Bieito maakt intense Tannhaüser
Calixto Bieito’s productie van Tannhaüser ging afgelopen zaterdag in Gent in première en in tegenstelling tot wat velen ongetwijfeld hadden verwacht, bleek het een ‘kuise’ enscenering. De spanning was er niet minder om. Het werd een gedenkwaardige avond.
Bieito’s benadering van Richard Wagners werk concentreert zich op de tegenstelling tussen chaos en orde, tussen natuurkrachten en opgelegde beschavingsnormen. Een tikje provocerend wordt dit in het programmaboek weergegeven door middel van twee afbeeldingen: Courbets befaamde L’origine du monde tegenover het interieur van de zangershal in de Wartburg.
Wat naaktheid betreft, blijft het daar bij. De opera gaat over neuroses, niet over seks, aldus Bieito. Geslachtsdrift is aangeboren, het mechanisme waarmee de soort zichzelf in stand houdt. Dat onderdrukken leidt tot opgekropte emoties.
Bieito laat dit heel duidelijk zien bij Elisabeth, die zich volstrekt niet meer thuis voelt in de steriele omgeving van de Wartburg sinds ze verliefd is geworden op Heinrich. Maar gaandeweg leggen ook de overige personages hun masker af. Iemand als Walther mag dan wel zingen over kuise liefde, in werkelijkheid is hij een levende versie van Freuds afbeelding What’s on a man’s mind. Om dat zichtbaar te maken, leunen Bieito en zijn dramaturge Bettina Auer soms wel wat zwaar op overacteren als middel, maar ze bereiken er in elk geval hun doel mee.
De eerste akte laat een bos zien waarin Venus verblijft. Zij is een natuurmens die zich laat strelen door het struweel. Behalve met bomen en struiken is ze nadrukkelijk ook met zichzelf bezig, wat een zekere erotische spanning oproept. De muziek duurt echter te lang om dit vast te houden. Venus loopt wat heen en weer tussen de bomen en pas bij het verschijnen van Tannhaüser komt de akte echt tot leven.
Wat volgt, is een zeer realistisch vormgegeven episode waarin de man een langdurige relatie probeert te verbreken en de vrouw dat met alle mogelijke middelen tracht te verhinderen. Het gaat er zeer lijfelijk aan toe. Venus klemt Heinrichs nek zelfs hardhandig tussen haar benen, à la Famke Janssen in de Bond-film Golden Eye, ondertussen uitstekend zingen, alsof er niets aan de hand is. Zonder meer indrukwekkend.
Buiten horen we een jonge herder, niet helemaal zuiver gezongen door een meisje uit het kinderkoor. Haar acteren was echter volstrekt naturel en zonder een spoor van gêne, wat de keuze voor een kind in deze rol toch wist te rechtvaardigen.
De groep zangers dolt wat met de teruggekeerde Heinrich, net iets te hardhandig om te kunnen maskeren dat er sprake is van oud zeer. De spanning is voelbaar en zal verder oplopen tot alles tot uitbarsting komt aan het einde van de tweede akte en Heinrich door zijn neurotische vakbroeders bijna om zeep wordt geholpen.
Het decor in de tweede akte is wit en steriel. Een hal geschraagd door witte, vierkante zuilen in de stijl van het Parijse Trocadéro. Elisabeth wordt getoond als een jonge vrouw met langdurig opgekropte emoties. Sinds ze heeft gehoord van Tannhaüsers terugkeer gieren de hormonen door haar lijf en het kost hem weinig moeite om haar weer voor zich te winnen. Boos omdat hij zo lang weg was, door het dolle heen nu hij weer terug is: dat is Bieito’s Elisabeth.
Tijdens de intocht van de gasten loopt Tannhaüser nog in zijn bosplunje rond, al ligt er wel een setje nette kleren voor hem klaar. Hij kleedt zich om op het toneel, waarbij Elisabeth elke beweging in onverholen verrukking gadeslaat. Later rolt ze zijn broek op, klemt deze tegen haar borst en ruikt eraan. Alsof dat nog niet duidelijk genoeg is, trekt ze die broek later ook nog eens over haar jurk aan.
De zangwedstrijd mag dan wel een wedstrijd tussen zangers zijn, de winnaar staat allang vast. Tot het Heinrich allemaal teveel wordt en hij zich volledig laat gaan. Slechts de interventie van Elisabeth kan hem redden en geheel volgens het libretto wordt hij naar Rome gestuurd. Bieito ziet ervan af het verhaal hier een andere wending te geven, maar impliciet maakt hij wel duidelijk dat het meer weg heeft van een wereldreis om afstand te nemen van het benauwde thuisfront dan van een pelgrimage.
Nu Elisabeth zich zo duidelijk een vrouw van vlees en bloed heeft getoond, wekt ze de begeerte van de andere zangers op. Men begint aan haar te plukken en te trekken, de hoofse liefde moet wijken voor het echte leven. Ook hier een scène die te lang duurt en daardoor aan kracht verliest. Elisabeth probeert zich los te rukken, maar moet dat langdurig blijven doen, tot eindelijk de volgende scène begint. Daar is nog ruimte voor verbetering.
