moet voldoen. Mensen verwachten iets over en van Oum Kalthoum te horen. Ze willen iets uit dat ongelooflijke stuk, ‘Al-Atlal’ horen, dus ik ga ervan uit dat het op de een of andere manier zal verschijnen. Hoe werkte dat? Je hebt ruimte nodig om jezelf uit te drukken en je hebt misschien maar beperkte ruimte om dat te doen in dit werk. Je moet de monoloog van de hoofdpersoon ondersteunen, de reis van het personage, maar je moet ook je eigen ‘muzikale ei’ leggen.

 BE-T: ‘Ja, een muzikaal ei, ja, dat is het. Ze hadden er alle vertrouwen in mij om die ruimte te geven, wat zo’n geschenk is. We luisteren de hele tijd naar elkaar en dat heb je nodig. Mijn hele ethos is dat ik de ruimte bied. Ik bied de ruimte en zij vullen die in. Ik ben eigenlijk gewoon een brug.Ik vroeg me af of ze me te veel vertrouwen hadden gegeven, want ik ben echt onzeker. Je twijfelt de hele tijd aan jezelf als artiest, maar met de beperkingen, ik noem het een beperking omdat we dat in de taal van componisten noemen, komt vrijheid en als ik helemaal opnieuw had moeten beginnen, vraag ik me af hoe het zou zijn gekomen zonder het handvat dat Oum Kalthoum ons gaf. Het stuk zelf, het Oum Kalthoum-lied ‘Al-Atlal’ is een van haar meest verfijnde werken.

Er was een bekend en belangrijk gedeelte van ‘Al-Atlal’ waarvan we vonden dat we dit misschien moesten verwijderen, omdat dat dan de opera op de juiste manier zou beëindigen. Maar voor diegenen die Oum Kalthoum komen zien, betekent dat dat we haar ziel zouden hebben geamputeerd. Je moet dat blijven eren.

Improvisaties

De uitvoerenden zijn allemaal improviserende muzikanten. Voordat we ingingen op de details van de versieringen en waar het geschikt is om dit en dat een stem te geven en wie de solo krijgt en waarom. Niet iedereen leest westerse muzieknotatie, dus moesten we een proces doorlopen om ze de globale structuur van het werk te laten onthouden, zoals voorgesteld door onze muzikaal leider/dirigent Kanako Abe.

De drie moeders zijn de moeder in de kindertijd van de jongen, dan is er de moeder die stervende is. En dan is er Oum, wier naam moeder betekent.

 B-ET: ‘ We hebben in dit werk de drie moeders; die worden verklankt door de zangers. En de verteller en hoofdpersoon Wahab en de drie moeders zien elkaar niet echt. En Oum is de moeder van ons allemaal. We begonnen hier eerst op een veel mythischer manier mee, maar we probeerden het een beetje terug op aarde te brengen. Dat was wat we nodig vonden tijdens ons latere repetitieproces.

We vonden dat ‘Al-Atlal’ perfect paste bij de dramaturgie van het hele stuk, van de monoloog. Dus ik moest een muzikale presentatie maken en laten zien hoeveel we Oum Kalthum in het hele werk hebben gestopt, omdat er een balans moet zijn. Als we met dat specifieke publiek te maken hebben, verwachten ze dingen van Oum te horen.

Dat was dus de grote verwachting, de afspraak die we hadden. We hebben haar op alle juiste momenten betrokken. Het moet op meerdere niveaus werken, niet alleen de tekst en hoe die ernaar verwijst. Maar er zit zoveel in de tekst van het nummer ‘Al-Atlal’ dat echt zo mooi bij haar past.

Het zijn Ghalia Benali, Dima Orsho en Bernadeta Astari die zingen, maar het is niet Oum die zingt. Oum Kalthoum improviseerde constant. ‘Al-Atlal’ was oorspronkelijk een lied van vijf minuten, maar op sommige concerten zong Oum versies die wel vijftig of meer minuten duurde.

