BuitenlandOperarecensie

Luzern: Cenerentola als pingpongprinses

Van frietverkoopster tot tafeltenniskoningin: de vermakelijke Cenerentola van het Luzerner Theater biedt veel plezier voor Rossini-fans en voor ieder die dat nog moet worden…

Scène uit La Cenerentola (foto: Luzerner Theater / Höhnl).
Scène uit La Cenerentola (foto: Luzerner Theater / Höhnl).

Afgelopen zondag was het een onofficiële ‘Assepoester-dag’ in Zwitserland. Terwijl in Basel het ballet van Prokofjev gedanst werd, kon het publiek in Bern een extra voorstelling van de kleurrijke Cenerentola-productie van Cordula Däuper genieten en bekroonde het Luzerner Theater met een nieuwe productie van dezelfde opera zijn seizoen. In het Verdi- en Wagner-jaar een haast non-conformistische repertoirekeuze, die ik als Rossini-fan alleen maar kan toejuichen!

Voor ieder die principieel tegen regietheater is een opmerking vooraf: Rossini en zijn librettist Jacopo Ferretti gunden zich in 1817 bij het maken van La Cenerentola vele vrijheden ten opzichte van de brontekst, het beroemde sprookje van Charles Perrault. Een centraal figuur als de boze stiefmoeder vervingen ze door een buffo-stiefvader en ze introduceerden de wijze filosoof en leraar Alidoro. Om nog maar te zwijgen over de grappige dienaar Dandini, die direct uit de ‘commedia dell’arte’ lijkt te komen.

Dat gezegd hebbende is het het regieteam rondom Sam Brown (regie) en Annemarie Woods (decor en kostuums) vergeven dat ze het verhaal van Cenerentola laten afspelen tussen een friettent en een sporthal (natuurlijk ‘Palast’ genoemd), waarin een exclusieve, strikt georganiseerde pingpongvereniging huist.

Don Magnifico (met geweldige humor gezongen door Patrick Zielke) is de despotische uitbater van de armzalige, verplaatsbare snackbar. Zijn dochters Clorinda (Dana Marbach) en Tisbe (de voortreffelijke Ierse mezzo Carolyn Dobbin) zijn de ijdele, kokette serveersters. De arme Angelina (Marie-Luise Dressen) moet in de keuken blijven, friet bakken en afval opruimen. Totdat ze later, op het hoogtepunt van haar geluk, in chique, witte tennisoutfit verschijnt en vocaal en theatraal al haar concurrenten overstijgt

Scène uit La Cenerentola (foto: Luzerner Theater / Höhnl).
Scène uit La Cenerentola (foto: Luzerner Theater / Höhnl).

Toegang tot de pingpongvereniging – waar de ‘society’ elkaar ontmoet en prins Don Ramiro als kampioen regeert (licht en trefzeker vertolkt door Utku Kuzuluk) – zou Angelina nooit hebben gekregen, ware het niet dat de invloedrijke trainer Alidoro (de dominante bas-bariton Flurin Caduff uit Graubünden) ingrijpt.

Hoe geforceerd en eigenzinnig deze benadering ook mag klinken, het is de regisseur gelukt om een vermakelijke, plezierige avond neer te zetten, waar je de gekunsteldheden en de afwijkingen tussen tekst en regie graag voor door de vingers wilt zien.

Het is bijvoorbeeld zo’n genoegen de geestige choreografie te zien die allen bij het afsluitende rondo dansen, dat je je niet afvraagt waarom Cenerentola haar familieleden voor het oog van alle anderen vernedert en mishandelt… De scène en de muziek zijn eenvoudigweg te mooi om daar allerlei vragen bij te stellen, je laat je door het musical-achtige slot meevoeren.

De speelvreugde vermindert in de twee akten geen moment. Dat is zeker ook te danken aan de muzikale leiding van Generalmusikdirektor Howard Arman, die echt tot de geest van Rossini’s muziek doordringt. In Luzern is de orkestbak niet heel groot, waardoor het orkest een kamermuzikale bezetting heeft. Ter compensatie voert Arman zijn musici met meeslepend elan door de achtbaan van de partituur en ontvouwt zo, in die kleine ruimte, de volledige kracht en pracht van Rossini’s muziek, samenkomend in die beroemde crescendo’s die toeschouwers zo verslaafd kunnen maken aan de muziek van de Italiaanse meester.

Vorig artikel

Nézet-Séguin blijft tot 2018 in Rotterdam

Volgend artikel

Tcherniakov maakt bloedeloze Boccanegra

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni

3Reacties

  1. Freek van der Heide
    10 juni 2013 at 08:43

    Wat een fijne recensie, ik heb je stuk met een glimlach gelezen. Het enthousiasme voor Rossini deel ik volledig, het zou heerlijk zijn als we de elegante muziek iets vaker zouden kunnen horen.

  2. Alessandro
    17 juni 2013 at 18:41

    …and very important: have fun and be emotionally touched by this irresistible music 🙂

  3. Olivier
    17 juni 2013 at 19:49

    Ik heb deze zin zes keer gelezen: “Voor ieder die principieel tegen regietheater is een opmerking vooraf: Rossini en zijn librettist Jacopo Ferretti gunden zich in 1817 bij het maken van La Cenerentola vele vrijheden ten opzichte van de brontekst, het beroemde sprookje van Charles Perrault.”

    Logica zéér ver te zoeken. onvindbaar, eigenlijk. Ik lees hierin dan ook een soort bezweringsformule: “Regietrash-critici, let op, verboden om kritiek te hebben, en wel hierom”. Er moet haast wel een rituele inhoud aan deze frase toegekend worden, want enige relevante BETEKENIS is er niet in te ontdekken. Ik doe een poging tot begrip: componist en librettist maken een opera, librettist baseert zich op een sprookje. Nu komt men in Luzern met een hoeveelheid ongein die geheel voorbijgaat aan datzelfde libretto. Met als gevolg een serie “gekunsteldheden en afwijkingen tussen tekst en regie”(ik citeer hier de recensent). En daarom moeten Regietrash-critici dit mooi vinden. Uh? Pardon?

    “Je laat je door het musical-achtige slot meevoeren”, aldus wederom de recensent. Zou kunnen, zou de eerste keer zijn dat ik mij bij een opera door iets “musical-achtigs” laat meeslepen. Maar we laten de mogelijkheid open.

    Ik vraag mij met Lorin Maazel af: What has gone wrong in our beloved opera?

    http://www.artsjournal.com/slippeddisc/2013/06/what-has-gone-wrong-in-our-beloved-opera-by-lorin-maazel.html