Beczala zingt sterren van nieuwjaarshemel
Operettehits van de Austro-Hongaarse componist Emmerich Kálmán (1882-1953) beheersten dit keer het programma van het nieuwjaarsconcert van de Staatskapelle Dresden, onder bezielende en meeslepende leiding van de zeer beweeglijke Christian Thielemann. Ster Diana Damrau was helaas ziek, ster Piotr Beczala ging helemaal los.
Het barstensvolle huis in Dresden had zich verheugd op een spetterende avond met stersopraan Diana Damrau. Voor het concert begon kwam echter de mededeling dat mevrouw Damrau een keelontsteking had en niet kon zingen, alle reeds gedrukte programmaboekjes én cd- en dvd-hoesjes ten spijt.
Dezelfde dag nog was oud-operettediva Ingeborg Schöpf van de Staatsoperette Dresden ingesprongen. Ze kon met een dag repeteren de plaats van La Damrau innemen en deed dat in ieder geval optisch meer dan voorbeeldig. In een robijnrood avondtoilet met opulente juwelen worstelde de 42-jarige blonde zangeres zich door haar ‘finest hour’. De avond werd geregistreerd door de ZDF en na het eind van het concert direct uitgezonden.
Opvallend was dat de voorstelling op tv in alle opzichten een zeer geslaagd en min of meer perfect gezongen programma toonde, terwijl de beleving in de zaal twee uur tevoren nogal teleurstellend was. Bij het Intermezzo uit Die Bajadere (1921) klonken enkele blazers vals en Ingeborg Schöpf klonk als een in het nauw gedreven kip bij ‘Mein Traum, mein Traum’ uit Kaiserin Josephine (1936), ondanks het bijna liefdevolle coach-dirigeren van Thielemann.
De grote openbaring van de avond was de in een zwartfluwelen tuxedo gestoken tenor Piotr Beczala, die voor de gelegenheid een vlot sikje had laten staan en de sterren van de hemel zong. Vooral tegen het einde ging hij totaal ‘los’, met de tango ‘Heut Nacht hab ich geträumt von dir’ uit Das Veilchen vom Montmartre (1930).
In de duetten werd mevrouw Schöpf de hele voorstelling door de krachtige stem van Beczala uit het vuur gehouden, wat in de zaal wat zwakke momenten opleverde – momenten die eigenaardig genoeg op televisie wederom niet te bespeuren waren.
In de toegift zong de charmante Beczala een lied van Robert Stolz met de intelligente titel ‘Ob blond, ob braun, ich liebe alle Frau’n’ en de avond werd besloten met het duet ‘Ich tanz mit dir ins Himmelreich’ uit Der Zigeunerprimas (1912), waarbij Schöpf al walsend haar muzieknoten op de grond gooide en de folieconfetti op de hele zaal neerdaalde.
Als uitsmijter dirigeerde de voortreffelijke Thielemann de Dresdener variant van ‘An der schönen blauen Donau’, genaamd ‘An der Elbe’ (ook van Johann Strauss Sohn) en kon iedereen snel terug naar de kijkbuis thuis of in de hotelkamer om het concert op tv nog eens te bekijken.
De cd en dvd verschijnen begin januari. Op de laatste is af en toe in de koningsloge op de tweede rij links een dame van onbekende leeftijd te zien, die alleen al vanwege de tantièmes tevreden kan zijn over deze avond: Yvonka Kálmán, dochter van de componist, speciaal gevlogen uit Mexico.