Portret James Levine: voor altijd de Met
Hij is al veertig jaar hét gezicht van de Metropolitan Opera: James Levine houdt simpelweg van zijn gezelschap. ,,We hebben een fenomenale huwelijksreis die maar blijft doorgaan.’’ Een portret van een wonderkind dat uitgroeide tot een operagrootheid.
Een paar minuten voor zijn debuut bij de Metropolitan Opera (Met) werd Levine gebeld door tenor Richard Tucker. ,,Jim”, zei hij. ,,It’s Richard. Knock ‘em dead.” Het was 5 juni 1971. Levine was 27 jaar jong en trad op met Puccini’s Tosca. In de cast zaten onder andere Grace Bumbry en Franco Corelli. Achteraf vertelde orkestleider Raymond Giewek: ,,Dat was de spannendste uitvoering die ik deed sinds Karajan ons dirigeerde.”
Zelf was de dirigent naar eigen zeggen wel erg opgewonden, maar niet nerveus. In mei dit jaar vertelde hij aan Fresh Air: ,,Ik bleef maar denken dat ik zenuwachtig moest zijn, maar ik was het niet. Ik denk dat het kwam doordat ik helemaal met muziek, met opera en in het bijzonder met de Met opgegroeid ben. Dus toen het zover was, voelde het als thuiskomen.’’
Wonderkind
James Levine werd geboren in 1943 in Cincinnati. Naar eigen zeggen kon hij eerder zingen dan praten. Op jonge leeftijd speelde hij al op hoog niveau piano. Hij kwam uit een artistiek gezin. Zijn vader begeleidde als violist een dansorkest en zijn moeder was actrice. Toen Levine acht jaar oud was, hoorde hij voor het eerst de Met. Het gezelschap was aan het toeren in Indiana en voerde Die Fledermaus en Don Carlo op.
Twee jaar later maakte Levine zijn debuut als solist in Felix Mendelssohn’s Piano Concerto No.2 in een jeugdconcert van de Cincinnati Symphony Orchestra. In datzelfde jaar ging hij voor het eerst naar de Met in New York. Daar mocht het wonderkind zijn pianospel aan professors laten horen. Het leek onvermijdelijk dat zijn leven met de Met verstrengeld raakte. ,,Ik had het geluk dat ik de juiste mentors en leraren ontmoette op het juiste moment’’.
Een paar jaar later begon Levine met zijn muziekstudie en nam hij pianolessen in de Marlboro Music School, Vermont. Na de High School ging hij naar de Juilliard School of Music in New York City. Daar begon hij met een cursus dirigeren. Hij studeerde af in 1964. Na een jaar als leerling van George Szell mee te doen met het Cleveland Orchestra, mocht hij als assistent-dirigent het orkest begeleiden.
‘Levine is een man met een bijna onvoorstelbaar muzikaal intellect’
In 1970 maakte hij zijn debuut als gastdirigent van het Philadelphia Orchestra, waarna een jaar later zijn debuut bij de Met volgde. En vanaf toen ging het heel snel. In 1973 werd hij aangesteld als chef-dirigent bij het New Yorkse operahuis, in 1976 werd hij tevens benoemd tot muzikaal directeur.
Inmiddels is Levine zo’n 2500 voorstelling en 85 verschillende opera’s verder. In een interview met The Guardian vertelt hij dat hij wel eens twee opera’s op één dag leidt. ,,Ik heb elke keer hetzelfde ritme. Na de eerste voorstelling eet ik heel weinig, soms alleen een broodje. Dan loop ik in vijftien minuten naar huis. Ik houd van die wandeling. Maar het belangrijkste is dat ik even ga liggen en in slaap val. Dat middagdutje zorgt ervoor dat ik fris wakker word en door kan gaan.”
,,Natuurlijk is het vermoeiend, maar om de waarheid te zeggen: ik vind het ook erg interessant en motiverend.” Hij heeft door de jaren heen een paar bijzondere operacombinaties op één dag gehad. ,,Ik deed een keer La bohème en Lulu op dezelfde dag. Een ander jaar mocht ik doen wat ik altijd al wilde: Otello en Falstaff. In die volgorde natuurlijk.”
