BuitenlandOperarecensie

Stoyanova schittert in exuberante Danae

Veertien jaar na een succesvolle reeks van Strauss’ laatste grote werk viel er deze zomer een nieuwe productie van Die Liebe der Danae te beleven tijdens de Salzburger Festspiele. Voor Strauss-liefhebbers een mooie gelegenheid om dit weinig bekende late werk op de bühne te zien.

Krassimira Stoyanova in Die Liebe der Danae. (© Salzburger Festspiele / Forster)
Krassimira Stoyanova in Die Liebe der Danae. (© Salzburger Festspiele / Forster)

In 1920 stuurde Hugo von Hofmannsthal, Strauss’ vaste librettist, een uitgewerkt scenario naar de componist met de titel Danae oder die Vernunftheirat. Ondanks dat Strauss zich hierover zeer lovend uitliet, bleef Danae lange tijd liggen. Na de dood van Von Hofmannsthal in 1929 moest Strauss op zoek naar een andere librettist. Op aangeven van Stefan Zweig, die Strauss het libretto voor Die Schweigsame Frau had geleverd, kwam hij terecht bij Joseph Gregor. Die kon echter niet in de schaduw staan van Von Hofmannsthal en Strauss was dan ook allerminst tevreden over de samenwerking.

De nieuwe librettist bewerkte het scenario van Danae ingrijpend, waarna Strauss in 1937 met componeren begon. In de tussentijd werkten Gregor en Strauss ook aan twee andere werken: Daphne en Der Friedenstag. Op 28 juni 1940 werd de compositorische arbeid aan Danae beëindigd. Vervolgens bleef het werk liggen, naar verluidt omdat Strauss het pas geruime tijd na het einde van de oorlog opgevoerd wilde hebben. Zodoende beleefde het latere werk Capriccio eerder zijn première, op 28 oktober 1942.

De tachtigste verjaardag van Strauss bleek uiteindelijk toch voldoende aanleiding om Danae tot uitvoering te brengen; wellicht ook omdat er maar geen einde aan de oorlog bleek te komen. Het werk werd geprogrammeerd voor de Salzburger Festspiele van 1944, die echter kort voor aanvang werd geannuleerd nadat op last van Goebbels alle theaters in Duitsland werden gesloten. Niettemin vond een week later alsnog een besloten uitvoering van Die Liebe der Danae in Salzburg plaats, in een regie van Rudolf Hartmann en onder leiding van Clemens Krauss. Hieraan wordt meestal gerefereerd als de ‘generale repetitie’, hoewel al vaststond dat er geen openbare uitvoeringen zouden volgen. De componist heeft van zijn muzikale schepping dus wel degelijk een volwaardige uitvoering kunnen beleven.

Na de oorlog bleef Strauss lange tijd niet bereid het werk vrij te geven voor een eerste reeks voorstellingen. Hij had het recht om de première te dirigeren gegund aan Clemens Krauss en zolang deze niet entnazifiziert was, ging het feest niet door. Zodoende stond Danae pas in 1952, drie jaar na Strauss’ dood, op het programma van de Salzburger Festspiele in de regie van Hartmann, met uiteraard Krauss als dirigent.

Pas vijftig jaar later, in 2002, werd het werk opnieuw in Salzburg uitgevoerd, waarmee het totaal aantal voorstellingen aldaar op tien kwam. Een gering aantal gelet op het feit dat Strauss één van de oprichters was van de Salzburger Festspiele en zijn werken daar regelmatig worden geprogrammeerd. Deze productie was later ook in Dresden te zien.

De opera

De opera is een heitere Mythologie en combineert twee thema’s: het Midasverhaal en de Danae-mythe, waarin Jupiter, altijd op vrijersvoeten, Danae bezoekt in de vorm van een gouden regen en haar bezwangert, waarna Perseus geboren wordt. Goud is in deze synthese van mythen het leidmotief.

De muziek laat zich beluisteren als een ware anthologie van straussiaanse thema’s, voor ingewijden een feest van herkenning. Het is zeker niet één van de meest toegankelijke werken, maar dat geldt bijvoorbeeld evenzo voor Die Frau ohne Schatten.

Scène uit Die Liebe der Danae. (© Salzburger Festspiele / Michael Pöhn)
Scène uit Die Liebe der Danae. (© Salzburger Festspiele / Michael Pöhn)

Jupiter is in de operaversie van de mythe al wel aan Danae verschenen, maar heeft haar nog niet zwanger gemaakt. Om zijn jaloerse vrouw Juno te slim af te zijn, stuurt hij Midas op Danae af om in zijn plaats met haar te huwen. Later zullen beide heren dan van plaats wisselen. Dat wil zeggen: Midas gaat weer naar huis en Jupiter blijft bij Danae.

Midas staat bij Jupiter in het krijt vanwege de hem verschafte gave om zaken in goud te kunnen laten veranderen. Om die reden is Midas voor de vader van Danae, de berooide koning Pollux, een ideale huwelijkskandidaat. Hij heeft zelfs vier neven, collega-koningen, naar Midas gestuurd met een portret van Danae om hem over te halen naar haar hand te dingen. In dat opzicht lijkt het verhaal een beetje op dat van Arabella.

