FeaturedOperarecensie

Karin Strobos heeft het helemaal

Het fraaie Staetshuys aan de Herengracht was gisteravond het domein van Karin Strobos. De mezzo, wier ster de laatste jaren snel gerezen is, gaf een wondermooi recital. Al liet ze mij wel met een paar twijfels achter.

(Foto: Ronald Knapp)

Laat ik maar met clichés en opendeuren beginnen: Karin Strobos heeft het helemaal. Zij heeft de stem, zij heeft de looks en zij heeft de uitstraling. Pas een paar jaar geleden, in 2007, behaalde zij haar master (met onderscheiding!) aan het Utrechts conservatorium, maar sindsdien is haar carrière in duizelingwekkende versnelling van start gegaan.

Het begon bij de Opera Zuid, waar zij haar eerste rollen (het werden algauw hoofdrollen) mocht uitproberen en waar zij niet onopgemerkt bleef. Na haar waanzinnige succes als Octavian in Der Rosenkavalier werd zij bij De Nederlandse Opera (DNO) als ‘understudy’ voor diezelfde rol aangenomen. En daar sloeg het gunstige lot toe. De eerste Octavian, Magdalena Kozená, werd al tijdens de repetities ziek en haar vervangster, Michelle Breedt, moest zich vlak voor de première afmelden. Exit Kozená en Breedt – welkom Strobos!

Haar debuut bij DNO werd een enorm succes en de loftuitingen waren niet van de lucht. Terecht. Zij heeft van de rol veel meer gemaakt dan Kozená er ooit van had kunnen maken (het is mijn bescheiden mening).

In het kader van het Grachtenfestival gaf zij gisteren een solorecital in het Staetshuys, één van de mooiste plekken in Amsterdam. Daar zingen geeft dat ‘beetje extra’: de locatie zelf is zo mooi, dat je vergeet in (en uit) te ademen.

Gelukkig had Strobos daar geen last van, want haar ademsteun is niet minder dan perfect. Toch heeft haar werkelijk wondermooi recital mij met een paar twijfels achtergelaten.

Om te beginnen: is zij werkelijk een mezzo? Haar stem doet mij namelijk aan Victoria de los Angeles denken, een donkere sopraan met een gesluierde hoogte en een blanke laagte. Nee, ik val haar niet af, integendeel. Ik vind alleen maar dat er tegenwoordig zo ontzettend veel mezzosopranen rondlopen die het eigenlijk niet zijn. En nee, ik ga geen namen noemen.

Het recital zelf was zeer zorgvuldig samengesteld. De liederen volgden elkaar in een vanzelfsprekende volgorde op, daar alleen al verdient zij (en haar begeleidster, neem ik aan) een pluimpje voor.

Zij begon met een waarachtig schitterende vertolking van één van de mooiste liederen uit het Franse repertoire: ‘Shéhérazade’ van Ravel. Al bij ‘Asie’ liet zij horen dat ze niet alleen mooi kan zingen, maar dat ze ook weet waar zij het over heeft. Indrukwekkend.

In de liederen van Guastavino, Granados en Montsalvatge was zij – voor zover mogelijk – nog beter op dreef. In de twee liederen uit ‘Cinco canciones negras’ van de laatste liet zij zien hoe goed zij met de tekst om kan gaan en wat een geweldige bühnepersoonlijkheid zij is.

De operafragmenten die daarop volgden, lieten mij in mijn mijmering verder. Charlotte in Werther kan wellicht ooit haar rol worden en ook met Cenerentola wist zij zich goed raad. Over Carmen gaan we het niet hebben. Het was natuurlijk een uitsmijter, maar daar is haar stem niet geschikt voor (al beschikt zij over voldoende temperament).

In haar tweede toegift, de ‘drankaria’ uit La Périchole van Offenbach, pakte ze echt goed uit en liet ze ons zien dat zij een geweldig goed ontwikkeld gevoel voor humor heeft.

Mijn tweede twijfel betrof de begeleiding. Else Sterk (what’s in a name?) pakte, wat mij betreft, veel te stevig aan, zeker voor zo’n intieme zaal als het concertzaaltje van het Staetshuys. Wat minder pedaal, minder forte en meer piano (om van pianissimo te zwijgen) zou sfeervoller zijn geweest.

