Komische Oper speelt Der Vampyr vol vaart
Hij was de bekendste griezel vóór graaf Dracula: Lord Ruthven. Heinrich Marschner gebruikte het karakter voor zijn opera Der Vampyr. De Komische Oper Berlin brengt het werk in een vlotte productie van Antú Romero Nunes, gedirigeerd door Antony Hermus.
Heinrich Marschner componeerde in 1928 zijn ‘Spieloper’ Der Vampyr. Het stuk volgde kort op Webers Der Freischütz en inspireerde Richard Wagner in diens opera Der fliegende Holländer. In alle drie de werken is de centrale figuur een ‘ondode’ die slachtoffers moet maken om zijn aardse bestaan te rekken (Kaspar in Der Freischütz, Lord Ruthven in Der Vampyr) of om van een aards bestaan verlost te worden (de Holländer). Wagner zag Der Vampyr als tiener en dirigeerde in 1833 een voorstelling van dit werk in Würzburg.
Emmy, één van Ruthvens slachtoffers, zingt in een ballade: “Der bleiche Mann ist ein Vampyr.” Senta komt in Wagners opera met een overeenkomstige typering: “Doch kann dem bleichen Manne Erlösung einstens noch werden, fänd er ein Weib das bis in den Tod getreu ihm auf Erden.” In dat opzicht is Der Vampyr een sleutelwerk in de Duitse ‘Scheuerromantik’, dat de link legt tussen Weber en Wagner.
Het personage van de gentleman-vampier wordt voor het eerst opgevoerd in John Polidori’s novelle The vampire uit 1819. Lord Ruthven beheerste het Europese vampiertoneel tot hij in 1897 door de komst van een nieuwe held, graaf Dracula, in de vergetelheid raakte. Sindsdien heeft het ‘griezelgenre’ zich explosief ontwikkeld met weerwolven, tot leven komende mummies, zombies en meer. De hedendaagse theaterganger is wel wat gewend en zal Marschners Vampyr eerder ervaren als een aardig muziekstuk met een onwaarschijnlijke plot dan als een avondje griezelen. Enger dan een spookslot in een pretpark wordt het niet.
Met een avontuurlijk ingestelde intendant als Barrie Kosky lag het voor de hand dat de Komische Oper Berlin niet met een authentieke Marschner op de proppen zou komen. Regisseur Antú Romero Nunes heeft de vrije hand gekregen en komt met een geheel eigen versie van het werk.
Van Marschners muziek is ongeveer de helft gebruikt. Om de spanning op te voeren zijn nieuw gecomponeerde stukken van de hand van Johannes Hofmann toegevoegd – zeg maar een beetje David Lynch in de mix – en zijn alle dialogen geschrapt. Zo ontstond een muziektheaterstuk dat in nog geen anderhalf uur kon worden weggespeeld, mede dankzij het straffe tempo dat dirigent Antony Hermus het goed spelende orkest van de Komische Oper oplegde.
Het toneelbeeld is permanent over de top: zombie-achtige doden, veel toneelbloed, lichaamsdelen die worden gegeten, enzovoort. Eng wordt het nooit, wel amusant.
Ruthven heeft van het vampierenconvent te horen gekregen dat hij een etmaal de tijd heeft om drie vrouwen dood te bijten en leeg te zuigen. Hij wordt bij de eerste moord betrapt door Aubry, die hij echter een eed laat zweren om tot een uur na middernacht te zwijgen, op straffe van zelf te veranderen in een vampier. Mooie ontmoetingen tussen beide heren: Ruthven groot neergezet door Heiko Trinsinger, bekend uit het ensemble van het Aalto-Musiktheater, en Aubry verdienstelijk gespeeld door Zoltán Nyári.
Aubry heeft zijn zinnen gezet op Malwina, maar haar vader (mooie komische rol van Jens Larsen) wil haar uithuwelijken aan de Earl of Marsden, niemand minder dan Ruthven. Voor Aubry en Ruthven wordt dit een race tegen de klok: wordt er wel of niet getrouwd voordat Aubry van zijn eed verlost is? Zo ja, dan is ook Malwina verloren.
Intussen moet nog een derde vrouw worden verleid, maar dat is voor een vampier die over bovennatuurlijke krachten en een onweerstaanbare charme beschikt een koud kunstje. De scène waarin Ruthven het meisje Emmy losweekt van haar verloofde George doet sterk denken aan Don Giovanni die Zerlina op haar trouwdag tot ontrouw weet te bewegen.
Nicole Chevalier zette een uitstekende Malwina neer, met fraaie coloraturen in combinatie met mooi overacteren à la commedia dell’arte. De Nederlandse mezzosopraan Maria Fiselier gaf op zeer geslaagde wijze gestalte aan Emmy. Samen met haar verloofde George zat ze in de zaal en begon plotsklaps te zingen. Ook al herkent ze de ‘bleiche Mann’ als een vampier, toch gaat ze met hem mee. Op het punt van verleidingskunst is Don Giovanni vergeleken met Ruthven maar een kleine jongen.
Fiselier zingt naast Emmy dit seizoen nog een paar keer Die zweite dame in Die Zauberflöte bij de Komische Oper en is daarna voor twee seizoenen verbonden aan het ensemble. Een mooie stap in haar carrière, zo beaamde ze volmondig na afloop van de voorstelling. Fiselier zal in juni bij De Nationale Opera te zien zijn als Masha in Pique dame. Iets om te onthouden.
Het koor van de Komische Oper was uitgedost als een lijkenvretende bende. De kwaliteit van de zang leed er niet onder: uitstekend verzorgd. Verder was er een fraaie, uiterst gevarieerde kostumering van de hand van Annabelle Witt en een eenvoudig maar effectief decor van Matthias Koch.
Deze Vampyr was een voorstelling helemaal in de stijl van Kosky zelf, iemand die er niet voor terugschrikt een term als showbusiness in de mond te nemen als hij het over de producten van zijn theater heeft. Heel verfrissend.
Der Vampyr is nog verschillende malen te zien in maart, april en juni. Zie voor meer informatie de website van de Komische Oper Berlin.
1 Reactie
Bedoeld wordt uiteraard 1828 …