Vlaamse Opera zet Le Duc d’Albe op de kaart
De Vlaamse Opera heeft de onbekende Donizetti-opera Le Duc d’Albe weer helemaal op de kaart gezet. Het operahuis groef het onafgemaakte origineel op, liet Giorgio Battistelli de partituur voltooien en gaf het werk een glanzende première.
Gelooft u in toeval? Ik niet. Het is ook niet toevallig dat de Vlaamse Opera nu op het thema ‘Carlos’ voortborduurt. Twee jaar geleden hadden ze nog de Franse versie van de Verdi-opera op de rol staan. In de voorstelling kon u niet alleen kennismaken met hoe het er aan het Spaanse hof aan toe ging, maar zelfs er actief aan meedoen (lees de volledige recensie).
Met Le Duc d’Albe heeft Antwerpen het lijden naar hun eigen land teruggehaald. Het verhaal in het kort: de afgezant van Philips, de bloederige hertog Alva, bestiert Vlaanderen met ijzeren hand. Hij heeft de graaf van Egmond laten onthoofden en Egmonds dochter Hélène zweert wraak.
Haar geliefde Henri de Bruges blijkt echter de zoon van Alva te zijn en als Hélène de tiran wil vermoorden, werpt hij zich tussenbeide. Henri dood, Hélène verbouwereerd en de naar Lissabon vertrekkende Alva wanhopig van verdriet. Einde opera. Als het libretto u enigszins bekend voorkomt dan heeft u gelijk: Verdi gebruikte het ook in zijn Siciliaanse Vespers.
Donizetti componeerde Le Duc d’Albe in 1839 voor Parijs, maar het werk is onafgemaakt gebleven. De reden was, om het even simplistisch te stellen, een strijd tussen de prima donna’s en daarna werd Donizetti ziek. Al een paar jaar na zijn dood werden er pogingen gedaan om de opera te voltooien. Men ging toen uit van de Italiaanse vertaling van het libretto.
In 1959 maakte Thomas Schippers zijn eigen einde aan de opera en her en der waren er opvoeringen. Echt bekend werd de opera echter nooit. Jammer eigenlijk, want hiermee is de weg naar Verdi (en ook Don Carlos) geplaveid.
In Antwerpen werd besloten om de opera terug te brengen naar zijn oorsprong, uitgaand van de onafgemaakte partituur en in het Frans. Voor de ontbrekende delen werd Giorgio Battistelli benaderd, een hedendaagse Italiaanse componist met veel succesvolle opera’s op zijn naam, waaronder Richard III (première in 2005 in Antwerpen).
Daar waar Donizetti de zanglijnen al had uitgeschreven, is het verschil met het origineel niet bijster groot. Al hoor je dat het anders klinkt, zoals in de grote, zeer ontroerende aria van Alva, aan het begin van de derde akte.
Pas in de laatste scène, een kwartier durend afscheid van de vader van zijn gedode zoon, hoor je Battistelli zelf. Ik vond het zonder meer prachtig. Stijlbreuk? Niet heus, want hoe kunnen wij weten hoe Donizetti het zou hebben gedaan als hij nu nog leefde? Op mij heeft de scène enorme indruk gemaakt en ik moest werkelijk tegen mijn tranen vechten.
De productie van Carlos Wagner is buitengewoon indrukwekkend. De beelden zijn heftig, maar nergens onsmakelijk. De openingsscène met het Madonnabeeld met het ‘kindeke’ in haar armen, dat alsmaar groter wordt om dan in de lucht uit elkaar te spatten – iets wat nog tweemaal herhaald wordt – zet je vast in de juiste richting te denken. En dan heb ik het niet alleen over de Beeldenstorm.
Le Duc d’Albe vertelt een verhaal over een wrede dictator. Moord, doodslag en wraak. Over een onderdrukt volk, die voor de wreedaard siddert en over de dappere opstandelingen die het aandurven om iets tegen hem te ondernemen. Maar het gaat ook over liefde. Tussen man en vrouw natuurlijk (we zijn in de opera), maar ook – of misschien voornamelijk – over ouderliefde. Ziehier de tiran die op zijn knieën voor de liefde van zijn zoon bidt.
De hele productie ademt ook iets liefelijks. De gruwelijke beelden van naakte lijken van de gedode opstandelingen zijn niet zozeer afschuwwekkend als triest. Zeer liefdevol worden ze door hun vrienden en verwanten in lijkwaden gerold.
De cast was zonder meer indrukwekkend, al vond ik niet alle stemmen even mooi. Rachel Harnisch (Hélène) heeft een zeer grote stem, waardoor zij makkelijk boven iedereen uitkwam en zelfs in ensembles goed te horen was. Stilistisch vond ik haar echter weinig Donizettiaans en haar timbre was voor mij te donker, te mezzoachtig. Veel compenseerde zij met haar sterke bühnepresence.
A.F. Vandervorst had haar een prachtig kostuum aangemeten. Strak leren lijfje, broek en laarzen, met daaroverheen een witte jurk, waardoor zij een half man, half vrouw was geworden.
