Gruberova zegeviert in sterke Borgia
Edita Gruberova zorgde zaterdagavond voor een volle bak bij de Deutsche Oper Berlin. De prima donna zong één van de belcantorollen waar ze zo in uitblinkt: Lucrezia Borgia van Donizetti. Naast haar stonden bovendien nog meer solisten van buitengewone kwaliteit.
Ik ging deze avond naar de Deutsche Oper om Donizetti’s Lucrezia Borgia te zien. Of beter: te horen, want het ging om een concertversie. Het opgewonden publiek bleek echter – zo was wel duidelijk – vooral te komen om te luisteren en gretig te applaudisseren voor prima donna Edita Gruberova, die, heel typerend, in groot formaat boven de titel was geplaatst op het affiche.
Madame Gruberova is precies mijn leeftijd. 67. Nu heb ik geen moeite met ouder wordende artiesten en ex-sterren die blijven optreden als ze het eigenlijk niet meer kunnen. Maar Edita Gruberova is er niet zo eentje.
Natuurlijk, haar zang was hier en daar een tikje imperfect (wiens zang niet?), vooral aan het begin, maar ze warmde op en toonde zich een absoluut onvergetelijke prima donna, die haar stem controleerde en deelde met bewonderenswaardige bekwaamheid. Haar dramatische slotscène met Gennaro was adembenemend.
Het was niet meer het optreden van een dertigjarige – gewaagd, ruw, riskant. Nee, ieder aspect van Gruberova’s Lucrezia was minutieus ingestudeerd en speelde ze met de grootste zorg. De muziek, natuurlijk, maar ook iedere beweging, iedere expressie, elk stukje van haar heerlijke mezzo voce, tot aan details als de perfecte bourgondische jurk en haar Carol Channing-haar. Want ze acteerde de rol – concertante of niet – net zo overtuigend als ze hem zong. Wie had gedacht dat je hart kon uitgaan naar de dodelijke Borgia in haar laatste bravura. Maar toch gebeurde het.
Onlangs werd me gevraagd om het begrip ‘diva’ eens te definiëren. Deze dame is een diva, in de beste zin van het woord. Een professional in hart en nieren, een vocalist van operaformaat, een actrice die met haar charisma en talent het publiek van de stoelen krijgt, juichend.
De avond bij de Deutsche Oper draaide echter niet enkel om de ster. Integendeel. Lucrezia Borgia heeft drie andere grote rollen, die net zo capabel bezet dienen te worden. En deze avond was dat het geval.
De afgelopen weken heb ik wat geklaagd over de zwakke tenoren in Berlijn. Vanavond werd ik ‘bevrijd’. Gennaro is een lange en nogal beklagenswaardige rol, met zijn beste kansen in de duetten. Maar Pavol Breslik maakte er een kerel van, met een klinkende, heldere tenorstem. Een perfecte tegenpool voor zijn ‘moeder’. Het publiek – en ik – waren er dol op!
Net zozeer, of misschien zelfs meer, hield ik van de bas die Alfonso speelde, Alex Esposito. In een wreed staaltje componeerwerk komt hij op en valt direct in zijn ‘showy’ vendetta-aria. Maar hij schrok er niet voor terug. Het was een triomf: zo’n grote, soepele, feilloze stem met klare lage noten en krachtige hoge, moeiteloos zingend, in zo’n grootse aria… Het publiek explodeerde. Esposito komt op mijn lijstje ‘must see again’. En ik gok op die van ieder ander.
Maffeo Orsini was een partij voor Jana Kurucova, die ik vorig jaar al eens hoorde in Il Trovatore. Ook zij moest direct bij haar entree aan de bak met een grote portie zang, waarin ze enigszins opgeslokt werd door het weelderige orkest, dat van tijd tot tijd vergat dat het niet in een bak zat, en het daardoor vooral de lagere stemmen lastig maakte.
Kurucova gaf iedereen kippenvel, in een levendig, nauwgezet en sympathiek gezongen en gespeelde vertolking. Al miste ik de rauwe lage noten, vooral in ‘Il segreto’.
Elk van de niet te onderscheiden ondersteunende mannenrollen was meer dan adequaat bezet, evenals het mannenkoor. Het vrouwenkoor mocht thuis blijven – dat heeft geen rol in deze opera.
Dirigent Andriy Yurkevych leek een goede band te hebben met zijn zangers – nogal belangrijk in opera. Mijn enige kritiekpunt was, zoals gezegd, de paar keren dat het orkest wat al te enthousiast de zangers ondersteunde.
Vorig jaar schreef ik dat Il Trovatore veel van zijn drama verloor op een concertpodium. Lucrezia Borgia, in essentie een intiem verhaal, verloor niks. Sterker nog, het profiteerde zelfs van de focus die het in de concertante setting kreeg.
Maar op één punt herhaal ik mijn klacht van vorig jaar: haal toch die lessenaars weg bij de kleinere rollen. Ze hebben ze niet nodig en al dat omslaan van bladzijden en op- en aflopen komt mij over als een provinciaalse oratoriumopvoering.
Niettemin, een concertversie van deze (en vele andere) opera’s begint langzamerhand, zo ben ik zeker, de voorkeur te krijgen boven geënsceneerde versies, vol met afleidende ‘concepten’ en banaliteiten.
Bij deze avond is alles wat ik kan zeggen: dank u. U, u allen, maakte mijn eerste Lucrezia Borgia een echte traktatie.
3Reacties
Wat leuk om te lezen: she is still going strong. Ik hoorde en zag La Gruberova twee jaar geleden in een prima enscenering van Lucrezia Borgia in de Bayerische Staatsoper. Fantastische ervaring. Nadat de zaal – na een lang ovationeel applaus – al bijna leeggestroomd was, bleef een kleine schare bewonderaars haar nog minutenlang terugroepen. Heerlijk. En ze kwam nog meermaals terug om ons te groeten. Mooie opera ervaring.
Ook ik zag deze opera in München en wel op 25 juli 2011 tijdens de Festspielen. Ook toen met Breslik en Gruberova in de hoofdrollen maar toen met Franco Vassalo als Alfonso en Trio Santa Fé als Orsini. Het was niet concertante maar het decor was zo minimalistisch dat het daar bijna wel op neer kwam. De reactie van Gänzl is mij uit het hart gegrepen. Een indrukwekkende opera met een fantastische Gruberova die ook in München veel open doekjes kreeg. Ik herinner mij ook het eind van de opera. Het doek opent zich weer en daar staat alleen vol in de schijnwerpers de grote diva Edita. Geweldig!
Ik heb de productie gezien op DVD – het is in 2009 opgenomen. Ik vond het werkelijk prachtig, ook de regie (Loy). De bezetting was nagenoeg dezelfde als in 2011, denk ik. Alleen Orsini werd toen gezongen door een zeer ontroerende Alice Coote.