Bellissimo Baroque: eenvoudigweg mooi
Onder de titel Bellissimo Baroque heeft Dynamic een bloemlezing samengesteld van fraaie aria’s van Händel en Vivaldi. Ze zijn al eerder door het label opgenomen, dus nieuw is het niet. Wel mooi.
Als één label barok hoog op z’n prioriteitenlijstje heeft staan, dan is het Dynamic wel. De Italiaanse maatschappij brengt met grote regelmaat barokopera’s uit op cd en dvd. Niet alleen de bekende titels, maar ook werken van bijvoorbeeld Baldassare Galuppi.
Van Händel en Vivaldi verschenen de afgelopen tijd diverse opera’s bij Dynamic. Reden voor het label om uit vijf van die opera’s een bloemlezing van aria’s te maken en die apart uit te brengen op cd. Het is slim hergebruik van bestaand materiaal, maar dat hoeft niet erg te zijn.
De solisten die op het album voorbijkomen, hebben zeker naam – één erg zwakke cast daargelaten. Te horen is bijvoorbeeld het engelengeluid van Philippe Jaroussky als Nerone in Agrippina van Händel en Arbace in Catone in Utica van Vivaldi. Vlekkeloze vertolkingen.
Ook van de partij is een felle, expressieve Veronica Cangemi als Emilia in Catone in Utica. Veelbelovend voor haar optreden als Nerea in Deidamia, vanaf vanavond in Amsterdam te zien.
Met het oog op de actualiteit zijn ook de drie fragmenten uit Ariodante interessant, uitgevoerd door Il Complesso Barocco onder leiding van Alan Curtis, hetzelfde ensemble dat deze opera van Händel de afgelopen week driemaal in Nederland opvoerde. De solisten op de cd genieten weliswaar minder faam, maar zijn zeer beluisterenswaardig. Carlo Lepore zingt met volle stem Il Re, Ann Hallenberg legt als Ariodante veel gevoel in ‘Scherza, infida in grembo al drudo’ en Laura Cherici is al even intens.
Andere titels op het album zijn Aci, Galatea e Polifemo van Händel, met onder andere de ontroerende alt Sara Mingardo, en Motezuma van Vivaldi. Daarin zingt Vito Priante de titelrol. Hij is in april in Il Turco in Italia te zien bij De Nederlandse Opera.
Het ensemble La Grande Ecurie et la Chambre du Roi onder leiding van Jean-CLaude Malgoire is in twee opera’s te horen, maar kan mij niet zo bekoren. Hun spel is veel ‘formeler’ en droger dan bijvoorbeeld de geïnspireerde en subtiele interpretaties van Il Complesso Barocco of het roerende spel van de Capella della Pietà de’ Turchini onder Antonio Florio.
Origineel of nieuw is het niet, dit verzamelalbum. Maar het ‘Bellissimo’ uit de titel wordt zeker waargemaakt in de fraaie uitvoeringen. Mooi dus.