Uiteindelijk verraadt Midas alles, niet in staat om zich beheersen omdat hij zelf voor Danae is gevallen. Uit wraak verandert Jupiter Midas’ gave zodanig dat nu álles wat hij aanraakt in goud verandert, dus ook Danae. Uiteindelijk verzacht Jupiter zijn wraak door Danae weer tot leven te wekken en weg te laten gaan met Midas, die hij heeft terug veranderd in een berooide ezeldrijver. Jupiter probeert Danae daarna nog een keer voor zich te winnen, maar haar liefde voor Midas is sterker dan haar liefde voor rijkdom. Een romantisch slot derhalve.

Salzburg

De uit Letland afkomstige regisseur Alvis Hermanis droeg zorg voor een degelijke enscenering, waarin alle aandacht uitging naar het verhaal dat verteld moest worden. In het libretto staat weliswaar dat de derde akte zich afspeelt in Syrië, maar dat was voor hem geen reden tot actualisering of conceptualisering. Zo kwam Strauss’ opera uitstekend uit de verf.

Hermanis ontwierp een eenvoudig toneelbeeld, bestaande uit een halve, trapvormige piramide met daarachter op halve hoogte een breed, rechthoekig speelveld dat naar wens kon worden geopend of gesloten. De kostumering van Juozas Statkevicius was exuberant, kleurrijk, met alle denkbare Ottomaanse clichés.

Op momenten dat er weinig protagonisten op het toneel waren, werd de ruimte opgevuld met een twaalftal in gouden bodystockings gehulde danseressen, zodat er altijd wel iets te beleven viel. Net als Wagner kent immers ook Strauss zijn minder opwindende momenten. De derde akte had een soberder beeld, met de twaalf danseressen gehuld in witte boerka’s. Jupiter kwam op in een boernoes, gewoon omdat dat zo in het libretto staat. Een verademing.

Scène uit Die Liebe der Danae. (© Salzburger Festspiele / Forster)
Scène uit Die Liebe der Danae. (© Salzburger Festspiele / Forster)

De eerste akte verliep prettig chaotisch, met schuldeisers die Pollux – typische karakterrol van Wolfgang Ablinger-Sperrhacke – van zijn laatste bezitting willen ontdoen, zijn troon met hier en daar nog wat restanten goud. De opkomst van de vier neven met hun echtgenotes zorgde voor nog meer opwinding. De vier koninginnen vertolkten hun rollen met verve, een hilarisch stel. Alle vier hadden ze een liefdesaffaire met Jupiter gehad en ze doorzagen hem dan ook onmiddellijk en maakten tijdens het verdere verloop van de handeling voortdurend gebruik van zijn nabijheid om te proberen hem tot een nieuw avontuurtje te verleiden. Mooie optredens van Maria Celeng, Olga Bezsmertna, Michaela Selinger en Jennifer Johnston.

Krassimira Stoyanova vertolkte haar lange solo, waarin ze haar goudenregendroom bezingt, met veel overtuiging en zette daarmee de toon voor een bijna perfect optreden als Danae. Naast haar kon Regine Handler als haar dienares Xanthe niet echt goed meekomen. Jammer, want bij vlagen is deze scène een soort Zdenka-Arabella-duet van twee gelijkwaardige sopranen.

Midas kwam voor rekening van de Duitse tenor Gerhard Siegel. Deze rol is een stuk minder onvriendelijk voor de zanger dan veel andere muziek die Strauss voor dit stemtype heeft geschreven en Siegel wist er goed raad mee. In de dialoog met zijn tegenstrever Jupiter, vertolkt door de Poolse bariton Tomasz Konieczny, kon hij zich goed weren, maar de eer ging toch naar de bariton, net als zo vaak bij Verdi het geval is.

In de derde akte, als Jupiter nog een laatste poging doet om Danae voor zich te winnen, klonk Koniecny als een geëmotioneerde oudere man, wat associaties opriep met Wotans afscheid van Brünnhilde. Een aangrijpend slot van een groots optreden.

De kleinere rol van Merkur, een beetje te vergelijken met Loge uit Das Rheingold, kwam voor rekening van Norbert Ernst. Hij is degene die Jupiter ertoe aanzet nogmaals zijn geluk bij Danae te beproeven nu ze in armoe leeft met een berooide ezeldrijver. Het mocht niet baten.

De Wiener Philharmoniker gaf onder leiding van Franz Welser-Möst een uitnemende vertolking van de bijna te weelderig te noemen orkestpartij. Zodoende was aan alle randvoorwaarden voldaan om Strauss’ onbekende meesterwerk een succesvolle uitvoering te geven. De meester zou er ongetwijfeld zeer over te spreken zijn geweest.

Vorig artikel

Traviata remixed: best of both worlds

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Anna, Thomas en Kaija

De auteur

Peter Franken

Peter Franken