Ismael Jordi was een hele goede Henri (zijn rol werd gesponsord door een Brugse Vriend van de Vlaamse Opera!). Zijn stem is niet groot en zijn timbre doet vaak aan dat van Flórez denken, iets waar je van moet houden, maar zijn hoogte is zonder meer prachtig en hij is een zeer overtuigende acteur.
George Petean was een formidabele Alva. Hij was herstellende van een ziekte (de voorstelling twee dagen daarvoor moest hij afzeggen). Toch klonk zijn stem als een klok. Hij straalde autoriteit uit en was angstaanjagend, ook mede door zijn verschijning: door zijn vele tatoeages en piercings had heel hij veel weg van een skinhead. Maar hij liet ook zijn zwakke kant zien en in zijn liefde voor zijn zoon was hij oprecht ontroerend.
De kleine rol van de bierbrouwer Daniel werd zeer goed gezongen door Igor Bakan. Zijn stem is diep en warm van kleur en zijn belcanto-begaafdheid onberispelijk. De jonge Litouwse basbariton maakt deel uit van het jonge ensemble van de Vlaamse Opera en ik zou mij toch echt moeten vergissen als hij niet een grote toekomst tegemoet gaat.
Ik kan mij geen betere dirigent voor het werk voorstellen dan Paulo Carignani. Hij hield het Orkest van de Vlaamse Opera strak in de teugels, maar tegelijk liet hij ze genoeg los om de ‘zanglijnen’ van de partituur te laten vloeien.
Om met een vrolijke noot te eindigen: De Geuze & Kriek sieren het programmaboekje en het bijzonder smakelijk biertje vloeide ook rijkelijk voor de aanvang van de opera, want iedere bezoeker werd op een ‘bolleke’ met gerstnectar getrakteerd.
Le Duc d’Albe is nog tot en met 2 juni te zien in Antwerpen en Gent. Zie voor meer informatie de website van de Vlaamse Opera. Bekijk ook de trailer.
11Reacties
Geachte mevrouw Jaworski, ook ik was er, samen met mijn vriendin en Belgische vrienden, bij, afgelopen Zondag. Wij vonden alle vier, dat wel degelijk sprake was van een storende stijlbreuk tussen Donizetti en Battistelli. Voor het overige kan ik het in grote lijnen wel met u eens zijn. U verzuimde overigens de zeer goede vertolker van Sandoval, t.w. de ook nog jonge Russische bas-bariton Vladimir Baykov (vorig seizoen in de Zaterdag Matinee Ruprecht in “De vuurengel”), te noemen. Tot slot nog dit: als u in Antwerpen een “bolleke” bestelt krijgt u geen gueuze of kriek maar met zekerheid een biertje van de Antwerpse brouwerij De Koninck geserveerd.
Beste Pieter K. – jammer dat we elkaar gemist hebben!
Baykov vond ik niet echt geweldig, maar dat kan natuurlijk ook aan mij liggen en wat de muziek van Battistelli betreft: ik vond het prachtig, maar de vriend die mij vergezelde vond het afschuwelijk.
Zo zie je maar 🙂
Van het “bolleke” weet ik het wel (mijn eerste bestelling als ik in Antwerpen ben :-)), vandaar ook dat ik het tussen de haakjes plaatste.
Beste mevrouw Jaworski, u kent mij, als (vrienden)abonnementhouder van DNO en, althans tot aan dit seizoen, als abonné op de operaserie van de Zaterdag Matinee, hooguit van gezicht, dus lag een ontmoeting in Antwerpen ook niet zo voor de hand. Ik heb nog een paar wetenswaardigheden betreffende “Le Duc d’Albe”. Op 15 en 18 april, 31 mei en 2 juni zou, i.pv Ismael Jordi, Alexey Kudrya de rol van Henri de Bruges vertolken, maar in zijn plaats zal Marc Laho dat op 18 en 29 april, 31 mei en 2 juni doen. Op 9 mei heeft George Petean wegens ziekte alleen geacteerd en heeft Nabil Suliman gezongen en op 15 mei heeft Rachel Harnisch, ook wegens ziekte, alleen geacteerd en heeft Talia Or gezongen. Tot slot: de opera wordt door Klara uitgezonden op 2 juni a.s. om 20.00 uur.
Toch jammer, ik had u graag ontmoet.
Ik rouw niet om Kudrya – ik heb hem in Il Viaggio gehoord en was er niet kapot van, althans niet van zijn stem, want hij is ontegenzeggelijk een zeer aantrekkelijke man 🙂 Ik ken Marc Laho niet – een Belg?
Van Petean wist ik het wel (staat ook in mijn stukje), van Harnisch niet. Wellicht was zij zondag al niet lekker?
Is 2 juni zeker? Want oorspronkelijk zou Klara het a.s. zaterdag uitzenden!
