CD-recensiesFeatured

René Jacobs tovert met Die Zauberflöte

De stemmen zijn uitstekend en de uitgave is superluxe, maar dé reden waarom u de nieuwe Zauberflöte-opname van Harmonia Mundi moet kopen, is René Jacobs. De maestro laat de Akademie für Alte Musik Berlin toveren met Mozarts partituur. In één woord verrukkelijk.

Jacobs heeft de afgelopen jaren diverse opera’s van Mozart opgenomen voor Harmonia Mundi. Nu is het beroemde singspiel van het Oostenrijkse wonderkind aan de beurt, een magisch verhaal over een duistere koningin, een wijze priester, een moedige prins, een aanstellerige vogelvanger en nog tal van bonte figuren.

Die Zauberflöte ging in 1791 in première in Wenen, maar is nog altijd ongekend populair. Vele operahuizen programmeren het werk en in een paar internetklikken vind je een waslijst aan opnamen. Het meesterwerk verdient dat natuurlijk ten volle, maar een ‘veelluisteraar’ loopt het risico dat het spontane en spannende langzaam van de muziek slijt.

‘Wéér een Zauberflöte’, zou u daarom kunnen verzuchten bij het zien van deze opname. Maar in dit geval zou ik die zucht even voor u houden. Want dit is een Zauberflöte uit de hoge hoed van maestro René Jacobs.

De geroemde Belg speelt het klaar om de opera weer op en top fris en origineel te laten klinken. Hij opent je de oren voor de fijnste finesses en kleinste details. Het is alsof het licht dat hij over de partituur laat schijnen alles nog veel transparanter maakt dan ik het eerder gehoord heb.

Met puntige, precieze articulatie legt het orkest rake accenten (soms swingt het bijna) en door de snelle tempi komt er voortdurend leven en energie vrij.

De opname bevat ook alle gesproken dialogen. Normaal ben ik daar (op cd) niet zo’n fan van, maar in dit geval worden ze heel levendig gebracht, met heerlijke effecten als ondersteuning. Donderslagen, regenbuien, druppende grotten, grappig toegepaste motiefjes uit de opera: het lijkt soms wel een hoorspel.

De orkestrale topprestatie is voor mij de grote winst van deze opname, maar de zang mag er zeker ook zijn. Vooral Marlis Petersen als Pamina. Petersen geeft haar rol een frisse interpretatie, stralend gezongen en kranig gekarakteriseerd.

Kunstig vind ik ook de drie dames – pittig en lekker overdreven neergezet. En de drie jongens munten eveneens uit. Zij komen voor de verandering niet sloom en sacraal voor de dag, maar juist heel energiek. Voortreffelijk gedaan door drie Sankt-Florianer Sängerknaben.

Daniel Behle is een tedere, lieflijke Tamino. Alleen in samenzang met Pamina vind ik hem wat bleek. Zijn makker Papageno (Daniel Schmutzhard) treft in de dialogen wel een vermakelijke, ietwat gechargeerde toon, maar is in zijn zang mijns inziens een beetje braaf en grijs.

De sonore bas Marcos Fink is als Sarastro de rust zelve (precies wat je verwacht) en Anna-Kristiina Kaappola is een felle tante als Königin der Nacht. Niet de meest imponerende interpretatie van de befaamde partij, maar technisch heeft ze alles in huis, en dat is al heel wat.

Harmonia Mundi heeft de opname in een superluxe hoesje gehezen, met een dik boekwerk waarin je een uitgebreide inleiding, het volledige libretto (in Franse en Engelse vertaling) en veel informatie over de artiesten kunt vinden.

Je ziet het en je hoort het: deze opname is met zorg en vooral heel veel plezier gemaakt. Verrukkelijk.

Zie voor meer informatie de website van Harmonia Mundi.

Vorig artikel

LA Opera eert Zemlinsky en Ullmann

Volgend artikel

Legende gaat in scenische wereldpremière

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.