Allerlaatste Zeffirelli ontroert in Verona
Nog één keer Franco Zeffirelli. Mordechai Aranowicz bezocht op 1 augustus La traviata in de Arena di Verona en werd ontroerd door het laatste werk van de Italiaanse topregisseur, uitgevoerd door onder anderen Lisette Oropesa en Plácido Domingo.
In februari kondigde de Arena di Verona aan dat de 96-jarige operaregisseur Franco Zeffirelli voor een nieuwe productie van La traviata nog één keer naar de beroemde arena zou terugkeren, een plek waar hij sinds 1995 vaak werkzaam was. In de productie zou Plácido Domingo de rol van Giorgio Germont zingen, ter gelegenheid van zijn 50-jarige jubileum in Verona. Een heel bijzondere samenwerking tussen twee kunstenaars die de afgelopen decennia nadrukkelijk hun stempel op de operawereld hebben gedrukt.
Een kleine week voor de première, op 15 juni 2019, overleed Franco Zeffirelli. Het maakte mijn bezoek aan de glansrijke voorstelling op 1 augustus een emotionele en zeldzame gebeurtenis.
Virtuoos
Franco Zeffirelli ensceneerde in zijn lange carrière maar liefst negen keer zijn lievelingsopera La traviata, de eerste keer in 1958 in Dallas, met Maria Callas in de hoofdrol. Talrijke producties volgden, onder meer in Parijs, aan de Scala en tweemaal bij de Metropolitan Opera, vaak met de grootste zangers van Zeffirelli’s tijd bezet.
Als je oude productiefoto’s en ontwerpen van Zeffirelli vergelijkt met deze nieuwe productie, vallen je veel overeenkomsten op. Toch komt de voorstelling in Verona volledig nieuw en anders over. Zeffirelli gebruikt bijvoorbeeld aan het begin een voordoek waarvoor op proloogachtige wijze de begrafenis van Violetta Valéry plaatsvindt. Het echte verhaal zet daarna pas in, bij wijze van terugblik.
Twee loges aan de rechter- en linkerkant benadrukken het karakter van een ‘reguliere opera-avond’ en scheppen zo enige intimiteit op het enorme openluchttoneel. Die geslaagde balans tussen intimiteit en grootsheid keert telkens terug, waarbij de elegante decorstukken, soms met meerdere verdiepingen, door slimme afbakeningen de zangers flink helpen in de lastige akoestische omstandigheden van Verona.
Zeffirelli blijft zijn gedetailleerde, gevoelige en naturalistische stijl ook in deze laatste enscenering trouw, zonder te vervallen in overdreven weelde. De zangers en de muziek staan telkens in het middelpunt. Postuum bewijst de regisseur nog eenmaal hoe virtuoos hij is in het creëren van betoverend theater met eenvoudige middelen. Kijk alleen al naar de snelle en vlekkeloze scènewisseling tussen de beide delen van akte twee!
Maurizio Millenotti’s kostuums zetten haarfijn de Parijse society van het midden van de negentiende eeuw neer, waarbij zijn kleurgebruik perfect aansluit bij de kleuren uit het decor. Ook de geslaagde choreografie van Giuseppe Picone draagt stevig bij aan het succes van de productie.
Domingo als Giorgio
Het waren optimale omstandigheden voor de zangers. Lisette Oropesa toonde zich in alle opzichten een uitmuntende Violetta. Met haar enigszins scherp getimbreerde, maar zuivere sopraan was ze de zware eisen van haar rol volledig meester. Zowel de virtuoze coloraturen en hoge noten van ‘Sempre libera’ als de dramatische uitbarstingen in de tweede akte en de grote lijnen in ‘Addio del passato’ zong ze prachtig.
Naast die fraaie vertolking kon tenor Vittorio Grigolo niet staande blijven. Hoewel hij nog steeds over een indrukwekkende stem beschikt, kreeg je al direct bij zijn tussenzinnen in Violetta’s eerste solo de indruk dat hij onder grote druk stond te zingen. Zijn zang werd daardoor erg ongenuanceerd. Bovendien nam hij het niet al te nauw met zijn partituur; soms zong hij zekere, maar volledig verkeerde hoge noten. Het publiek viel ervoor, maar Verdi zou zich in zijn graf hebben omgedraaid.
Theatraal speelde Grigolo zijn rol gemaniëreerd en overdreven. Wat bedoelde hij met die constante roeibewegingen met zijn armen? Een oprechte en geloofwaardige rolvertolking zat er niet in.
Zo’n gemaakte houding had de legendarische zanger Plácido Domingo – ooit zelf een grote Alfredo – natuurlijk niet nodig in de baritonrol van vader Giorgio Germont. Bij zijn entree werd hij direct met overweldigend applaus begroet, waarna hij – juist door terughoudend acteerwerk – de tragische figuur van de vader tot leven wekte. Zijn stem en zijn onmiskenbare timbre zijn, ondanks 78 jaar, nog steeds volledig intact en konden in de beroemde aria ‘Di provenza il mar’ in hun volledige schoonheid bewonderd worden, gevolgd door de lastige, onverkorte cabaletta.
Op het hoogste niveau zong Daniela Mazzucato de trouwe Annina, vertolkte Clarissa Leonardi een meeslepende Flora en zette Alessandro Spina de goedige Dottor Grenville neer. In de kleine maar belangrijke rol van Barone Douphol trok Gianfranco Montresor de aandacht.
Grootse klankschoonheid en voortreffelijk spel leverde het door Vito Lombardi ingestudeerde koor. En het orkest speelde onder de ervaren dirigent Marco Armiliato en in de bijzondere omstandigheden van de Arena met grote gevoeligheid ten opzichte van de zangers. De musici vonden precies de juiste dosering om Verdi’s onvergankelijke melodieën recht te doen.
Het publiek was eenduidig enthousiast aan het einde van de voorstelling, die zonder storingen onder heldere hemel genoten kon worden. Het zangersensemble kreeg een lange, aanhoudende ovatie.
Ik verliet de Arena di Verona vol weemoed naar een operatijdperk dat voorbij is. Zal ik Plácido Domingo nog een keer in een enscenering van zijn oude kameraad Franco Zeffirelli kunnen beleven?
Zie voor meer informatie de website van de Arena di Verona.
5Reacties
Lisette Oropesa zagen we afgelopen seizoen in het PSK in Brussel in Robert Le Diable: zij zong daar de pannen van het dak.
En volgend seizoen in Luik in Don Carlos.
Ik zag haar ook in ‘Les Huguenots’ in Parijs. Fantastisch!
@ Kris Cornelis; Oropesa zing (gelukkig – want ander repertoire!) niet in de Luik Don Carlos. Yolanda Auyanet, ook in de cast van Robert le Diable, wel.
Oropesa was een fantastische Gilda in Amsterdam
https://basiaconfuoco.com/2017/05/10/rigoletto-van-damiano-michieletto-amsterdam-2017/
@ Tim Meijers: juist!