Maria di Rohan maakt verdiende comeback
Voor een opera die Opera Rara bestempelt als één van de beste uit Donizetti’s oeuvre is Maria di Rohan verrassend onbekend. Toch levert het label met de eerste opname van de originele versie van de opera overtuigend bewijs voor dat statement. Het is inderdaad een werk om van te smullen.
Uitgaven van Opera Rara zijn telkens weer een lekkernij voor de liefhebber. Nog voor je één noot geluisterd hebt, ben je al opgewarmd door de luxe box met het dikke boekje (176 pagina’s dit keer), waar je gerust al een uur zoet mee kan zijn. Een uitgebreide, reuze-interessante toelichting op de opera, veel foto’s en oude afbeeldingen en het gehele libretto met vertaling: het ontbreekt je aan niets.
De kans dat je vervolgens na het indrukken van de play-knop teleurgesteld wordt door wat je te horen krijgt, is bovendien erg klein. Het rariteitenlabel weet van casten en musiceren.
Dat gaat ook bij de uitgave van Donizetti’s onbekende opera Maria di Rohan volledig op. De ‘world premiere recording of the new critical edition’, zoals de eerste opname van de originele Weense versie is gelabeld, blinkt van kwaliteit in zang en orkest. De opname dateert van 2009, maar werd pas in april dit jaar in Nederland uitgebracht.
Maria di Rohan is één van de laatste opera’s van Donizetti, en volgens Opera Rara één zijn dramatisch en muzikaal sterkste werken. De mafkees componeerde het gehele raamwerk voor de opera in acht dagen tijd (!) en leverde later ook de orkestratie en precieze zanglijnen voor de uitgekozen solisten in recordtijd aan.
De kwaliteit leed er niet onder, want de wereldpremière in 1843 in Wenen was een groot succes en ook daarna zegevierde de opera in vele operahuizen. De opvoeringsgeschiedenis – in zijn geheel in het Opera Rara-boek opgenomen – telt maar liefst achttien pagina’s.
Vanaf de twintigste eeuw is het aantal opvoeringen van het werk echter danig afgenomen, met tussen 1919 en 1957 zelfs helemaal geen voorstellingen. Jammer, en vooral verbazingwekkend. Hoe kan zo’n kwalitatief hoogstaand werk zo uit beeld verdwijnen? Want Opera Rara heeft in mijn ogen gelijk: het is werkelijk een wonderschone opera, met krachtig drama (vooral in de lage strijkers!), schitterende solo’s en motieven, en uiteraard enerverende liefde- en haatscènes.
Het verhaal draait om Maria di Rohan – een personage gebaseerd op de historische Marie de Rohan, (1600-1679). Het speelt zich af rond het paleis van de Franse koning, die tegengewerkt wordt door kardinaal Richelieu (u weet wel, van de musketiersfilms). Die clinch dient echter vooral als achtergrond.
Waar het echt om gaat, is de verhouding tussen de Conte di Chalais, de Duca di Chevreuse en de Contessa di Rohan (Maria). Chevreuse en Maria zijn getrouwd, maar Maria houdt eigenlijk van Chalais. Een typisch opera-driehoekje, goed voor veel huilende en hatende ogen. Met een tamelijk tragische afloop.
Opera Rara heeft de drie hoofdrollen uitstekend bezet. Krassimira Stoyanova (Tatyana in Amsterdam vorig jaar) vertolkt een angstige, voortdurend lijdende Maria. Al is ze bepaald geen doetje; het drama zweept met krachtige slagen over haar stembanden. Haar hoogte is ontzagwekkend en in de slotakte zingt ze één van Donizetti’s mooiste, ontroerendste melodieën.
Christopher Purves is een luistergenot van jewelste als Maria’s onfortuinlijke echtgenoot Chevreuse. De man is een vat vol lyriek. Heerlijk om zijn grote, rijk gevulde geluid met zo veel souplesse over de belcanto-lijnen te horen glijden. En zijn stem heeft precies het karakter waar Chevreuse om vraagt: zwaar maar sympathiek, imposant maar goedhartig. Behalve in de slotscène, waarin hij zijn ontrouwe vrouw de volle laag geeft.
Tenor José Bros (Chalais) doet me qua timbre altijd aan Ernesto uit Don Pasquale denken – drie maatjes te klein voor een veel dramatischer, gewichtiger rol als Chalais. Maar dan gaat het enkel om de klank van zijn instrument. Want zingen kan hij zeker en vast. Met zijn verbeten, vurige solo’s doet hij zijn rol veel recht.
De kleinere rollen zijn uitstekend bezet en het Orchestra of the Age of Enlightenment houdt onder Sir Mark Elder het drama de volle speelduur (een kleine twee uur) op scherp.
Goed nieuws dus, dat deze Donizetti op plaat is vastgelegd. Hopelijk spoort het operahuizen en concertzalen aan om de populariteit die de opera in de negentiende eeuw had een vervolg te geven.
Misschien iets voor de ZaterdagMatinee?