Het decor van de derde akte is een combinatie van dat in de eerste twee: struweel tussen de witte zuilen, een suggestie van het schilderij van Henrique Oliveira dat voor in het programmaboek is te zien. Elisabeth, die nu ten tweede male is verlaten, heeft elke lust tot leven verloren. Ze maakt een verloederde indruk en stopt aarde in haar mond. Wolfram, die bij haar is, probeert haar tot tweemaal toe te wurgen, nadrukkelijk op haar eigen verzoek. Sterven aan een gebroken hart gaat langzaam, te langzaam. Haar Heinrich is niet teruggekeerd, het leven heeft alle zin verloren.
Als de arme zanger dan toch onverwacht verschijnt, doet hij plichtmatig zijn verhaal aan Wolfram, maar wil liefst zo snel mogelijk terug naar Venus. Doordat Heinrichs boetedoening en de ‘hemelvaart’ van Elisabeth hier niet prominent gebracht worden, mist het slot van de opera wat aan consistentie. Het is een beetje een onduidelijk einde, waarin overigens muzikaal flink wordt uitgepakt.
Burkhard Fritz, een jaar geleden in Amsterdam te horen als Waldemar in Gurre-Lieder, excelleerde in de titelrol. Ik vreesde dat hij het einde niet ongeschonden zou halen, zozeer gaf hij zich in zijn rol, maar tijdens zijn ‘Rom Erzählung’ klonk hij nog even fris als in zijn echtscheidingsduet met Venus. Een schitterend optreden.
Annette Dasch klonk bij aanvang van ‘Dich teure Halle’ opvallend schril, maar warmde snel op en groeide uit tot een fenomenale Elisabeth. Haar acteerwerk is buitengewoon sterk, met name wat ze met haar ogen weet uit te drukken. Een genot om naar te luisteren en te kijken.
Haar rivale Venus werd uitstekend vertolkt door Ausrine Stundyte, eerder bij Opera Vlaanderen te gast als Katharina in Sjostakovitsj’s Lady Macbeth, eveneens geregisseerd door Bieito.
Daniel Schmutzhard, in het echte leven de echtgenoot van Dasch, gaf gestalte aan Wolfram en deed dat met veel verve. Dat hij zijn eigen vrouw moest wurgen, leek hem niet te deren; het was immers maar toneel? Hij was mij volledig onbekend, maar ik moet stellen dat het een zeer aangename kennismaking was. Mooie bariton, onthouden.
De overige rollen waren adequaat bezet, met als uitschieter de Landgraf Hermann van Ante Jerkunica. Het koor van Opera Vlaanderen klonk, zoals eigenlijk altijd, uitnemend. Het is ook een werk waarin men zich eens echt kan uitleven. Het orkest van Opera Vlaanderen kweet zich voortreffelijk van zijn taak, geleid door dirigent Dmitri Jurowski.
Tannhäuser is nog te zien tot en met 17 oktober. Een absolute aanrader. Zie voor meer informatie de website van Opera Vlaanderen.
10Reacties
Gister naar Gent (Tannhauser)geweest.
Maar een woord: GEWELDIG!!!
JULLIE HEBBEN NOG 6 KANSEN IN ANTWERPEN!!!
N.v.a deze recensie in Antwerpen geweest. Weergaloze productie. Schitterend! Prima akoestiek ook, zelfs op plaatsen van 23 euro!
N.a.v*.. is al laat…
Door een technische storing waren er geen boventitels, maar er werd zo goed geacteerd dat ze nauwelijks werden gemist.
Voor een geheel andere beoordeling zie http://www.operagazet.be/artikels15/be/antwerpen.htm#tannhauser.
Ja, beste Pieter K., dat is wel even een verschil zeg. Ongelofelijk.
“Le journal c’est un monsieur!”.
Ik had wel de ‘goede cast’ en vond het dus geweldig!regie was voor ons prima, mede door het goede acteren. Onze kennismaking met dit operahuis was een openbaring.
Zie mijn commentaar achter Westbrock-Met-Tannhäuser.
OPERA GAZET: “Als geregelde bezoeker van de Staatsoper Stuttgart, weten we al lang dat Bieito stapelgek is en slechts sporadisch een visie heeft. Met het eerste tafereel van deze “Tannhäuser” weten we nu ook dat hij vervelend kan zijn. Venus moet de balletmuziek volledig voor haar rekening nemen door wat te kronkelen en hangende bomen te strelen. Daarna is het nog slechts een opeenvolging van choquerende en incoherente taferelen die de preutse inhoud van “Tannhäuser” moeten belachelijk maken.”
Dat dit inzicht zich maar snel moge verbreiden! Operapubliek is lang genoeg belazerd door non-valeurs als Bieito.