CD-recensiesFeatured

Stoyanova imponeert met Slavisch album

Afgelopen zomer imponeerde Krassimira Stoyanova het Amsterdamse publiek in haar roldebuut als Tatjana in Jevgeni Onjegin. Nu imponeert ze met een Slavisch album bij Orfeo. Op de cd laat ze met Tatjana en vele andere rollen horen wat een magnifiek instrument ze tot haar beschikking heeft.

De stem is fantastisch. Spatzuiver, subliem in de hoogte, perfect vibrerend en vooral: zó rijk gevuld. Stoyanova is allerminst een sopraan van het soort ‘glimmend van buiten, hol van binnen’, waar er al genoeg van zijn. Nee, ze heeft een vol geluid, diep resonerend en verguld met Slavisch goud. Van nok tot bodem even indrukwekkend.

Het is een stem die mij los van interpretatie maar geheel door haar schoonheid zelve al ontroeren kan. Een stem van een kaliber dat alleen in tophuizen te horen is. Wat dat betreft mogen we ons gelukkig prijzen dat ze afgelopen zomer bij De Nederlandse Opera te horen was. En nog wel in een roldebuut, Tatjana in Jevgeni Onjegin.

Tatjana is ook de rol waar de Bulgaarse haar album met Slavische opera-aria’s bij Orfeo mee opent. Ze zingt de bekende briefscène en doet dat zeer overtuigend. Haar dramatische toon en voortreffelijke frasering zorgen voor ruim twaalf minuten Tsjaikovski op z’n best, geholpen door het Münchner Rundfunkorchester, dat onder leiding van Pavel Baleff een warm, meeslepend legato en veel gevoel laat horen. Ook in de andere aria’s op de cd.

Die andere aria’s zijn geselecteerd uit bekend maar zeker ook minder bekend repertoire. Zo zijn er fragmenten uit Maria Desislava van Hadjilev, Dimitrij van Dvořák en Hitar Petar van Stoyanov te horen.

De meeste aria’s zijn zwaarmoedig, vaak dramatische hoogtepunten in de opera’s waar ze uit komen. Precies goed voor het rijpe instrument van Stoyanova. Zo maakt ze schitterend drama in een aria van Xenia uit Pikovaya Dama van Tsjaikovski en in het gebed van Maria Desislava uit de gelijknamige opera van Hadjiev.

Het bekendste nummer op de cd is het ‘Lied aan de Maan’ uit Rusalka. Daarin vind ik Stoyanova’s zang wat minder gepast. Ze zingt uitmuntend, maar het is mij te sterk en te zwaar om de jeugdige onschuld van de waternimf te verklanken. Rusalka’s treurzang in de derde akte komt daarentegen wel prachtig uit de verf. Er klinkt zoveel pijn en eenzaamheid in haar stem door: ijzersterk.

In lichtere aria’s uit Iolanta en Snegurochka laat Stoyanova zich van een andere kant horen. Flexibeler en luchtiger. En ook dat klinkt formidabel in de oren.

Stoyanova is de komende jaren volgens haar website niet meer in Amsterdam te zien. Jammer. Wel is ze veelvuldig in Wenen en verder in steden als Berlijn, München en Londen te zien. Ga vooral naar haar luisteren. En als een trip er niet in zit: koop dat album!

Vorig artikel

Hoofdredactioneel: Meng, mix en plagieer

Volgend artikel

New York City Opera vecht voor voortbestaan

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.