B-ET: ‘ Ons werkproces bestond ook uit veel improvisatie. Een van de zangeressen, Ghalia Benali, is een improviserende artiest. Ze brengt daarbij een enorme openheid. Ze is zo creatief. Ze bracht een aantal ideeën die ze op een fascinerende manier probeerde uit te drukken, omdat ze zichzelf alles heeft aangeleerd. Er was een moment waarop ik dacht: ‘Oké, ik denk dat ik het begrijp’. Ghali probeerde het met haar handen te beschrijven en hoe ze verwachtte dat de dingen zouden gaan. Ze probeerde de accordeonist te vertellen: ‘Als ik dit doe, ga jij de andere kant op’.

Vlnr. Bernadeta Astari, Ghalia Benali, Nadia Amin en Dima Orsho. Foto: © De Nationale OPera, Bart Grietens.

Ze hebben allemaal die spontaniteit die ik zo mooi vind bij improviserende muzikanten. Ze gaan er gewoon voor en ze vinden elkaar op dat magische moment. Zoals de ti-hai die je hebt in Indiase muziek. Complexe, ritmische structuren en dan ontmoeten ze elkaar op het juiste moment of op een gelijkwaardige manier. Dit zijn magische ontmoetingsplekken en we hadden tranen in onze ogen. Het is als adrenaline; geweldig.’

Dit stuk gaat over herinneringen; echte herinneringen, vervormde herinneringen, nepherinneringen, gecreëerde herinneringen. Geur is zo essentieel voor herinneringen. Ik neem aan dat geur essentieel moet zijn geweest in Wahabs leven. Maar wanneer hij zijn moeder vindt, bevindt ze zich in een steriele omgeving in het ziekenhuis waar de geuren zijn geneutraliseerd. Kun je geur creëren in muziek? Heb je geprobeerd geur te creëren in muziek?

 B-ET: ‘. Het is een hele goede vraag. Ik ben erg geïnteresseerd in het soort multi-sensorische ervaring van muzikale momenten of zoiets. Het is grappig. Soms ruik ik dingen die niemand anders ruikt. Er is een heel verontrustende scène en in die scène ruik je misschien dingen, maar in dat geval is het letterlijk. Het is iets waar ik echt mee wil…spelen…..Spelen, ja. Ik wil dat echt naar een hoger niveau tillen, misschien in het volgende werk dat ik ga maken.’

Publiek

Op wat voor een soort reactie hoop je van het publiek?

Degenen die naar mijn eerdere opera’s zijn gekomen in Londen of in Frankrijk waar het publiek gemengd was, hebben het begrepen. Ze voelden het, ze huilden. Of ze juichten bij de improvisatiemomenten. Ze riepen en joelden (schreeuwend) YEAH en Ululululululu! Dat gebeurde midden in de opera in het Royal Opera House. Dat was onverwacht. Geweldig. Dat was zo’n mooie verrassing en nu heb ik er vertrouwen in dat twee soorten publiek, met verschillende culturele achtergronden, samen kunnen komen. En dat ze een verbinding met elkaar kunnen maken.’

Scènefoto Oum, A son’s quest for his mother. Foto:© De Nationale Opera, Bart Grietens.

Op 20 maart is de première van Oum, A son’s quest for his mother in de grote zaal van De Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. Aanvang is 21.30 uur. Daarna volgen er nog voorstellingen op 21 en 23 maart. Alle voorstellingen die uitverkocht .

 

Verder kijken, lezen en luisteren

Korte video met Oum Kalthoum 

Live uitvoering van Al-Atlal door Oum Kalthoum.

Het Adelphi Quartet speelt Saffron dusk van Bushra El-Turk.

In 2021 regisseerde Kenza Koutchoukali de voorstelling Zes vrouwen in de hof van Heden.

Vorig artikel

Opera Forward Festival ’25, Lucky ones?

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen