Unieke Kunqu-opera in Amsterdam
Chinese opera, en zeker de klassieke Kunqu-opera, is niet vaak in Nederland te zien. Het Holland Festival haalt het enige nationale ensemble dat in Noord-China opvoering en ontwikkeling van Kunqu verzorgt naar Nederland. Een korte introductie in woord en beeld.
Komend weekend biedt het Holland Festival een unieke kans om traditionele Chinese ‘Kunqu-opera’ te zien in Amsterdam. Op zaterdag 11 en zondag 12 juni staat The China Northern Kunqu Opera Theatre in de Stadsschouwburg met een klassieker uit het Kunqu-repertoire: The jade hairpin.
Termen
De term ‘Chinese opera’ is geen Chinese uitvinding. In haar boek Operatic China stelt Daphne Lei dat die term een poging in het Westen was om het Chinese theater (waar muziek een nog veel dominantere rol speelt dan in het theater van Europa en Amerika) van een label te voorzien. De Chinezen lieten zich dat ‘aanleunen’, zegt de onderzoekster.
In de periode dat de Amerikaanse musical opkwam, had men de neiging die term te gebruiken voor populair theater en de term ‘opera’ voor klassiek, meer elitair muziektheater. Analoog daaraan ontstond de term ‘Chinese opera’, die ook door de Chinezen is overgenomen.
Onder het verzamelbegrip ‘Chinese opera’ vallen tientallen soorten en stijlen van het Chinese muziekdrama.
Kunqu-opera
K’un-ch’ü of Kunqu (u mag ook K’un-shan ch’ang zeggen) wordt uitgesproken als ‘kwintsjoe’. Deze theatervorm wordt beschouwd als de ‘moeder van alle vormen’ van Chinese opera. Hij is ontstaan in het beneden-stroomgebied van de rivier de Yangtze, in de stad K’un-shan.
De bloeitijd van Kunqu was ten tijde van de Ming-dynastie (1368-1644). Kunqu ontwikkelde zich van volkstheater naar een meer verfijnde vorm van muziektheater, compleet met literaire stromingen die materiaal leverden voor de stukken. De teksten zaten vol toespelingen en literaire vondsten, de muziek was ingetogen. Na het ontstaan in de Kiangsu-provincie verspreidde Kunqu zich heel langzaam verder in het Chinese rijk.
Typerend voor Kunqu is het eenvoudige toneelbeeld, de afwisseling van recitatieven en aria’s en het gebruik van zeer gedetailleerde choreografieën en schmink. Het orkest, dat op het podium zit, is meestal niet groter bezet dan acht tot tien musici.
Om een indruk te krijgen hieronder het deel ‘on the autumn river’ uit The jade hairpin.
Unesco
De laatste eeuw werd Kunqu sterk overschaduwd door de opkomst van de veel eenvoudiger ‘Peking opera’. Die vorm is in verhalen en thema’s minder rijk dan Kunqu, al zijn ook bij ‘Peking opera’ de coderingen uitgebreid en tot in detail voorgeschreven. Zo zijn er meer dan twintig manieren om te wijzen en ruim honderd verschillende mouwbewegingen, die exact omschreven zijn.
Tien jaar geleden bepaalde UNESCO dat Kunqu op de lijst van ‘meesterwerken van het orale en immateriële erfgoed van de mensheid’ moest komen. Het tienjarig jubileum van die belangrijke stap in het bewaren van het cultureel erfgoed is in mei in Beijing gevierd met een opvoering in het National Centre for the Performing Arts (NCPA), bijgenaamd The Egg, door het ensemble dat ook in Amsterdam optreedt.
Discografie
Bij de grote online winkels is hier en daar een dvd te vinden van een Kunqu-klassieker, The peony pavilion. Goed verkrijgbaar is de cd Classical Chinese Opera & Folk Songs van zangeres Wei Li, waarop ook een stuk uit The jade hairpin staat.
Gelukkig is er verder YouTube, waar volop beeld en geluid te vinden is. Hieronder ‘Stealing a poem’ uit The jade hairpin, compleet met ondertitels.
Voor wie zich uitgebreid wil verdiepen in Kunqu is er de tiendelige serie 600 years of Kunqu, een productie van de Chinese staatstelevisie die op het eigen kanaal van YouTube staat onder de titel New frontiers.
De twee delen van The jade hairpin worden met een dinerpauze uitgevoerd op zaterdag en zondag. Meer informatie vindt u op de website van het Holland Festival.