Buitengewone Rusalka verovert de Met
Er zijn van die opera-avonden die zo buitengewoon zijn, dat je bij het schrijven van je recensie niet weet waar te beginnen. De uitvoering van Antonin Dvoráks Rusalka bij de New Yorkse Met, afgelopen woensdag, was zo’n zeldzame avond. Een avond waar een sprookje nog een sprookje mocht zijn.
De Metropolitan Opera-productie van Rusalka werd een paar dagen eerder al met veel succes live uitgezonden in bioscopen in 65 landen. Woensdag kreeg ik de kans om hem live in het Lincoln Center in Manhattan te zien.
Otto Schenks productie van Rusalka is sinds 1993 bij de Met te zien en is één van de beste ensceneringen die ik ooit heb meegemaakt. Anders dan bij sommige slechts mondjesmaat overtuigende Europese interpretaties van de opera mag bij Schenk een sprookje nog een sprookje zijn. Hij ontwikkelt zijn regie consequent vanuit de muziek en regisseert de zangers met fijngevoeligheid en een grote liefde voor details. Het resultaat is een adembenemende muziektheateravond.
De magische decors van Günther Schneider-Siemssen – Rusalka’s zee en het sprookjesslot van de prins, midden in een wild, romantisch, herfstachtig woud – brachten jong en oud onder de indruk. Een innemende visuele vertolking van Dvoráks muziek.
Maar wat is zo’n enscenering zonder een adequate bezetting? Deze reprise was speciaal op het programma gezet voor Renée Fleming. Met de glansrol van Rusalka keerde de in Amerika als een popster aanbeden diva in haar ‘stamhuis’ terug. En ze betoverde het publiek van haar eerste entree af aan. Met haar zilver oplichtende sopraan, stralende hoogte en bedwelmende piani was ze vocaal en theatraal een ideale Rusalka. Onvergetelijk en diep ontroerend was hoe de ongelukkige zeemeermin een kale boom beklom en van daar eenzaam het beroemde lied van de maan zong…
Piotr Beczala heeft met de rol van de Prins een voor hem ideale partij gevonden. Met zijn heldere tenor, zijden timbre en grote présence overtuigde hij volop. Het was fascinerend te zien hoezeer Beczala in zijn rol opging en Dvoráks muziek doorleefde. De hartverscheurend neergezette slotscène, waarin de vertwijfelde prins om Rusalka’s dodelijke kus vraagt, was het hoogtepunt van zijn enerverende vertolking.
Ook Emily Magee liet een blijvende indruk achter in haar korte rol van de buitenlandse prinses en Dolora Zajick gaf, ondanks dat aangekondigd werd dat ze zich niet fit voelde, met grootse mezzo een geweldig optreden als de heks Jezibaba. Haar toverspreuken ontlokten een griezelige verzameling van magische sprookjesfiguren uit het bos – een scène die niet het minst door de fantasierijke kostuums van Silvia Strahammer in je geheugen geprent werd.
In een imposant groen kostuum zette John Relyea een dreigende watergeest neer, gezongen met markante basstem, waarin ook steeds de zorg om zijn dochter Rusalka voelbaar was.
Het ideale solistenensemble werd gecompleteerd door Vladimir Chmelo als boswachter en Julie Boulianne als koksjongen. Het koor van de Metropolitan Opera (ingestudeerd door Donald Palumbo) zong simpelweg sensationeel en zorgde zo in de tweede akte voor een waar hoogtepunt van de avond.
Paul Nadler moest op het laatste moment de muzikale leiding overnemen van de zieke Yannick Nézet-Séguin. Niettemin leidde hij het Met-orkest naar grote hoogten. Zijn spannende en afwisselende directie groeide gedurende avond uit tot een symfonisch klankfeest, waarin de kleurenrijkdom van Dvoráks laatromantische partituur prachtig uit de verf kwam.
Het publiek was aan het einde van de avond diep geraakt en beloonde iedereen met een enthousiaste ovatie. Het is te hopen dat de Metropolitan Opera de bioscoopuitzending van deze excellente productie op dvd gaat uitbrengen. Voor mij was het een voorrecht om het ter plekke mee te maken.
