BuitenlandLezersrecensie

Antonacci is een impressionante Pénélope

Eind februari bracht de Munt twee concertante uitvoeringen van Pénélope van Gabriel Fauré in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Place de l’Opera-lezer Stefan Caprasse was erbij en doet verslag.

Anna Caterina Antonacci. (© Benjamin Ealovega)
Anna Caterina Antonacci. (© Benjamin Ealovega)

Pénélope, gebaseerd op het slot van de Odyssee van Homerus, is de enige opera van Gabriel Fauré en ging in 1913 in première in de Salle Garnier in Monte-Carlo. Opvoeringen van het werk zijn uiterst zeldzaam, wat ik als grote liefhebber van de klassieke geschiedenis en de mythologie erg spijtig vind.

Eind 2015 was in Straatsburg en Mulhouse een productie van Pénélope te zien in een regie van Olivier Py, met Anna Caterina Antonacci in de titelrol. Hier kon ik helaas niet bij zijn en dus verheugde het mij dat de Munt besloot het werk op te voeren met dezelfde sopraan, ook al was het concertant – iets wat ik, zeker voor zo’n werk, altijd maar een noodoplossing vind. Maar beter dat dan niets.

Van Antonacci heb ik nog een paar beklijvende uitvoeringen in het geheugen: haar uiterst dramatische Cassandre in Les Troyens in de Parijse Théâtre du Châtelet (ook op dvd verkrijgbaar) en haar vertolking van twee korte opera’s in Luik; Il Segreto di Susanna van Wolf-Ferrari en (uiteraard weer heel dramatisch) La voix humaine van Poulenc.

Ook in Brussel was haar vertolking enorm ingeleefd. Op elk moment wás ze Penelope, die vertwijfeld wachtte op de terugkeer van haar Odysseus. Ze beleefde enkele hoogtepunten, zoals haar aanroeping in het eerste bedrijf (‘Ulysse, fier époux!’), waarvan de climax beantwoord werd door – jawel – de stem van Odysseus himself buiten (verkleed als bedelaar).

Impressionant was ook de hallucinante manier waarop ze haar vrijers in de derde akte nog een ultieme waarschuwing gaf voor hun naderende ondergang: “Malheureux! Un orage affreux vous emporte!” Af en toe werd ze overstemd door het orkest, maar men moet er rekening mee houden dat Fauré een orkest van bijna wagneriaanse proporties gebruikt (dat normaal in een orkestbak zit), hoe prachtig ‘veteraan’ Michel Plasson het ook in de hand hield.

Rondom Antonacci stond een droomcast. Yves Saelens was een stralende en heldhaftige Odysseus.  Vincent Le Texier was opvallend present als de trouwe Eumée en Sylvie Brunet Grupposo zong met haar mooie diepe noten een gevoelige voedster Euryclée.

Er waren uitstekende kleinere rollen (vrijers en dienaressen) en een indrukwekkend koor en orkest. De voorstelling had wel wat meer semiscenisch mogen zijn; dat zou de dramatiek zeker ten goede gekomen zijn. Op het einde bijvoorbeeld was een echte boog wel van pas gekomen. Maar laten we niet klagen bij zo’n prachtige uitvoering!

Het was de eerste keer dat ik de opera in zijn geheel hoorde. Muzikaal deed het me denken aan een overgang tussen Massenet (soms ietwat oriëntaals aandoende dansritmes) en doorgecomponeerde Franse werken als Pelléas et Mélisande en Ariane et Barbe-Bleue, met soms melodischere aria’s. Ik moest vooral ook denken aan Oedipe van Enescu. In het orkest vielen soms klanknabootsingen op, zoals van weefgetouwen (deed me een beetje aan Der fliegende Holländer denken), een onheilspellende kraai of de zoevende pijlen.

Ik ben blij dat ik dit mooie werk, waarvan ik al lang het bestaan wist, eindelijk eens gehoord heb. Overigens komt Odysseus van 14 tot en met 16 maart terug in het Paleis voor Schone Kunsten, dan de versie van Claudio Monteverdi, onder leiding van René Jacobs, met onder anderen Stéphane Degout en Katarina Bradic.

Stefan Caprasse

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Franz, Thomas en Kurt

Volgend artikel

Zangstudio brengt gigantische opera

De auteur

Lezer

Lezer

5Reacties

  1. Leen Roetman
    8 maart 2017 at 12:36

    Boeiende recensie van een onbekende opera! Ik hoop dat Stefan zo nu en dan nog meer mag publiceren op Place!

  2. Rudolph Duppen
    8 maart 2017 at 12:59

    Inderdaad een boeiende recensie van een prachtig werk. Er is een schitterende opname van Pénélope met Jessye Norman o.l.v. Charles Dutoit. In het Holland Festival van 1963 vond er een concertante uitvoering plaats o.l.v. Jean Fournet mat Berthe Monmart in de titelrol en Guy Chauvet als Odysseus.

  3. Stefan Caprasse
    8 maart 2017 at 13:23

    Amai! *slik* Dank U…
    ’t Is zo, het viel me op dat de Munt-produkties zelden worden gerecenseerd (in tegenstelling tot de Vlaamse Opera of die van Luik). Dus dacht ik hier en daar dit gat in de markt op te vullen op mijn heel bescheiden manier. (ik ben absoluut geen stemmenspecialist en ken weinig of niets van notenleer maar weet toch ietwat van opera en heb nu toch ook wel een lange “toeschouwerservaring”) En aldus ook anderen die deze voorstelling(en) gezien zouden hebben de mogelijkheid te geven erop te reageren, wat ze anders niet zouden kunnen…

  4. Maarten-Jan Dongelmans
    8 maart 2017 at 14:02

    Heel goed Stefan.

  5. Stefan Caprasse
    8 maart 2017 at 15:51

    Naar de opname met Jessye Norman moet ik eens op zoek.
    Ik heb wel thuis nog een cd opname liggen (merk: Rodolphe) met Regine Crespin, Raoul Jobin en Robert Massart olv Ingelberth maar die heb ik -o schande!- nog niet beluisterd…