Mijn derde twijfel is eigenlijk geen twijfel: is het werkelijk toeval dat het recital van Strobos er eigenlijk één van De los Angeles had kunnen zijn?

Het Grachtenfestival presenteert van 12 tot en met 21 augustus ruim 150 concerten in Amsterdam. Zie voor meer informatie www.grachtenfestival.nl.

Vorig artikel

Nominaties Gramophone Awards bekend

Volgend artikel

Karin Strobos wint GrachtenfestivalPrijs

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

9Reacties

  1. 18 augustus 2011 at 10:31

    Terechte vraag Jordi: “Ik vind alleen maar dat er tegenwoordig zo ontzettend veel mezzosopranen rondlopen die het eigenlijk niet zijn”..

    Even niet over Karin Strobos persoonlijk, voor haar alle lof!

    Maar jouw opmerking over de vele mezzo’s die dat misschien wel niet zijn lijkt me terecht…
    Ik weet dat er op de Conservatoria veel les wordt gegeven waarbij gedoceerd wordt dat vrouwen hun hoogte vanaf f2 moeten uitdunnen…in dat geval zul je nooit een royale volle hoogte hebben…Ik vermoed dat dit komt omdat de meeste leraren op de Conservatoria in NL zelf geen grote rollen hebben gezongen op de operabühnes, maar vooral in het oratorium, lied actief zijn/waren of alleen in beroeps koren hebben gezongen. In het oratorium en lied kom je zelden hoger dan een a2 en wordt daarbij geen grote “operatoon” gewenst (nb.voor mij mag je ‘opera’ voor toon weglaten, en het gewoon alleen “toon” noemen….), dus is het handiger om na f2 uitgedunder te zingen..
    Helaas zijn het allemaal spiertjes die dit besturen en die jarenlang zo geprogrammeerd zijn en kun niet ineens, wanneer je dan opera gaat zingen, besluiten om het anders te doen omdat dat verwacht wordt. Het is een keuze die je veel eerder hebt gemaakt, en weer jaren training vereist voordat je het anders kunt doen.

    Mevr.Deutekom en andere grote sterren uit de opera hebben mij altijd geleerd dat je je middenstem zo lang mogelijk mee moet nemen naar boven en niet moet uitdunnen, althans pas véééél later, na c3 misschien… Ik denk dus dat het daaraan ligt.
    Grotere -eigenlijk- sopraan stemmen die vanaf die f2 uitdunnen zullen nooit de hoogte zo kunnen zingen als van een grote sopraanstem in de opera wordt verwacht en worden zo lichte mezzo’s….

    Daarbij komt dat als je in NL een wat donkerdere kleur stem hebt als sopraan je meteen tot mezzo wordt gebombadeerd terwijl je in “operaland” juist punten krijgt voor een mooi donker midden en laagte als sopraan…

    Dit alles natuurlijk los van de categorie zangers die als mezzo beginnen maar in hun natuurlijke ontwikkeling later (meestal na hun 35e) alsnog de overstap naar sopraan maken. Er is ook gewoon een stemvak voor wie dit de natuurlijke weg is. Vele, later dramatische sopranen, zijn deze weg gegaan, en dat is ook goed, want van een dramatische sopraan wordt zo’n breed midden en laagte verwacht dat het heel goed is om die als mezzo te trainen (zonder meteen zo erg ook te hoeven focussen op de hoogte, die wordt er later solide opgebouwd). Daarbij komt dat je een dramatische sopraan in de dop geen plezier doet met het zingen van (te) lichte partijen, die draaien daarin helemaal vast en raken geheel de kluts en hun zelfvertrouwen kwijt. Kijk maar naar Eva, die konden ze op het Conservatorium ook niet inzetten als Pamina ofzo…(en toen zeiden ze dat zij geen talent had..ipv. te onderkennen dat de docenten geen écht inzicht in stemmen en stemvakken hadden!), maar ja meteen inzetten als Sieglinde is dan ook nog geen optie als je zo jong bent..wat dan wel? Je moet toch ervaring opbouwen en een CV voordat je kans maakt op de “echte” operamarkt. Zij is dan wel niet als mezzo begonnen, maar alles viel pas op z’n plek toen zijn rond de 30 was, en misschien was haar conservatorium tijd wel makkelijker verlopen als ze wél een tijdje mezzo repertoire had gezongen ipv. de (lichte) sopraanstruggle te moeten gaan.