11Reacties
Fijn dat je zo genoten hebt!
Je hebt nu een excellente basis om de (video’s van de) recente Europese producties te bekijken, die je weer nieuwe inzichten in het werk zullen geven. Ik bedoel dan de interpretaties van Herheim, Wieler of Kusej.
Geniet er van!
Wat een zure reactie!
Ooit gedacht dat de recensent wel degelijk met de “nieuwe inzichten” bekend was?
Zure reactie? Lijkt me goed bedoelt.
Om te beginnen: de productie van Otto Schenk is natuurlijk oe-klassiek, sommigen zullen zeggen ouderwets (ik niet), maar visueel heel mooi, waarschijnlijk nog veel mooier vanuit de zaal dan op het bioscoopscherm. Wat de productie van Herheim betreft (in de Munt gezien): Ik vind Herheim een heel interessante regisseur en zijn Parsifal in Bayreuth vind ik één van de mooiste ensceneringen van de laatste jaren. Maar over zijn Rusalka ben ik een stuk minder enthousiast; op zijn minst verwarrend en een compleet ander verhaal vertellend dan er staat.
In die zin vind ik de reactie van Mark-Jan niet zo zuur: het is inderdaad best eerst eens een “gewone” enscenering, die gewoon het verhaal vertelt, te zien, als basis om van daaruit “bewerkte” versies te zien.
Terug naar de Met-versie: de bezetting was inderdaad simpelweg perfect: Fleming is gewoon betoverend (zowel vokaal als qua verschijning!)en vormt met Beczala werkelijk een droompaar! Relyea is een indrukwekkende watergeest in een ietwat (!) groteke outfit, Zajick is een bose maar niet te karikaturale heks en Magee een gepast arrogante prinses. En Graham was een sympathieke présentatrice… Ietwat naieve opera dus (dat mag!) maar quasi perfect gebracht!
Was inderdaad juist goed en opbouwend bedoeld en zeker niet zuur.
Het gaat mij er helemaal niet om of een “traditionele” productie beter is als een meer interpreterende productie. Beiden kunnen prima naast elkaar bestaan, en de ene kan juist een deur openen naar de andere.
Heel juist!
wellicht heb ik je reactie niet goed begrepen, Mark-Jan, maar na Kusej wilde ik een hele tijd niet meer aan Rusalka beginnen, zo verschrikkelijk heb ik het gevonden.
Pas met de Met-productie heb ik begrepen waar de opera over gaat.
Herheim heb ik niet gezien, dus daar kan ik niets over zeggen.
Het is altijd verkeerd (maar wel te begrijpen) een afkeer te krijgen van een opera op zich, omwille van één produktie ervan die U tegenviel; want:
1. Aan de schoonheid van de opera op zich verandert die bewuste produktie niets (en geef toe, op zich is Rusalka toch een prachtig werk?!
2. Het zou kunnen dat ge later een enscenering ziet, die u (veel) meer bevalt en U daardoor de schoonheid van het werk zeker doet inzien (zoals nu met de MET- produktie).
@Stefan – hebt ge de productie van Kusej gezien?
ik vond het zo verschrikkelijk dat ik de hele Rusalka niet meer wilde zien. Nooit meer.
Het is aan mijn vrienden te danken dat ik de opera nu zo ontzettend mooi vind! Ze hebben mij naar de bioscoop meegenomen zonder te vertellen wat ik ging zien.
Ik ben ze heel erg dankbaar want ik heb enorm genoten.
Neen, ik heb de produktie van Kusej niet gezien, wel zijn Fliegende Holländer in Amsterdam en die was ook… speciaal… (wel interessant).
Maar ga de volgende keer dat een produktie van een (mooie) opera U zo afstoot toch maar, enige tijd daarna, als ge bekomen zijt en al dan niet aangespoord door vrienden, een andere produktie van dat werk zien, als ge de kans krijgt. Ge hebt nu het bewijs dat dit onverwacht goed kan meevallen en U een gans andere kijk op het werk kan geven!