FeaturedOperarecensie

Goede cast vult magere Makropulos

Het Muziektheater-publiek moest het gisteravond (18/5) wat betreft toneelbeeld doen met een magere symboliek, tijdens de première van Janáčeks De zaak Makropulos bij De Nederlandse Opera. Maar een sterke cast en een uitstekende dirigent vulden dat hiaat aardig op.

Cheryl Barker als Emilia Marty en Dale Duesing als Jaroslav Prus (foto: Hans van den Bogaard).
Cheryl Barker als Emilia Marty en Dale Duesing als Jaroslav Prus (foto: Hans van den Bogaard).

Cheryl Barker spéélde niet alleen een sterke vrouw (hoofdpersoon Emilia Marty), ze moet het zelf ook wel zijn. Want drie bedrijven achter elkaar, zonder pauze, op het toneel staan, is bepaald geen sinecure. Petje af dus voor de Australische sopraan.

Maar niet alleen voor haar fysieke prestatie natuurlijk; ze zong en acteerde ook heel sterk. Sterk in de meest letterlijke zin van het woord. Ze was in stem en voorkomen autoritair ten opzichte van alle mannen om haar heen. Soms door onverschillig, soms door brutaal te zijn. Daarbij klonk ze doorleefd en krachtig, de noten zette ze geheel naar eigen hand.

Precies zoals past bij de opera van Janáček, die gaat over een operadiva die dankzij een elixer 337 jaar is geworden, maar voelt dat het wondermiddeltje begint uit te werken en daarom op zoek is naar het recept. De diva, Emilia Marty, wordt omringd door stoffige adel en advocaten, die nagenoeg allemaal in zwijm voor haar vallen. Hun amoureuze toenaderingen kunnen haar echter weinig schelen en ze spot en speelt dan ook rustig met de heren.

Die ongelijke verhouding komt goed uit de verf door de figuur van Barker, maar vooral door haar figuur in relatie tot de rest van de cast. Tegenover de vier dunne, lichte tenoren die haar beminnen en de twee koppige baritons die haar wantrouwen komt Barker met haar (schijnbaar) zelfverzekerde, krachtige stem als in een andere wereld te staan.

Spectaculair zijn de mannen (om de rest van de cast maar even samen te vatten) daarmee niet, maar ze passen wel feilloos in de trant van het verhaal. Zo is Franșois Le Roux een mooi redenerend zingende advocaat, zingt Dale Duesing overtuigend de meest dreigende persoon voor Marty, is Janek (Andrew Tortise) de lichte, naïeve tenor die hij moet zijn en is het op hol geslagen hartje van Albert Gregor (Raymond Very) duidelijk hoorbaar. Een glansrolletje is er voor Graham Clark als de oude Hauk-Šendorf.

De karakters krijgen uitstekende typeringen mee door het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van de jonge Yannick Nézet-Séguin. De Canadese chef-dirigent houdt er een duidelijke stijl van dirigeren op na: hij weet wat hij wil en geeft dat zeer nauwkeurig aan. Is dat niet wat een dirigent behoort te doen?

Cheryl Barker (Emilia Marty) en de komische, ook echt oud klinkende Graham Clark als Hauk-Sendorf (foto: Hans van den Bogaard).
Cheryl Barker (Emilia Marty) en de komische, ook echt oud klinkende Graham Clark als Hauk-Sendorf (foto: Hans van den Bogaard).

Muzikaal kom je dus wel aan je trekken bij deze Makropulos – overigens een reprise uit 2002. Toch mist er iets, en dat ligt naar mijn idee aan de enscenering van Ivo van Hove. Het kale toneel heeft hij gedecoreerd met magere symboliek. Een digitale klok die aftelt, een bed, stapeltjes boeken en grote, lelijke lampen.

Het lijkt wel op de vorige productie van DNO, La Traviata. Daar ontdeed Willy Decker eveneens het toneel van alles wat niet essentieel was. Maar waar Deckers Traviata juist door de leegte de diepste emoties aan het licht bracht, komt in Van Hoves Makropulos de innerlijke worsteling van Marty niet genoeg tot uiting. In La Traviata werd de leegte opgevuld met intense diepgang, in Makropulos blijft de leegte vooral leeg.

Hierdoor is het besluit van Marty aan het einde van de opera om niet opnieuw het elixer in te nemen maar te sterven, niet voldoende onderbouwd en dus minder ‘ontknopend’. Er mist opbouw, waardoor de climax lager uitvalt dan mogelijk zou zijn.

Je kunt je verder afvragen waarom het publiek na La Traviata alweer voor zo’n leeg toneel gezet wordt. Dat riekt – zeker als de uitwerking vervolgens tegenvalt – naar overmodernisering.

Vorig artikel

Operapapegaai ontvoerd in München

Volgend artikel

Audi positief tegenover Salzburg

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.