Monroe trotseert modern muziekgeweld
Zaterdagavond ging Waiting for Miss Monroe in wereldpremière bij De Nederlandse Opera. De jonge regisseur Lotte de Beer gaf de opera van Robin de Raaff knap gestalte. Gelukkig maar, want van de ongenaakbare vocalen moest het werk het niet hebben.
Opper-operacomponist Wagner zag opera als Gesamtkunstwerk, waarin woord, muziek en beeld moesten samensmelten. Maar in onze cultuur worden woord, muziek en beeld gecreëerd door een kleine honderd gespecialiseerde vaklui. Met grote verschillen tot gevolg. Wel Gesamtkunstwerk, geen samensmelting, in het geval van Waiting for Miss Monroe.
Eerst was er het woord, met het libretto van Janine Brogt. Drie aktes met drie dramatische dagen in de laatste maanden van Monroes leven. In ‘Werkdag’, een dag op de set van Something’s gotta give, leren we een aantal cartooneske personages kennen. Studiobaas Fox, actingcoach Paula en grimeur Whitey. Alleen Monroe blijkt in die schijnwereld een menselijk wezen naast haar kartonbordcollega’s. Deze tegenstelling is mooi geconstrueerd, maar een echte confrontatie laat daardoor lang op zich wachten.
Monroes faalangst en depressie komen het best naar voren op de tweede dag, ‘Birthday’. Monroe moet het toneel op en een liedje zingen voor JFK, maar versuft door drank en pillen is ze niet in beweging te krijgen. Er volgt een dagdroom, of een nachtmerrie. Over liefde en vaderfiguren, over wanhoop en aanranding.
De derde dag, ‘Sterfdag’, is dramatisch minder sterk wat betreft plot en tekst, maar gelukkig heeft Lotte de Beer een prachtig toneelbeeld neergezet.
Haar regie kent talloze schalkse knipoogjes naar de cinematografie. De tweede akte geeft meerdere bespiegelingen op de zo bekende choreografie van Diamonds are a girl’s best friend: Paula en Whitey vangen Monroe op als ze omvalt van de pillen. De Kennedyboys en Monroes vaderfiguren vangen Monroe op in haar nachtmerrie (en bepotelen haar vervolgens). Monroes ‘best friends’ steken geen hand uit.
Leuke loopjongens met decordelen krijgen van De Beer een dramatische functie: draaien ze in ‘Werkdag’ om Monroe heen om haar te behagen, in ‘Birthday’ komen ze als vier muren op haar af, en in ‘Sterfdag’ maken ze zich uit de voeten. Een bed in de lege nacht blijft over.
De regie van De Beer is zeer de moeite waard om nog eens te gaan zien. Of haar volgende producties. Een opera over Maria Callas, ik noem maar wat?
Maar hoed je dan wel voor het modernistisch muziekgeweld. Robin de Raaff blijkt in deze opera geen beste vocale componist, hoewel zijn orkestratie afwisselend grappig, dramatisch en boeiend is. Het motief dat de tuba uitbrult als er gevaar dreigt, is zowat Wagneriaans.
Misschien toont de partituur als een interessant en levenslustig hartfilmpje, maar mogen die zangers niet eenmaal twee naast elkaar gelegen noten zingen, laat staan een lyrische lijn? Hoog, laag, kopstem, borststem. Waar is de middenstem? Is het bedoeld om de discrepantie tussen Marilyn als mens en Marilyn als beeld te verklanken? Onbegrijpelijk.
De zangers slaan zich er kranig doorheen. Helena Rasker (actingcoach Paula) had ik nog nooit gehoord en ik ben betoverd geraakt door het grote legato, ook in de lage regionen. Enigszins teleurstellend is Dale Duesing, een bariton van formaat. Zij stem kraakt en pruttelt, het vibrato komt ongelukkig brekend tot stand. Is het de leeftijd? Of is het de ongenaakbare melodie van Robin de Raaff?
Wagner meende dat muziek zowel het mathematische intellect als het gemoed moest dienen. Dat De Raaff goed is met cijfers mag duidelijk zijn, maar het gemoed raakt door zijn ouderwetse ‘piep-knor’ murw geslagen. Het grote bravo voor titelvertolkster Laura Aikin was dan ook terecht. Zij trotseerde stralend elke aanval op haar stembanden en raakte geen moment benepen.
Waiting for Miss Monroe is tot en met 16 juni nog vijf keer te zien in de Stadsschouwburg Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.
5Reacties
Veel eigentijdse componisten hebben de ballen (excuus) verstand van stemmen, laat staan hoe ze er voor moeten schrijven; ze behandelen (of: mishandelen) die alsof het muziekinstrumenten zijn. Het is bijna een sport om iets wat op een melodie lijkt te mijden, en vooral tegen de stem in te schrijven. Stel je voor dat het te mooi klinkt. De recensie lezend is dit er weer zo’n voorbeeld en maakt me niet nieuwsgierig om die in het echt te gaan zien of horen.
Gisteravond deze voorstelling gezien. Veel lege stoelen (!) maar dat zal mede zijn veroorzaakt door de wat merkwaardige planning van DNO waarbij Miss Monroe moest concurreren met de première van Parsifal. Wie bedenkt zoiets, en dat terwijl er toch zeven dagen in een week zitten dus ruimte genoeg!
Tijdens de inleiding haalde Janine Brogt de vroege carrière van Kennedy senior aan. Hij had een deel van zijn vermogen verdiend in de filmindustrie en zou in die tijd ook een verhouding hebben gehad met Gloria Swanson. Mijn immer associatief opererend brein kwam onmiddellijk uit bij de filmklassieker Sunset Boulevard waarvan 20 jaar geleden ook een musicalversie is gemaakt, muziek Andrew Lloyd Webber. Tamelijk succesvol zij het niet in de orde van Evita.
Welnu, het libretto van Miss Monroe vond ik voorbeeldig, de enscenering uitstekend, met veel aandacht voor details. Zet de muziek van Lloyd Webber eronder en verkoop het als een musical. Webber en Monroe staan als aandacht trekkende namen vrijwel garant voor wereldwijde belangstelling. Als opera gaat Miss Monroe geen carrière van enige betekenis tegemoet, vrees ik.
Nu luisterde ik naar zeer ingenieuze muziek waarvan ik echter nog een onderdeeltje van een strofe kan nazingen. Er hebben mensen gezongen maar daarvan is in het geheel niets blijven hangen. Laura Aikan sloeg zich er goed doorheen maar ik had haar echt wat meer melodie gegund. Toch een aardige avond, vanwege Janine Brogt en Lotte de Beer.
Veel lege stoelen, dat verbaast me niet, dat zal echt niet alleen maar met Parsifal te maken hebben. Luister naar een fragment, en je denkt al snel: mwoah, ik kan m’n avond gezelliger besteden dan een zinloze poging ondernemen om maar iets van de klanken die er worden geproduceerd in je brein op te slaan. Jammer van de productie en de energie die de zangers er in hebben gestoken. Ik denk dat men een soort ‘Anna Nicole’ van Turnage voor ogen had…
Ik kon vroeger mijn vinyl singles achterstevoren draaien (had ik in door moeten gaan, je kan er miljonair mee worden) – dát geluid is het een beetje. Maar ook wel: de 45-toeren plaat gedraaid op 78-toeren. Kortom, Raaffs muziek is onnatuurlijk, irritant en in zijn soort ook nog achterhaald.
Hoeven we een keer ons oogmasker niet mee te nemen, blijken we oordopjes nodig te hebben.
Toch gegaan. Waiting for the music. Miss Monroe kwam gelukkig wel.