BuitenlandOperarecensie

Auber sprankelt bij de Opéra Royal in Luik

De Opéra Royal de Wallonie in Luik brengt Daniel Aubers zelden uitgevoerde komedie Le domino noir op sprankelende wijze weer voor het voetlicht. De regie is vrolijk en geestig, de muzikale uitvoering prachtig.

Scène uit Le domino noir. (© Lorraine Wauters – Opéra Royal de Wallonie-Liège)

De Opéra Royal de Wallonie vaart sinds jaar en dag tegen de stroom in met zijn programmering. Ook in Luik wordt weleens een Mozart, een Wagner of een modern werk opgevoerd, maar niet ieder jaar. En er staan altijd één à twee titels op het affiche die de meeste liefhebbers waarschijnlijk nooit gezien hebben. Niet omdat het recent gecomponeerd is, maar omdat het een opera is die niet vaak de kans krijgt in de grotere theaters.

Op zondag 25 februari stond Le domino noir (De zwarte domino) van Daniel-François-Esprit Auber op het programma. Auber kan gezien worden als de grondlegger van zowel de grand opéra (met La muette de Portici uit 1828) als de opéra comique, het Franse antwoord op de buffo-opera’s van Rossini. Zijn opera’s fonkelen net als die van Rossini, met wat meer Frans’ vernuft.

Gemaskerd bal

Le domino noir is gesitueerd in Spanje omstreeks 1780. Het libretto van de vermaarde Eugène Scribe gaat over Angèle de Olivarèr, een nicht van de koningin. Angèle heeft een jaar voordat de opera aanvangt het hoofd van Horace de Massarena op hol gebracht tijdens het jaarlijkse gemaskerd bal in het koninklijke paleis. Horace is echter verloofd met Brigitte de San Lucar.

Een jaar later komen Angèle (verkleed in een zwarte domino) en Horace elkaar wederom tegen op het gemaskerde bal. Hij verklaart zijn liefde voor haar, zonder te beseffen dat het om Angèle gaat, en zegt zelfs bereid te zijn om van zijn huwelijk af te zien. Angèle kan echter niet trouwen, omdat ze van plan is abdis te worden in een klooster. Klokslag twaalf uur rent Angèle verschrikt weg, aangezien ze op dat tijdstip terug in het klooster dient te zijn. Ze is te laat en belandt bij Juliano, de vriend van Horace, waar een afterparty georganiseerd wordt door beide heren. Met hulp van de huishoudster weet ze haar weg terug naar het klooster te vinden.

In het klooster worden de voorbereidingen getroffen voor Angèles inauguratie als nieuwe abdis. Horace komt aan haar melden dat hij wil afzien van zijn huwelijk met Brigitte. Tot zijn schrik ontdekt hij dat de vrouw die hij bemint Angèle is, en hij begrijpt er niet veel meer van. Zij op haar beurt moet van de koningin afzien van haar nieuwe functie in het klooster, omdat haar erfenis anders een querulant te beurt valt en dat laat de koning niet gebeuren. Zo is Angèle vrij om te trouwen met haar geliefde Horace.

Onmiskenbaar theater

Le domino noir is een opera vol intriges, verkleedpartijen en verwikkelingen, een bron voor veel hilariteit. Daar maakte het regisseursduo Valérie Lesort en Christian Hecq van de Sociétaire de la Comédie-Française gretig gebruik van. Ze gaven de voorstelling een sprankelende, Disney-achtige sfeer en verrasten het publiek regelmatig met een aantal onverwachte grappen.

Scène uit Le domino noir. (© Lorraine Wauters – Opéra Royal de Wallonie-Liège)

Naast de kostumering zetten zes dansers de vrolijkheid die de voorstelling van begin tot eind uitstraalde kracht bij. De regie balanceerde daardoor tussen opera en slapstick, zonder zich echter te verliezen in de grappen, zoals in de Dario Fo-ensceneringen van Rossini-opera’s bij De Nationale Opera. Een hoogtepunt: het varken dat voor het souper bedoeld was, maar met vrolijke grimassen de dans van het villen ontsnapte. En ook: de nonnen die de kerkklokken luidden aan het einde van de opera.

Le domino noir is volop een opéra comique. De dialogen kwamen in rap tempo voorbij, maar omdat de gehele cast uit Franstaligen bestond, ging dat zeer natuurgetrouw. Het spel van de zangers was onmiskenbaar door theatermakers ingestudeerd, oftewel van erg hoog niveau. Onvermijdelijk als je een coproductie maakt met de Opéra Comique in Parijs, de bakermat van het genre van Auber en ook het theater waar deze opera – zijn succesvolste – in 1837 in première ging.

Franse subtiliteit

Naast het visuele schouwspel werden kijker en luisteraar getrakteerd op een goede uitvoering van een prachtige partituur. De muziek van Auber is ronduit heerlijk te noemen, een verademing naast de eeuwig terugkerende titels uit de negentiende eeuw. De muziek is spits, to the point en vrolijk, zonder vulgair te worden. De Franse subtiliteit overheerst. Auber is duidelijk een voorloper van Offenbach.

De zangers waren goed: Horace werd gezongen door de tenor légère Cyrille Dubois. Met zijn prachtig lichte stemgeluid, als een fluwelen kussen, wist hij moeiteloos het gehele theater te vullen. François Rougier (Juliano) was een mooie aanvulling op deze Horace, doordat hij de beschikking heeft over een mooie, lichte bariton-Martin.

De huishoudster van Juliano (Marie Lenormand) kwam vooral koddig over, wat mede veroorzaakt werd door haar dikmakende kostuum. Haar lover, de conciërge van het klooster, werd gezongen door Laurent Kubla, een mooie Franse ronde bas, met bijzondere onderkledij…

De ster van de middag was voor mij de Belgische Anne-Catherine Gillet, die gestalte gaf aan Angèle de Olivarès. Gillet heeft een lichte lyrische sopraan, ideaal voor het Franse lichte werk. Zij zong en speelde haar rol met verve en elan.

Het geheel stond onder de leiding van de vermaarde Patrick Davin, die de partituur met hoorbaar plezier ten gehore bracht.

Le domino noir is nog tot en met 3 maart te zien. Zie voor meer informatie de website van de Opéra Royal de Wallonie.

Vorig artikel

Seizoen NTR ZaterdagMatinee 2018/2019

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Quirijn, Judith en Angela

De auteur

Lennaert van Anken

Lennaert van Anken