Opera in Aix: Il trionfo del Tempo
Eén van de operahoogtepunten in de zomer is het Festival d’Aix-en-Provence in het zuiden van Frankrijk. David Pinedo was er dit jaar bij en doet verslag. In deel twee: absolute schoonheid in Händels Il trionfo del Tempo e del Disinganno.
Ik ben niet zo’n fan van Händels oratoria, maar Krzysztof Warlikowski’s hedendaagse punkproductie van Il trionfo del Tempo e del Disinganno kwam als een buitengewone verrassing. De Poolse regisseur creëerde op de oude muziek een energiek beeld van feestende jongeren. Wie bekend is met Larry Clarkes fotografie en zijn nihilistische film Kids uit de jaren negentig, kan zich een goed beeld van deze productie vormen.
Emmanuelle Haïm leidde haar eigen Concert d’Astrée. Een indrukwekkende dirigente, die de muziek als een wervelwind voortjoeg en haar ensemble met vurige toon liet spelen. Franco Fagioli, Sabine Devielhe, Michael Spyres, en Sara Mingardo vormden een ultiem ensemble en zorgden vocaal gezien voor misschien wel het beste wat tijdens dit festival te horen was.
Jong en schoon
Il trionfo del Tempo is Händels allereerste oratorium (wereldpremière in 1707) en moet niet verward worden met zijn latere bewerking in het Engels, waarvoor de componist het woord ‘desillusie’ verving door ‘waarheid’. Het verhaal is simpel: Plezier probeert Schoonheid weg te houden van Tijd en Desillusie, waardoor Schoonheid gedurende twee aktes in wanhopige toestanden verkeert. Dat het libretto door een kardinaal geschreven is, blijkt duidelijk uit de prekerige toon.
In een aaneenschakeling van aria’s, duetten en recitatieven wordt gezongen over verleiding en waarheid. Dat kan op een gegeven moment eentonig gaan klinken, maar deze enscenering creëerde met zinderende popbeelden op het podium een opzwepend contrast met de muziek.
Warlikowski staat bekend om zijn provocerende producties. Soms worden die als vulgair gezien, maar hier hield hij zich in. Dat hij een contrast zocht tussen de oude muziek en het hedendaagse nachtleven, werd meteen duidelijk tijdens de openingssonate, waarin een jongeman uitdagend over het toneel danste. Later zouden we hem met een bloedneus, overleden aan een overdosis, op het toneel zien liggen. Geprojecteerde beelden van pillen slikkende, feestende jonge schoonheden voorspelden verder de teloorgang van Schoonheid.
Het decor bestond uit een bioscoopzaal, in tweeën gedeeld door een doorzichtige catwalk met dansende jeugd. Eén voor één namen stijlvol geklede jongeren plaats en staarden naar het publiek. Gezien het oudere operapubliek leek Warlikowski ons in de rollen van tijd en desillusie te willen plaatsen, tegenover de schoonheid op het podium. Kijken we jaloers of met medelijden? Willen we uiteindelijk het liefst jong blijven en mooi zijn? Te midden van het chique Franse publiek scherpe vragen.
Voortreffelijke zang
Met haar uitgelekte mascara en het leren jack over haar satijnen negligé gaf Sabine Devieilhe overtuigend invulling aan de wanhopige Schoonheid. Ze was altijd maar aan de drugs of drank, om de illusie van haar tijdloosheid in stand te kunnen houden. In haar eerste aria, ‘Fido specchio’, betoverde ze het publiek met een ode aan haar trouwe spiegel.
Op sommige momenten was Devieilhe te zien in een inrichting of ziekenhuis, achternagezeten door een verpleegster. Het was mij niet duidelijk of Devieilhe daadwerkelijk zwanger was, maar Warlikowski wist met haar babybump een urgente en zorgwekkende lading aan haar karakter toe te voegen. Uiteindelijk pleegde ze zelfmoord.
Franco Fagioli wist met zijn fabuleuze countertenor een provocerende, vaak toepasselijk afstotelijk aura te creëren. Zijn gladde hoge noten gaven zijn karakter, Genot, een grenzeloze dimensie. Een komische vondst waren de koptelefoons die hij opzette zodra Tijd en Desillusie zongen: Genot schakelde hen uit, terwijl Schoonheid hen wel moest aanhoren, waardoor ze langzamerhand gek werd.
Als Tijd bracht Michael Spyres onvermijdelijk gravitas met zich mee. Met schijnbare gemakzucht en flexibiliteit manoeuvreerde hij zijn stem door Händels uitdagende passages. Zijn techniek en uithoudingsvermogen waren zeer indrukwekkend. Sara Mingardo wist naast hem een ingetogen, maar bijtende toon te geven aan Desillusie.
Het hoogtepunt van de avond kwam aan het einde van de eerste akte, toen in een voortreffelijk gezongen kwartet (‘Se non sei più ministro di pene’) alle vier de stemmen fabuleus met elkaar contrasteerden; één van de mooiste barokervaringen die ik heb meegemaakt. Heel verfijnd ontwikkelde zich daaruit een ontwapenende, emotionele catharsis.
Emmanuelle Haïm bracht haar op authentieke instrumenten spelende orkest met elegantie tot leven. Met de musici op de rand van hun stoel kwam een krachtige symbiose vol zinderende energie tot stand. Haïm is een fijnzinnige dirigente, die op details let en tegelijk opwellende emoties weet te verklanken. Ze was ook goed ingespeeld op de zangers.
Il Trionfo was een visueel verleidelijke en filosofisch stimulerende ervaring. Het publiek werd vooraf vriendelijk verzocht pas na het einde van de aktes te klappen. Dat was een goede tip: gezien de geweldige zang zou de voorstelling anders herhaaldelijk onderbroken zijn.