Wellicht ontmoeten we elkaar in de toekomst eens ergens. Wat betreft (de stem van) Kudrya in “Il viaggio a Reims” ben ik het wel met u eens. Marc Laho is inderdaad een Belgische, van oorsprong lichte lyrische tenor, o.a. bekend van een DVD van “Le comte Ory” met Annick Massis uit Glyndebourne, die stilaan wat zwaarder repertoire is gaan zingen, zoals vastgelegd op een DVD van “Les contes d’Hoffmann”. Komend seizoen zingt hij in het gerenoveerde Théâtre Royal in Luik in “Stradella” van César Franck en in “Guillaume Tell” van Gretry, zoals u ongetwijfeld weet Luikse componisten. Wat Petean betreft: u refereerde aan de uitvoering van 11 i.p.v. aan die van 9 mei. De diverse wetenswaardigheden, ook die van de radiouitzending, ontleende ik aan de website van de Vlaamse Opera.
Ach! Wat ontzettend dom van mij, want die Hoffmann met Laho heb ik al lang thuis (vind ik heel erg goed, overigens, een van de beste Py’s)en heb hem zelfs besproken….
Ja, goede stem, zonder meer. Ik vrees dat ik oud word 🙁
Zijn Ory ken ik niet….
Luik is voor mij te ver weg, jammer.
Alle voorstellingen in Luik (zie http://www.operaliege.be) worden ook als zondagmatinee (15.00 uur) gegeven. Terug naar Amsterdam van het Gare Guillemins met de boemel naar Maastricht en dan met de intercity naar Amsterdam, dat moet toch lukken.
Beste Basia,
Wij hebben op 11 mei wel George Petean gehoord en gezien. Aan het begin werd ons medegedeeld dat hij wel zou zingen, met de nodige medicijnen.
Wel wij vonden het prachtig.
Ook Ismael Jordi is een verrukking om te zien en te horen.
Een feest om naar deze Opera te gaan
Lodi Lamie
Beste Lodie – je hebt volkomen gelijk wat de datum betreft, Pieter K. de Haan heeft mij ook al gecorrigeerd. Mea culpa.
Pieter K. – Luik is voor mij echt niet haalbaar.
Ook ik was die zondagmiddag in Antwerpen en heb tot ongeveer een kwartier voor het einde van Le Duc d’Albe genoten van het fraaie werk van Donizetti. De nagecomponeerde muziek van Battistelli vond ik ronduit afgrijselijk. Dit was meer dan een stijlbreuk. Dit was gewoon helemaal niks. En dat was heel jammer, want er werd werkelijk fantastisch gezongen en gespeeld in deze mooie productie.
Enig recht van spreken heb ik wel, aangezien ik in september 1976 in Gent t.g.v. de Pacificatieherdenking Il Duca d’Alba met Gilbert Dubuc, William du Pré en Francoise Garner bijwoonde.
Drie jaar later 1979 in Brussel zag ik wederom de Duca d’Alba met Silvano Carroli, Ottavio Garaventa en Marina Krilovici onder Oliviero de Fabritiis. Van deze uitvoering staat nog een MRF-opname in mijn kast.
Verder beluister ik nu opnieuw de opname met Giacomo Guelfi, Amadeo Berdini en Caterina Mancini uit Rome 1951 onder Previtali en ook de opname met Ivana Tossini Renato Cioni en Luigi Quillico onder Thomas Schippers is gelukkig op Myto voorhanden.
Waarom meld ik dit alles? Omdat alle uitvoeringen waarover ik beschik en welke ik dus heb bijgewoond, de Schippers finale in de stijl van Donizetti, vermoedelijk met behulp van de muziek van Matteo Salvi volgen.
Aan het eind van de recente Antwerpse voorstelling, kreeg ik dezelfde onaangename gevoelens, die ik ook bij de Berio-finale van Turandot in Amsterdam had, waarbij men schaamteloos voorbij ging aan de geniale muziek die Franco Alfano had gecomponeerd, maar die door toedoen van Toscanini was geëlimineerd.
Jaren later zag ik in Antwerpen dus de Turandot met de complete Alfano muziek, dus ze weten daar heus wel hoe het moet!!
Jammer, dat ze dat bij Donizetti even niet dat zelfde idee hadden
Geachte heer Van Verseveld, dat ik het met u eens ben over de voltooiing van “Le Duc d’Albe” door Battistelli moge zijn gebleken uit mijn eerdere reactie. Toch zou ik het toejuichen als deze Vlaamse productie van de Franstalige “Le Duc d’Albe” op DVD zou worden uitgebracht al was het maar omdat er, voor zover ik heb kunnen nagaan, geen enkele opname van de Franstalige versie van deze opera in de handel is. Van de Italiaanse “Il Duca d’Alba” ben ik, behalve de al door u genoemde, nog een min of meer historische opname met Renato Bruson tegengekomen. Ikzelf bezit alleen de live-opname uit Montpellier (2007) o.l.v. Enrique Mazzola met Franck Ferrari, Inva Mula, Arturo Chacòn-Cruz en Francesco Ellero d’Artegna op Accord.