BuitenlandOperarecensie

Nieuwe Rigoletto in München stelt teleur

Zeven jaar na de laatste Rigoletto-première in München, waarin regisseur Doris Dörrie het verhaal naar een apenplaneet verplaatste, presenteerde de Bayerische Staatsoper net voor kerst weer een nieuwe enscenering van Verdi’s opera. Maar helaas, het is er niet beter op geworden.

Franco Vasallo als Rigoletto (foto: Wilfried Hösl).

Op papier zag de bezetting er meer dan veelbelovend uit en ook wat de enscenering van de jonge Hongaarse regisseur Árpád Schilling betreft waren de verwachtingen hooggespannen. Schilling maakte twee jaar geleden een bejubelde Cenerentola bij de Münchner Opernstudio.

Maar helaas, wat een teleurstelling toen het doek openging. In plaats van een feest aan het hof van de hertog van Mantua zagen we het koor, in wit gekleed, star en bewegingsloos zittend op twee tribunen, die uit elkaar gereden soms ook als trappen konden fungeerden.

Het verhaal speelde zich voornamelijk op de voorgrond van het toneel af. Daar werden gehele ensemblescènes gezongen, waarbij de zangers soms op het souffleurshokje gingen staan. Enige interactie of überhaupt een personenregie ontbrak.

Het gebeuren werd nu en dan gadegeslagen door een groep figuranten op de soms ook scheef staande tribune. Een wit gordijn en een gigantisch steigerend paard beheersten in de rest van de scènes samen met de tribunes het toneel en zorgden voor diverse (onbedoelde) vreemde momenten, met als hoogtepunt de moord op Gilda.

Het decor was niet alleen optisch volledig willekeurig, maar ook akoestisch hoogst nadelig. De kostuums van Marton Àgh bestonden, in lijn met de uniforme, wit-beige kooruitrusting, voornamelijk uit alledaagse kleren.

Helaas wilde op deze avond de muzikale vonk ook niet geheel overspringen. De geweldige Joseph Calleja zong een prachtige hertog, met stralende, trefzekere tenor en aangenaam timbre. Zijn aria’s werden beloond met grote, spontane applaussen. Theatraal gezien was zijn vertolking van de vrouwenverslinder echter niet geheel geloofwaardig – ik had graag wat meer branie gezien.

Patricia Petibon maakte haar roldebuut als Gilda, maar zij kon me maar zeer beperkt overtuigen. Ze zette Gilda gelukkig niet – zoals je vaak ziet – als soubrette neer, maar haar hoge noten in ‘Caro nome’ waren niettemin onzuiver en schel. In het verdere verloop van de avond verbeterde de door de regie volledig alleen gelaten zangeres zich fors, maar het lukte haar niet om echt te beroeren en de tragische zelfopoffering van Gilda voor de hertog voelbaar te maken.

Franco Vasallo zong de titelrol met schitterende, balsemende bariton. Daarbij bereikte hij telkens weer magische momenten, zoals in ‘Cortigiani vil razza dannata’ en ‘Piangi Fanciulla’. Jammer genoeg was hij vaak te eendimensionaal, wat zeker ook te wijten was aan het starre concept van de regie, die de van zijn bochel beroofde hofnar niet de kans gaf zijn gebrokenheid en vertwijfeling tastbaar te maken.

Joseph Calleja en Patricia Petibon (foto: Wilfried Hösl).

Luxueus was de bezetting van Maddalena en Giovanna met de volle mezzo van Nadia Krasteva (Carmen bij De Nederlandse Opera in 2009), terwijl Dimitry Ivashchenko met volumineuze, zwarte bas de sinistere kant van Sparafucile en Monterone krachtig tot uitdrukking bracht.

Het door Stellario Fagone ingestudeerde koor zong ronduit magnifiek en creëerde in de derde akte in elk geval muzikaal de atmosfeer van het onweer, waar dat door de regie genegeerd werd.

Dirigent Marco Armiliato, die voor het eerst een première in München dirigeerde, kon de spanning niet de gehele avond vasthouden. Het orkest speelde zeker klankrijk en precies, maar de door Verdi zo geniaal gecomponeerde dramatische climax in de derde akte kwam niet goed tot stand.

Aan het einde van de avond was er een ovatie voor de zangers en de dirigent (Joseph Calleja voorop), terwijl het regieteam een boe-orkaan in ontvangst mocht nemen. Jammer dat de Staatsoper wederom onderuit is gegaan met Rigoletto. Misschien is het na al deze onbevredigende interpretaties de moeite waard om de regieaanwijzingen uit het libretto eens te volgen…

Muzikaal gezien is deze nieuwe productie echter beluisterenswaardig, zeker als de zangers en de dirigent in de komende voorstellingen wat beter ingespeeld en ingezongen raken.

Rigoletto is tot en met 30 december nog vijf keer te zien en wordt in juli 2013 nog driemaal opgevoerd. Zie voor meer informatie de website van de Bayerische Staatsoper.

Joseph Calleja is op 31 januari in het Concertgebouw te zien. Boek hier uw kaarten.

Vorig artikel

Operatips voor de kerst

Volgend artikel

Podcast: Miranda van Kralingen

De auteur

Mordechai Aranowicz

Mordechai Aranowicz

1 Reactie

  1. joseph
    20 december 2012 at 17:33

    … Waar zijn ze toch mee bezig die jonge regisseurs, je mag de beste cast ter wereld hebben, De regisseur kan het verkl …
    Arpad Schilling, een naam om te onthouden dus.