McVicars Masnadieri stelt teleur bij de Scala
Na vele, vele jaren presenteerde het Teatro alla Scala vorige week weer een productie van I masnadieri van Verdi. De regie van David McVicar viel echter tegen en in de cast konden alleen Lisette Oropesa en Michele Pertusi werkelijk overtuigen.
Verdi’s opera I masnadieri, gebaseerd op Friedrich Schillers tragedie Die Räuber, was sinds de wereldpremière in 1847 in Londen slechts zelden te zien bij de Scala in Milaan: in januari 1977 was er een productie en verder waren er slechts enkele uitvoeringen in de negentiende eeuw. Hoog tijd dus voor een nieuwe productie.
Op papier was de productie veelbelovend, maar de première op 18 juni kon me amper overtuigen. Sir David McVicar, die ik normaal gesproken hoog heb zitten, verplaatste het verhaal naar een soort militaire academie, midden achttiende eeuw, wat niet goed uitpakte.
In het weinig afwisselende eenheidsdecor van Charles Edwards, dat tijdens de avond flink toegetakeld werd, zagen we een groep gewelddadige rekruten, die tegelijk als roversbende optraden, waarvoor ze maskers opzetten die aan Anonymous deden denken. De kostuums van Brigitte Reiffenstuel leken daarbij willekeurig; we zagen niet alleen de achttiende eeuw, maar ook moderne feestmutsen voor de banketscène in de tweede akte. De choreografie van Jo Meredit was op het lachwekkende af. Ze liet de rekruten in de derde akte halfnaakt een dansje onder de douche doen.
Het eigenlijke verhaal – een familietragedie vol grote gevoelens, met twee broers die op dezelfde vrouw uit zijn en een oude vader die in een toren wordt opgesloten – raakte helemaal uit beeld. McVicar plaatste de zangers overwegend ongemotiveerd en onsamenhangend aan de rand van het toneel. Hun handelen was vaak verwarrend en had geen link met de plot, zodat Verdi’s muziek me uiteindelijk koud liet. Een erbij verzonnen figurant, die zich aan het einde ontpopte als zoiets als de reine ziel van Carlo, zorgde voor nog meer raadsels en onduidelijkheid.
Ook muzikaal voelde de voorstelling erg dubbel. Aan de positieve kant was er Scala-debutante Lisette Oropesa, die de rol van Amalia met een heerlijk warme, maar enigszins groot aangezette sopraan uitvoerde. De sympathieke zangeres slaagde erin precies de juiste balans te vinden tussen de lichte coloraturen van Amalia en de meer dramatische uitbarstingen.
De aristocratische rover Carlo Moor was met Fabio Satori bezet. Het eens zo zachte timbre van zijn tenor klonk tijdens de première vaak mat. Daarbij leed de zanger nogal onder de ontoereikende zorg van de regisseur, waardoor zijn karakter alles bij elkaar amper indruk maakte.
Beter was Massimo Cavalletti als zijn slechte broer Francesco. Hij zong met imposante bariton, maar speelde de rol van de slechterik te eendimensionaal, waarbij ook hij door de regie duidelijk onder zijn kunnen presteerde.
Met warme, balsemende bas gaf Michele Pertusi een ontroerende vertolking van de oude graaf Massimiliano, die grotendeels hulpeloos moet toezien wat zijn beide zonen aanrichten.
Het door Bruno Casoni ingestudeerde koor zong met grote kracht en directheid en drukte zo in elk geval muzikaal de grofheid van de rovers uit. Eveneens heel direct en energiek dirigeerde Michele Mariotti het orkest van de Scala, maar vooral in de lyrische en ingetogen momenten van Verdi’s partituur schoot hij tekort. Zeker de ouverture, die helaas werd geënsceneerd, leed daaronder.
Mariotti kreeg voor zijn interpretatie aan het einde heftig boegeroep te verstouwen. Ook de zangers en het regieteam kregen boe’s. Alleen Lisette Oropesa en Michele Pertusi oogstten unaniem gejubel.
Voorafgaand aan de voorstelling kwam intendant Alexander Pereira het toneel op om een minuut stilte te vragen voor de recent overleden regisseur Franco Zeffirelli. Hij droeg de productie op aan de oude meester en beloofde dat het een eerbetoon aan hem zou worden. Helaas, het publiek kwam bedrogen uit.
I masnadieri is nog tot en met 7 juli te zien. Zie voor meer informatie de website van het Teatro alla Scala.
3Reacties
Bedankt voor de informatie. Ik begrijp ook niet wat deze onzin in het theater zou zijn. Ik had erg veel zin in deze productie en dan is het zo’n mislukking.
Wij waren er op 24 juni ll. en ik kan het, voor wat ons betreft, enkel gedeeltelijk eens zijn met bovenstaande commentaar.
Vreemd is in ieder geval dat blijkbaar bij de première de dirigent af te rekenen kreeg met “boe-geroep” terwijl dit bij de voorstelling die wij bijwoonden juist andersom was en hij warm werd toegejuigd !!
Oropesa was uitstekend en de andere rollen waren goed bezet.
Inderdaad, de “setting” en de regie konden stukken beter maar zo langzaam aan geraak ik “eraan gewend” en is het jammer dat men moet zeggen dat men er goed zou aan doen om af en toe de ogen te sluiten en enkel te luisteren ; dingen waarvoor men zeker in “de Scala” en ook ergens anders niet, per slot van rekening niet voor betaald.
Graag het ganse “plaatje” = blijkbaar TEVEEL gevraagd.
Ik ben het helemaal eens met Georgette Hella en gedeeltelijk eens met onze recensent. Ik was er ook en praktisch iedereen had te lijden onder het verkeerde decor op het verkeerde moment. Sartori heeft goed gezongen maar zoals gezegd vond hij zijn weg niet. Het is een marathonzanger en die type zangers moeten het hebben van de juiste “omgeving” “moment” om het met hun stem te onderstrepen. Dat was onmogelijk voor hem. Ik hoorde hem nu 3 maal zingen en vind het niet de glamour tenor maar wel zeer efficiënt en weet zijn stem precies, waar nodig, te doseren. Cavaletti kennende is dit precies hetzelfde verhaal. Zulke rollen moeten ondersteund worden. Mevrouw Oropesa was gewoon outstanding. Dirigent Mariotti had het met deze partituur niet onder de markt. Aardsmoeilijk tempi wisselingen enz. We kennen ondertussen het Italiaanse publiek. Je bent de lieveling of je bent het niet. Vele lange verhalen hieromtrent. Geloof me Mariotti werd op de juiste wijze onthaald nml. met succes. Verdiend en juist. Een boer voor McVicar en zijn team. Beste groeten.