    Groet,
    Wiebke

  2. Spen1992
    18 augustus 2011 at 13:00

    Geweldig geschreven en uitgelegd Wiekbe. Heel interessant!

  3. Felipe
    18 augustus 2011 at 16:57

    Ze heeft gewoon een erg goede hoogte (bravo voor haar studie en leraar(es)! Karin is geen sopraan maar heeft gewoon een gezonde schitterende mezzostem! Als je van haar een sopraan zou maken, maak je haar kapot! En zo een ster kunnen we niet missen!

  4. rita
    18 augustus 2011 at 17:52

    Als fan van Karin van het eerste uur ben ik natuurlijk heeeeel trots op haar.Ik zag haar als jonge leerling in Utrecht tijdens lunchpauzeconcertjes samen met Madike Marjon.
    Beide meiden sprongen er toen al uit!
    Jammer dat ik dinsdag haar recital niet heb kunnen bijwonen omdat het snel uitverkocht was.
    Ik denk dat ik nu al vast maar een kaartje bestel voor volgend jaar.
    Natuurlijk hoop ik ook dat Karin binnenkort te zien is bij de DNO!

  5. Mariska
    18 augustus 2011 at 18:18

    Ik was toch nieuwsgierig, helaas moest ik het missen. Maar gelukkig kun je streaming naluisteren!
    http://blog.jongklassiek.radio4.nl/2011/08/grachtenfestival-karin-strobos-en-else-sterk/

  6. 18 augustus 2011 at 19:10

    Even voor de goede orde:

    IN MIJN EERSTE REGEL STAAT DAT DIT NIET OVER KARIN STROBOS PERSOONLIJK GAAT!!!

    Ik ken haar niet goed genoeg om over haar een mening te kunnen en mogen hebben. Ik ga alleen in algemene zin in op de gestelde vraag omdat dit inderdaad wel degelijk vaak voorkomt!

    Hele scharen zangeressen zijn jaren de kluts kwijt omdat ze als mezzo worden opgeleid maar zich van binnen sopraan voelen (en soms ook omgekeerd natuurlijk)..
    Ik heb daar een heel duidelijke mening over en heb al menig collega van dit vervelende onzekere gevoel kunnen afhelpen…

    Jammer dat er mensen zijn die het dan weer in het persoonlijke trekken!

  7. 18 augustus 2011 at 19:15

    Overigens heb ik ook al menig mezzo het verkeerde pad in zien slaan om sopraan te worden. Ze gaan dan hun mooie ronde warme midden en laagte aanpassen aan de té smalle hoogte waardoor ze nou juist het gebied waar ze “punten” voor krijgen als sopraan in de opera verliezen en eindigen als 2 x niets sopraan&mezzo….

  8. Laura
    18 augustus 2011 at 22:49

    Ik meen dat ik Karin Strobos zelf heb horen zeggen (ik geloof tijdens een themamiddag rond der Rosenkavalier bij DNO) dat ze zelf vindt dat ze in het zgn ‘zwischenfach’ valt op dit moment, dus een stem heeft die het midden houdt tussen mezzo en sopraan. Hoe dat zich verder zal ontwikkelen zal wel blijken, maar talent heeft ze, en een paar rollen – waaronder dus Octavian – die ze zich perfect eigen heeft gemaakt…

  9. Henny Diemer
    20 augustus 2017 at 08:27

    Ik kijk vrijwel nooit op face-book, maar door het lezen van de reacties op Michael Wilmering kwam ik het stukje van Wiebke tegen. Goed hoor Wiebke! Zelfs onlangs werd een mooie sopraan, net klaar met haar opleiding tot mezzo gedoopt omdat ze een mooie warme laagte had!
    Doodzonde, en het gestechel over Karin heb ik al zo lang als haar studie duurde mee gemaakt.
    Als zij zelf reageerde met: ik voel mij heel lekker in dit stemvak, wie zijn wij dan, als het technisch verder in orde is, om haar eigen inbreng te betwijfelen?
    Ga gewoon naar haar volgende recital in de kleine zaal in September en geniet!! (2017).