Opera in Aix: Così fan tutte
Eén van de operahoogtepunten in de zomer is het Festival d’Aix-en-Provence in het zuiden van Frankrijk. David Pinedo was er dit jaar bij en doet verslag. In deel één: een Così fan tutte over zwart en blank, slaven en meesters.
Het Festival d’Aix-en-Provence lijdt sinds enkele jaren onder subsidiekortingen, maar wist dit jaar toch een buitengewoon indrukwekkend programma te brengen, met slechts een enkele tegenvaller. Een collega die het festival al dertig jaar volgt, noemde het zelfs de beste editie die hij had meegemaakt.
Er was genoeg variatie met werken van Mozart, Debussy, Stravinsky en Händel en met de wereldpremière van Kalila wa Dimna. Met daarnaast ook nog een magistrale uitvoering van alle Bach-motetten behoorde het Festival d’Aix-en-Provence beslist tot één van de artistieke hoogtepunten van het jaar.
Mozart in Afrika
Mozarts Così fan tutte opende het festival. De Franse cineast Christophe Honoré zette meteen in de ouverture de toon voor zijn provocerende, vaak schurende enscenering door een blanke soldaat een Afrikaanse vrouw te laten verkrachten.
Honoré situeert Così fan tutte in het Ethiopië van de jaren dertig, tijdens het Italiaanse kolonialisme. Zijn regie confronteert het publiek met één van de oorzaken van het terrorisme en de migratiecrisis van vandaag de dag. De subliem gezongen en dramatisch krachtige uitvoering voelde zo extra beladen.
Mozarts Così heeft altijd een wat pijnlijke lading. Als gevolg van de weddenschap tussen Ferrando en Guglielmo en hun vriend Don Alfonso, die het stereotype van vrouwelijk ontrouw wil bewijzen, worden Fiordiligi en Dorabella flink te grazen genomen. Honoré gaat echter een stap verder met dit idee en voegt er de tegenstelling tussen zwart en blank, slaven en meesters aan toe.
Honoré brengt het tijdsbeeld tot leven op een pleintje voor de nederzetting van de Italiaanse soldaten. Gedurende de eerste akte vindt alles buiten dit fort plaats. Na de pauze worden de dames binnen de vesting verleid, alsof ze opgesloten zijn. De vrouwen kunnen niet ontsnappen aan de verleiding.
De heren vermommen zich niet als Albanezen, maar zijn van top tot teen zwart geschminkt, om zich voor te doen als de lokale bevolking, inclusief korte afro’s. In de tweede akte ontstonden hierdoor wat vreemde momenten, toen na de affaires de schmink ook de dames besmeerde. Zoals ik al zei: deze productie had provocerende en confronterende ladingen.
Sandrine Piau steelt de show
Er werd met volle overtuiging gezongen. Lenneke Ruiten klonk scherp en helder als Fiordiligi, met een gevoelige, soms fragiele intensiteit. Ze beleefde meerdere hoogtepunten, waaronder het onschuldig en tegelijk verontwaardigd gezongen ‘Come scoglio’, waarin ze opgesloten leek te zijn achter een traliedeur in het fort. Ook haar ‘Per pietà’ werd beloond met enthousiast applaus en brava’s van het publiek.
Kate Lindsey zong ‘Smanie implacabili’ wild en wanhopig. Ze voorzag Dorabella van een hysterie die haar komische talent alle ruimte gaf om te schitteren. Lindseys voluptueuze, donkere stem stond ook in mooi contrast met Ruitens lichtere klank. Samen waren ze prachtig om te horen.
Nadat de zon was ondergegaan, werd het onverwacht koud in het open Théâtre de l’Archevêché, met een onvoorspelbare wind. Terwijl het publiek zich in dekentjes wikkelde, gaf dit afgekoelde klimaat kracht aan het idee van een koude woestijnnacht. Onregelmatige, korte windstoten deden de rokjes van Fiordiligi en Dorabella opwaaien, wat een extra losbandige dimensie aan de dames gaf.
Sandrine Piau stal de show als Despina. In ‘In Uomini, in soldati’ wist ze meteen alle schijnwerpers op haar te richten, iets wat ze bleef doen bij haar entrees. Ze overschaduwde de andere zangers met haar flexibele en krachtige stem. Deze fragiel ogende dame kan indrukwekkend het podium opeisen! Sluw en berekenend was ze in haar vele vermommingen (waaronder als non van het Rode Kruis, met maffioso trekjes) en ze kreeg het publiek vaak aan het lachen.
Rod Gilfry gaf een duivelse, zwart-komische dimensie aan Don Alfonso. In deze regie kreeg zijn weddenschap duidelijk Faustiaanse trekken. Gilfry wist de rol ook overtuigend te zingen.
Nahuel di Pierro klonk behoorlijk als Guglielmo, al was hij soms een beetje te nobel voor zijn rol. Joel Prieto zorgde met ‘Un’aura amorosa’ voor het ontroerendste moment van de avond. Hij wist het droevige aspect van Mozarts verhaal naar voren te brengen, met natte ogen als gevolg. Later, in ‘Tradito, schernito’ (waar hij ondanks Dorabella’s ontrouw toch zijn liefde voor haar bevestigt), creëerde hij met veel resonantie nog een hoogtepunt.
De leden van het Cape Town Opera Chorus figureerden gedurende de hele opera als slaven. Tijdens hun (spaarzame) vocale momenten verrijkten ze het geheel met een authentieke intensiteit in hun harmonieën.
Het Freiburger Barokorchester onder leiding van Louis Langrée viel tegen. De matte klank kwam niet overeen met de intensiteit van de zangers en de messcherpe provocaties in de productie. Ik miste felheid.
Christophe Honoré is erin geslaagd een confronterende enscenering te combineren met meeslepend drama en meeslepende zang. Een voorstelling om niet snel te vergeten. Niet vanwege de diepe ontroering, maar vanwege het ongemak, dat krachtig resoneerde in het gezongen drama op het podium.
3Reacties
Heb deze uitvoering op Arte gezien vond het vreselijk na half uurtje uitgezet niet om aan te zien wat een smerig gedoe zeg.
Niet om de zang maar de regie vreselijk.
Hoop niet dat Mijnheer Audi deze productie naar het muziektheater brengt nu hij daar directeur wordt.
Ik heb deze Così ook via een link gezien. Geheel eens met meneer Horsmeijer, voortreffelijk en recht voor zijn raap verwoord: “Wat een smerig gedoe zeg”. Chapeau!
Maar zo lang de kleren van de keizer nog kritiekloos bewonderd worden als “provocerende en confronterende ladingen” (een 9+ voor het jargon!) en niet bestempeld als de onzin die ze zijn, zitten we nog wel even vast aan deze abjecte en meelijwekkende vertoningen.
Ik lees ook dat de regisseur het publiek “confronteert met één van de oorzaken van het terrorisme en de migratiecrisis van vandaag de dag”. Een belangrijke vraag is hierbij noch door de regisseur noch door de recensent beantwoord, nl de vraag “waarom?”. En vooral: waarom moet Mozarts opera misbruikt worden om het oninteressante wereldbeeld van cineast (!) Christophe Honoré uit te dragen? Het libretto heeft net zo weinig met “terrorisme en migratiecrisis” te maken als Op Hoop Van Zegen met de territoriale conflicten tussen Japan en China.
Deerniswekkende productie.
Prachtig onder woorden gebracht heer Olivier.