Vijl
,,Levine is een man met een bijna onvoorstelbaar muzikaal intellect. Hij praat tegen het operaorkest alsof hij en het orkest een afzonderlijk karakter in de opera spelen. Hij kan zeggen: ‘We spelen ons karakter niet correct’. Hij praat op zo’n hoog niveau, en toch ontrafelt hij de mysteries van de muziek”, vertelt tenor David Cangelosi over zijn eerste samenwerking met James Levine.
Cangelosi is niet de enige die met veel lof over Levine spreekt. Er wordt over de Amerikaan gesproken als ’s werelds meest succesvolle operadirigent. En zijn Met-orkest is het hart van dat succes. Tijdens een langdurig proces heeft de maestro het orkest tot grote hoogten gebracht. Volgens stersopraan Renée Fleming kent het zelfs geen enkele zwakke sectie.
,,Ik houd van mijn orkest”, vertelt Levine in het interview met The Guardian. ,,Ik groeide op in een tijdperk waarin een orkest een schatkist was. En ik werk nog steeds met orkesten op de manier waarop ik met ze werkte toen ik jong was.”
Vol geduld en ijver gaat Levine te werk, als met een vijl. Iedere dag, stukje voor stukje, tot de collectieve kwaliteiten van het orkest tevoorschijn komen, zoals Giuseppe Verdi het ooit omschreef. ,,Dan moet een orkest in staat zijn in iedere stijl met maximale expressiviteit en communicatieve kracht te spelen.”
Levine is een perfectionist. Het risico van een vlugge voorbereiding neemt hij niet. Hij werkt altijd met uiterste precisie naar het eindproduct toe. Zijn doelen: ‘the beautiful, the noble and the powerful’.
Minimalist
Wie ooit naar een voorstelling van Levine is geweest, zal opgevallen zijn dat hij nauwelijks lijkt te bewegen. Geen uitbundig gezwaai met zijn armen, maar enkel wat subtiele aanwijzingen. Hij zegt zelf niet te houden van overdreven gebaren. ,,Er bestaat geen relatie tussen gebaren en wat een orkest zal doen.”
,,Wat mijn muzieksmaak betreft, ben ik een echte maximalist”, vervolgt hij. ,,Maar wat mijn houding en functie als dirigent van een uitvoering betreft, ben ik een echte minimalist.”
Het is ook niet zo dat hij stil staat, terwijl de muziek galmt. ,,Als het orkest naar mij kijkt, wil ik dat ze een volledig betrokken persoon zien, die reflecteert wat we hebben gerepeteerd en wiens functie het is om het hen mogelijk te maken het te doen.”
Na veertig jaar dirigeert Levine nog steeds de Metropolitan Opera. Al doet hij tegenwoordig wat rustiger aan. De afgelopen jaren vocht hij tegen kanker, een schouderblessure en rugproblemen, waardoor hij vele voorstelling af moest zeggen. Vooral de aanhoudende pijn in zijn onderrug maakten hem het optreden regelmatig onmogelijk. ,,De rugklachten zijn ellendig, maar mijn dokter denkt dat het de komende jaren opgelost kan worden.”
Veertig jaar
Om zijn veertig jaar ‘huwelijk’ met de Met te vieren werd in de eerste week van juni een week lang werk van Levine uitgezonden op de Metropolitan Opera Radio op Sirius XM. Voor wie dit gemist heeft, verkoopt de Met Opera Shop een 32-delige cd-box en 21-delige dvd-box, beide met de titel James Levine: Celebrating 40 Years at the Met. Onder dezelfde titel is verder een boek uitgekomen.
Zoveel cd’s en dvd’s getuigen van een leven waarin de Met en vooral de muziek centraal staan. Over de Met zei Levine ooit: ,,Ik kan me voorstellen dat ik voor altijd met dit ensemble en deze organisatie zal werken.” En over muziek zei hij: ,,Ik zeg soms dat de muziek mij koos, omdat ik me geen leven zonder kan herinneren. Als ik om me heen kijk naar andere beroepen in de wereld, lijkt het dat een leven in de muziek het mooiste leven is dat ik me voor kan stellen.’’
Ter gelegenheid van Levine’s veertigjarig jubileum maakte Susan Froemke een documentaire over de maestro, getiteld James Levine: America’s Maestro:
Levine is een man met een bijna onvoorstelbaar muzikaal intellect