BuitenlandOperarecensie

Zeldzame Igor verovert in één klap de wereld

De Metropolitan Opera openbaarde op zaterdag 1 maart een zeldzame versie van Borodins Prince Igor aan zijn internationale bioscooppubliek. De doordachte productie overtuigde oog en oor en bevestigde nogmaals de waarde van de New Yorkse Live in HD-serie.

Scène uit Prince Igor (foto: Cory Weaver / Metropolitan Opera).
Scène uit Prince Igor (foto: Cory Weaver / Metropolitan Opera).

Chemicus en componist Alexander Borodin begon in 1869 voor het eerst te werken aan zijn opera Prince Igor, gebaseerd op een scenario dat hij kreeg van criticus Vladimir Stasov, die dat weer baseerde op een twaalfde-eeuws epos. Omdat Borodin tegelijkertijd de tekst en de muziek schreef, was geen van beide af toen hij in 1887 plotseling overleed. Nikolai Rimski-Korsakov en Alexander Glazunov voltooiden de partituur voor de eerste voorstelling in het Mariinsky Theater in 1890.

De opera draait om de Russische leider Igor Svyatoslavich, een historisch figuur, die in het twaalfde-eeuwse epos de Russen leidt in hun strijd tegen invallende Polovtsiaanse stammen en daar – opvallend genoeg voor zo’n heldendicht – niet in slaagt. Borodin gebruikte naast dit prozagedicht nog twee middeleeuwse kronieken als bronnen voor zijn opera.

Bij de Metropolitan Opera in New York werd Prince Igor voor het eerst opgevoerd in 1915, in het Italiaans, met een sterrencast met onder anderen Pasquale Amato en Frances Alda. Na tien opvoeringen geraakte het werk in vergetelheid.

Op zaterdag herleefde het werk toen de Met live in theaters en bioscopen in meer dan zestig landen een nieuwe productie uitzond, die later ook bij De Nationale Opera te zien zal zijn. Zelf zag ik de uitzending in het uitverkochte Desert Ridge Theater in Phoenix, Arizona.

Regisseur Dmitri Tcherniakov en dirigent Gianandrea Noseda maakten, samen met diverse Russische musicologen, een nieuwe versie van de partituur door alle muziek te schrappen die oorspronkelijk niet door Borodin werd gecomponeerd. Ze vervingen die delen door stukken uit de originele partituur, die zelden of misschien wel nooit uitgevoerd zijn.

In Tcherniakovs enscenering speelden veel handelingen zich af in Igors droom, terwijl hij halfbewust in een papaverveld lag. De betoverende bloemen riepen associaties op met slaapopwekkende drugs en dode soldaten. Tcherniakov toonde ons de gruwelen van oorlog (in plaats van de vermeende glorie) en zijn Igor was een echt mens, die fouten maakte en daar duur voor moest betalen.

Ildar Abdrazakov, onlangs een charismatische Méphistophélès in San Francisco, was een boeiende Igor, die zong met robuuste, welluidende klanken. Oksana Dyka (Yaroslavna) was iets minder overtuigend. Allereerst omdat de verbinding haperde tijdens haar aria, maar ook omdat ze hier en daar wat schril overkwam. Ze is niettemin een goede actrice en was in de pauze een enthousiaste interviewgast, ondanks de noodzaak van een vertaler.

Tenor Sergey Semishkur zong Vladimir met een honingzoete, lyrische stem. Ik hoop dat de Met hem in meer producties zal gebruiken.

Scène uit Prince Igor (foto: Cory Weaver / Metropolitan Opera).
Scène uit Prince Igor (foto: Cory Weaver / Metropolitan Opera).

De dramatische mezzo Anita Rachvelishvili was een bekoorlijke en vocaal weelderige Konchakovna. Verwacht volgend seizoen een interessante Carmen van haar!

Mikhail Petrenko had er duidelijk plezier in de slechterik te spelen, want hij zette een ongeremd slechte Galitzky neer, met geen enkele sympathieke kwaliteit, behalve dan zijn geweldige, donkergekleurde stem.

