Offenbachs Orphée: hilarisch feest in Luik
De Opéra Royal de Wallonie in Luik biedt in de hemelse kersttijd een uitstapje naar de onderwereld in Jacques Offenbachs Orphée aux enfers. Geen nieuwe productie, maar een herneming uit 2006, die ook tien jaar later het publiek tot jubelen brengt. De voorstelling ging op 20 december in première.
Zelfs dirigent Cyril Englebert danste met soepele beenbewegingen de herhaling mee van de cancan waar deze opéra-bouffe onder meer haar faam aan te danken heeft. In hedendaagse termen zouden we het een musical noemen, vanwege de lichte inhoud en vele gesproken dialogen. Maar de vocale partijen maken de creatie van Offenbach uit 1858 tot een opera, zij het met de toevoeging ‘bouffe’, oftewel kluchtig. Zo had regisseuse Claire Servais de productie ook ingericht, als een hilarisch feest over Orpheus, die gedwongen wordt om zijn Eurydice uit de onderwereld terug te halen.
In de enscenering is niet gepoogd er een hedendaags stuk van te maken, met toespelingen naar de Belgische actualiteit. Er is ook geen sprake van verwijzing naar de tijd van het Tweede Franse Keizerrijk van Napoléon III. De enige aanduiding naar de Franse origine wordt gemaakt in het daverende slotfeest, wanneer Jupiter in gouden barokkostuum gekleed en gepruikt als Lodewijk XIV zijn entree maakt. Met de prachtige kostuums van Jorge Jara, de geniale ontwerper die ook bij De Nationale Opera menige productie aankleedde, groeide deze Orphée naar zijn hoogtepunt.
Koffiejuffrouw
Offenbach stond met zijn schepping aan de wieg van de operette. Daar horen bruisende, lichte stemmen bij. De Belgische sopraan Jodie Devos beeldde in acteren en zingen een gewiekste Eurydice uit, die zonder moeite de topnoten uit haar keel kukelde. De regie zette haar neer als koffiejuffrouw van een artiestenkantine in een theater waar volgens een enorme affiche La damnation de Faust gaat; in werkelijkheid de komende productie in Luik.
Haar ietwat sullige echtgenoot Orphée, violist in het theater, werd adequaat gezongen door Papuna Tschuradze. Hij liet zich gedwee meenemen door een krachtdadige dame, de Publieke Opinie. Het afscheid van zijn muziekschool werd opgevrolijkt door zowel een kinderkoor als een heerlijk vals spelend strijkorkest van piepjonge violistjes.
De stevig klinkende Franse tenor Thomas Morris was in de rol van Pluto, heerser in de onderwereld en verliefd op Eurydice, een geestige spelmaker in kluchtige verschijningen. Diens hulpje in de onderwereld, acteur-zanger Frédéric Longbois, deed er in zijn bewakingsscène van Eurydice nog een schepje bovenop: puur theater van de lach.
In de godenwereld maakte de Belgische Natacha Kowalski met een slank sopraangeluid furore als Cupido en imponeerde bariton Pierre Doyen als Jupiter. Met het frivool zingende en dansende operakoor en het pittige geluid uit het orkest zorgde Cyril Englebert voor een helse galop en een vurig bacchanaal. Daar kwam het lustig meeklappende publiek voor.
Orphée aux enfers is nog tot en met 31 december te zien in Luik. Op 7 januari is er een voorstelling in het Palais des Beaux-Arts in Charleroi. Zie voor meer informatie de website van de Opéra Royal de Wallonie.