The Pirates of Penzance bij ENO: great fun
De English National Opera herneemt dit seizoen zijn succesvolle productie uit 2015 van The Pirates of Penzance in de regie van Mike Leigh. The Pirates is één van de bekendste operettes van het gevierde duo Gilbert & Sullivan, naast The Mikado en H.M.S. Pinafore.
De operettes van Gilbert & Sullivan danken hun aanhoudende populariteit vooral aan de absurde humor die de teksten van W.S. Gilbert kenmerkt. Voor tegenwoordige tekstschrijvers vormt Monthy Python een algemeen geaccepteerde benchmark als het gaat om absurde sketches. De Pythons zullen op hun beurt duidelijk profijt hebben gehad van de theatrale traditie in het land waar ze opgroeiden. Ze konden voortborduren op het werk van Gilbert.
De plot in een G&S-operette is nauwelijks relevant te noemen. Veeleer is sprake van een aantal absurde sketches die losjes in elkaar haken. Vaste prik is een nummer waarin een zanger in flink tempo een lijst afwerkt waarvan de inhoud op zich irrelevant is, zolang het maar rijmt. In The Pirates komt dit voor rekening van major-general Stanley. De English National Opera was zo vriendelijk dit nummer online te plaatsen, voorzien van een meelopende tekst. Het is de perfecte illustratie van hetgeen hierboven werd gesteld: ‘I am the very model of a modern major-general’.
The Pirates gaat over de jongeman Frederic, die door zijn nanny Ruth in leer is gedaan bij een groep piraten. Ze had opdracht hem te laten opleiden tot loods, maar hardhorend als ze was verwisselde ze de woorden ‘pilot’ en ‘pirate’. Ruth is vervolgens bij haar ‘charge’ gebleven als ‘Piratical Maid of all Work’.
Frederics verplichting loopt tot zijn 21ste verjaardag. Als het zover is, verlaat hij de groep. Hij geeft ze nog wel mee dat ze niet erg goed zijn in hun werk: te veel begaan met het lot van zwakkeren en het altijd afleggen tegen sterkeren. Met name voor wezen hebben de piraten een zwak. Dit is in de wijde omtrek bekend geworden en iedereen die in hun handen valt, beweert onmiddellijk een wees te zijn, met vrijlating als gevolg.
Frederic stuit na zijn vertrek op een groep van dertien jongedames, dochters van de major-general. Eén ervan, Mabel, ziet wel wat in hem en als die twee zich even terugtrekken om nader kennis te maken, besluiten de zusjes een oogje toe te knijpen en gezellig over het weer te praten. Dit leidt tot een door twaalf vrouwen unisono en bijna zonder adem te halen gezongen tekst, die al even hilarisch is als de monoloog van hun vader Stanley: “How beautifully blue the sky, the glass is rising very high, continue fine I hope it may, and yet it rained but yesterday. Tomorrow it may pour again (I hear the country wants some rain), yet people say, I know not why, that we shall have a warm July.”
De vrouwen worden overvallen door de piraten, toevallig twaalf mannen, die de resterende dochters van de generaal willen trouwen. Stanley redt hen en zichzelf uit die benarde situatie door te vertellen dat hij een wees is. Intussen heeft Ruth bedacht dat Frederic op 29 februari is geboren en dat hij dus nog lang niet aan zijn 21ste verjaardag toe is. Frederic, ‘a slave of duty’, vertelt Mabel dat ze tot 1940 op hem zal moeten wachten en sluit zich mokkend weer bij de piraten aan.
Na een optreden van een groep politieagenten, die het onderspit delven tegen de piraten, lijkt alles voor Frederic en Mabel verloren. Maar de sergeant van de politie beveelt de piraten zich over te geven in naam van koningin Victoria. Daar hebben ze niet van terug, temeer daar ze eigenlijk edellieden zijn die per ongeluk op het verkeerde pad zijn beland. In de finale krijgen de piraten dan toch de twaalf dochters van de major-general.
Alle hoofdrollen waren uitstekend bezet, met als uitblinker Andrew Shore als de major-general. Frederic werd vertolkt door David Webb, prima optreden. Bij de vrouwen stal Soraya Mafi de show als Mabel. Mafi is een zeer complete sopraan, die de coloraturen van deze rol uitstekend aankan en verder over een groot komisch talent beschikt. Ik kan mij haar ook goed voorstellen als Cunégonde in Candide of Rosina in Il barbiere di Siviglia.
Kijkend naar filmpjes op internet viel me op dat de besproken nummers vaak met veel overbodige bewegingen worden uitgevoerd, om het ‘op te leuken’. Daar heeft Mike Leigh zich gelukkig verre van gehouden. Met een uitgestreken gezicht en stram in de houding absurde teksten debiteren werkt beter dan met een hoop gespring eromheen. Dit was ook duidelijk aan de orde bij het optreden van de politieagenten.
Mark Richardson was de sergeant van de politie en gaf een leuke vertolking van het nummer ‘A policeman’s lot is not a happy one, happy one’. De agenten zongen een ‘Tarantula-koor’, een kleine parodie op het aambeeldenkoor uit Il trovatore. Dit alles werd strak vertolkt zonder ‘grappige’ bewegingen, wat de absurditeit flink ten goede kwam.
Het orkest van de English National Opera stond onder leiding van Gareth Jones en hun enthousiaste begeleiding maakte het operettefeestje compleet. Het was een aangename avond.
1 Reactie
Wat ontzettend leuk! Allemaal ook naar het filmpje kijken!