Als de Polovtsiaanse Khan zong Stefan Kocán waarschijnlijk de laagste noot die ooit op het Met-toneel te horen was. Het was niet bijzonder luid, maar hij wist hem wel de nodige tellen aan te houden.

Om wat komedie aan de vrij donkere geschiedenis toe te voegen, introduceerde Borodin de musici Skula en Yeroshka, die er alles aan doen om bij de winnende partij te horen. In deze productie waren ze niet te zien met hun driesnarige ‘gudok’, maar hun wispelturige loyaliteit kwam mooi voor de dag.

Eén van de mooiste vocale momenten in deze uitvoering was de solo van een Polovtsiaanse meid, gezongen door de niet-zichtbare Kiri Deonarine. Misschien dat we haar in een volgende rol ook te zien krijgen, naast het horen van haar melodieuze stem…

Dirigent Gianandrea Noseda dirigeerde deze doordachte versie van Prince Igor met romantisch vuur. Het Met-orkest speelt altijd met ongelofelijke precisie en deze voorstelling was daar geen uitzondering op.

Donald Palumbo’s koor zong met een prachtige Russische dictie, die de tekst goed uit de verf liet komen. Tijdens zijn interview achter de schermen vertelde Palumbo dat dit één van de moeilijkere opera’s is voor koor, vanwege de lengte van de teksten.

Sinds de start in 2006 is de Live in HD-serie van de Met in vele landen een vast programmaonderdeel geworden voor operaliefhebbers. Ook in Arizona, waar overwinteraars uit New York de weg naar de bioscoop goed weten te vinden. Het is niet makkelijk meer om hier lastminute nog een ticket te krijgen…

De volgende uitzending in de Live in HD-serie van de Metropolitan Opera is Werther, op zaterdag 15 maart. Zie voor meer informatie de website van de Metropolitan Opera.

Vorig artikel

Clay legt design Nationale Opera & Ballet uit

Volgend artikel

Birgit Remmert zingt Duitse liederen

De auteur

Maria Nockin

Maria Nockin

1 Reactie

  1. stefan caprasse
    3 maart 2014 at 16:13

    Inderdaad interessant om eindelijk eens Prins Igor helemaal te zien.
    En inderdaad, muzikaal was er niets over te zeggen en kon het zelfs moeilijk veel beter: Abdrazakov was een diepmenselijke Igor, Rachvelishvili een verleidelijke Kontsjakovna, Petrenko een heerlijke slechterik en Dyka een gevoelige Yaroslavna. Kocan is natuurlijk niet Boris Christoff maar wie is dat wel?
    Over de gebruikte versie en (daarmee samenhangend) de enscenering ben ik minder gelukkig. Borodin voorzag het ganse verhaal en ik vind niet dat de delen die bijgekomponeerd zijn door Rimski-Korsakov en Glazoenov (vaak op schetsen van Borodin zelf) moeten weggelaten worden. Dit geldt voor de ouverture maar ook voor het derde bedrijf waaruit nu enkel het trio vader-zoon-geliefde in het laatste bedrijf gepropt werd. Hierdoor blijft bv van het liefdesverhaal van Vladimir en Konsjakovna zo goed als niets over!
    Dat paste natuurlijk in het concept van Tcherniakov die het Polovtsiaanse bedrijf ‘enkel’ zag als een idylische droom van Igor (op zich puur visueel wel mooi). Ik vind echter dat een regisseur onder geen beding een werk mag aanpassen aan zijn concept, zeker niet door erin te couperen!
    En de ganse opera voorstellen als een aanklacht tegen de miserie van de oorlog is in dit jaar van herdenking van de eerste wereldoorlog wel eens op zijn plaats, al kan men dit natuurlijk met vele opera’s doen. En Prins Igor is in de eerste plaats toch een heldenepos, waar net als in een avonturenfilm niet op enkele doden gelet wordt (hoe vreselijk het natuurlijk ook is). Voor mijn allereerste geziene Prins Igor had ik liever een meer traditionele aanpak gehad, maar dat is natuurlijk persoonlijk…
    Enthousiasme dus voor het muzikale gedeelte, voor de rest ietwat minder…