Discografie: Sprookjes van Rimski-Korsakov
Vanaf deze week is De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja te zien bij De Nederlandse Opera. Basia Jaworski bespreekt een opname van het werk en behandelt nog twee sprookjesopera’s van Rimski-Korsakov. Want de Russiche componist schreef er vele.
De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja
Het is één van de mooiste Russische sprookjes, het verhaal over een meisje dat met haar gebeden een stad onzichtbaar weet te maken, waardoor de vijand het niet kan innemen. Natuurlijk is er liefde in het spel en verraad, maar er is – hoe kan het anders in een sprookje? – ook een God die ingrijpt en ervoor zorgt dat alles uiteindelijk goed komt, al is het ‘over the rainbow’. In dit geval onder het meer.
Het goddelijke zit hem niet alleen in het ‘ingrijpen’ van hogerhand, de muziek is het ook. Al bij de ouverture ga je je ogen dichtdoen en begin je te dromen, zoals het er in sprookjes aan toegaat. Hoort te gaan.
Ooit, heel wat jaren geleden, heb ik de opera op de planken gezien. In Rotterdam. Het ensemble van het Mariinski Theater uit Petersburg, onder de toen jonge en beginnende dirigent Valery Gergiev, bracht het voor ons als een cadeau. En een cadeau was het. Verankerd in de Russische traditie, met de bijbehorende decors en kostuums… Het zag er precies uit zoals de illustraties in de oude boeken met Russische sprookjes.
Ik denk niet dat wij het ooit nog zo te zien krijgen. De Tsjechen kunnen het zo mooi verwoorden: ’to se ne vrati’ (het komt nooit wieder). We mogen al blij zijn als wij in Kitesj en niet in Srebrenica of Gaza belanden!
In 1994 werd Kitesj in het Mariinski live opgenomen (Decca 4783055), met in de hoofdrollen werkelijk de grootste Russische zangers uit de tijd: Galina Gorchakova, Nikolai Ochotnikov, Vladimir Galuzin, Nikolai Putilin en Youri Marusin. Een opname die ik u van harte kan aanbevelen en niet alleen omdat het zowat de enige is waar wij makkelijk aan kunnen komen.
Wat is er mooier dan je ogen dichtdoen, luisteren en de rest aan uw verbeelding overlaten? Wedden dat het u, zeker met deze uitvoering, perfect lukt?
Een opwarmertje: Boris Christoff zingt een aria van prins Joeri.
Sadko
Wilt u een Russische sprookje zien in al haar pracht en praal, met alles daarop en daaraan, dan kunt zich het beste tot Sadko wenden, in 1996 in Mariinski live voor dvd opgenomen (Philips 0704399).
Ik krijg er niet genoeg van, al heb ik de dvd al tig keren bekeken. Het is een lust voor het oog, maar ook het oor komt niets tekort. Vladimir Galutsin, Gegam Grigorian, Sergei Aleksashkin, Larissa Diadkova, Marianna Tarasova, Gennadi Bezzubenkov (als Bard te bewonderen in de Amsterdamse Kitesj): mooier en beter kan je het niet verzinnen.
Het verhaal, over een koopmaan die, ondanks dat hij getrouwd is verliefd wordt op de dochter van de zee-tsaar, is inderdaad een echt sprookje. De koopman wordt rijk, keert naar zijn echtgenote terug en de tsaar’s dochter verandert in een rivier, tot groot genoegen van de bewoners van Novgorod. Eind goed al goed.
Sadko is, denk ik, de bekendste opera van Rimski-Korsakov, niet in de laatste plaats vanwege de waanzinnig mooie tenoraria van de ‘Indian Soul’.
Een van de allermooiste versies van de aria werd volgens mij ooit gezongen door de legendarische tenor Sergei Lemeshov:
De Gouden Haan
En als we het toch over Rimski-Korsakov en zijn sprookjesopera’s hebben, wil ik u attenderen op De Gouden Haan, zijn allerlaatste opera uit 1907. Het is gebaseerd op een gedicht van Poesjkin.
Het verhaal is eigenlijk moeilijk na te vertellen, maar ik ga mijn best doen. Een tsaar en zijn twee zonen raken in de ban van een schone koningin van een vreemd land, de liefde wordt ze noodlottig, maar aan het eind blijkt dat er niets van waar was. Nou ja, het is een sprookje, laten we het daar op houden.
De gouden haan uit de titel is een geschenk van een astroloog en zo’n beetje de aanstichter van al die ellende. Maar ook hij bestaat niet echt, alhoewel hij goed kan zingen.
In 2002 werd de opera live opgenomen in het Théâtre du Châtelet in Parijs (Arthaus Musik 107387). Kent Nagano stond op de bok, maar de cast kwam grotendeels – hoe kon het ook anders – rechtstreeks van het Mariinski.
De productie is wel door en door Japans. Zowel de regisseur, Ennosuke Ichikawa, als al zijn assistenten, choreografen en kostuumontwerpers kwamen er vandaan. Wat u dus kunt verwachten is een Kabuki-theater op zijn best. Het past dit mooie, maar ook een beetje huiveringwekkende sprookje als een handschoen.